Denise Hupkens, vmbo-docente wiskunde in Leiden tot 2012, vond veel gehoor onder collega’s begin deze maand. Zij daagde haar werkgever voor de rechter omdat haar taken onmogelijk in haar contract van (nog geen) vier dagen pasten. Zij eist uitbetaling van àl haar gewerkte uren. Het is een bekend beeld. Leraren als slachtoffers van een enorme werkdruk. Maar klopt dit beeld? Genoeg leraren regelen hun werk zo dat zij prima kunnen omgaan met lastige eisen en uitdagende opdrachten. Wat kunnen we leren van het ‘professioneel vermogen’ van deze collega’s?
‘Een leidinggevende
moet ruimte geven
voor ontwikkeling’
Uit ons onderzoek (zie kader) blijkt vooral dat het maar matig is gesteld met de professionele vermogens van leraren in het basisonderwijs. Op een 7-puntschaal scoren zij een 3,6 (in het voortgezet onderwijs was dit 4,5). Meer dan de helft van de po-leraren vindt het lastig om effectief om te gaan met werkdruk en te balanceren tussen verschillende belangen.
Enquêtes
In een grootschalig onderzoek van het departement Bestuurs- en organisatiewetenschap (USBO) van de Universiteit Utrecht is onderzocht hoe leerkrachten ‘proactief omgaan’ met uitdagingen als stapels nakijkwerk, administratie van leerlingvolgsystemen en veeleisende ouders. Zo dat ze kwalitatief goed onderwijs kunnen bieden, bijdragen aan de schoolprestaties en zichzelf vitaal (blijven) voelen. Daarbij is vooral gekeken naar wat leraren doen om te anticiperen op uitdagingen en welke afwegingen ze maken. Op grond van interviews, groepsgesprekken en twee grote enquêtes onder 1.271 leraren en 77 schoolleiders zijn de professionele vermogens in kaart gebracht.
Er is dus ruimte voor verbetering. In het Nationaal Onderwijsakkoord (2014) wordt herkend dat leraren in PO en VO een hoge werkdruk ervaren, onder andere door niet-lesgevende taken en hoge verwachtingen van allerlei belanghebbenden. Uit ons onderzoek blijkt dat veel leraren deze werkdruk wel aankunnen, mits ze de ruimte krijgen en genoeg steun ervaren van hun omgeving: schoolleiding, teams en netwerken, en in de gelegenheid worden gesteld zich verder te scholen.
Dat is geen liefdadigheid. School als geheel heeft er baat bij. Leraren die werkdruk goed het hoofd weten te bieden, zijn meer bevlogen en meer tevreden met hun baan en minder geneigd om een andere baan te zoeken dan andere leerkrachten. Ook heeft deze groep een positieve invloed op schooluitkomsten zoals Cito-scores, leerlingtevredenheid en het ziekteverzuimpercentage. Zij hebben een grotere vakinhoudelijk kennis, laten passender pedagogisch-didactisch handelen zien, alsmede beter klassenmanagement. Dat alles draagt significant bij aan de prestaties van de school en de vitaliteit van het team.
Wat kunnen we leren van ‘vermogende leraren’? Ten eerste zijn zij kritisch en reflexief. Training en bijscholing kunnen hieraan bijdragen. Uit het onderzoek bleek bijvoorbeeld dat docenten met een masteropleiding significant beter tegen werkdruk bestand zijn. Daarnaast benaderen ‘vermogende leraren’ vaak collega’s en externen, zoals alumni of leraren van andere scholen, voor feedback op probleemsituaties en onderwijsideeën. Deze leraren geven aan dat ze baat hebben bij sociale steun en advies van collega’s en dat externe netwerken hun blik verruimen.
‘Durf keuzes te maken.
Wij hebben de Cito voor
groep 1 afgeschaft.’
Schoolleiders kunnen hun leerkrachten het best ondersteunen via coachend leiderschap. Als deze het gevoel hebben dat ze bij hun leidinggevenden terecht kunnen voor feedback en advies, dan voelen ze zich krachtiger. Door regelmatig gesprekken te voeren kunnen bovendien professionaliseringsdoelen worden besproken en mogelijke problemen samen worden aangepakt.
‘Wees eerlijk voor jezelf,
zelfkennis, reflectie en kritiek
zijn goede kwaliteiten.’
Ook in het Nationaal Onderwijsakkoord wordt benadrukt dat onderwijskwaliteit draait om de zeggenschap en tegenspraak van onderwijsgevenden. Zij zouden met elkaar moeten beslissen over essenties van het leraarschap, inclusief curriculum, toetsing en beoordeling en pedagogisch-didactische zaken. Professioneel vermogen van leraren gaat over hoe zij die zeggenschap kunnen uitoefenen.
Het versterken van professioneel vermogen is een collectieve zaak waarbij schoolcontext, leiderschap, netwerken en teams cruciaal zijn. Dat vereist een krachtige kwaliteitscultuur, en een kritische houding van de professionals: naar zichzelf en naar elkaar.
Een consortium bestaande uit de NSOB, TIAS (UvT) & USBO (UU) deed – door NWO ProBo gefinancierd – onderzoek naar hoe het onderwijssysteem, onderwijsbesturen en onderwijsprofessionals omgaan met het ‘ongemak van autonomie’. Zie ook: www.uu.nl/onderzoek.
Dit artikel verscheen in Didactief, januari/februari 2016.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven