Bij de didactiek van hoge verwachtingen draait het om het vertrouwen dat leraren en docenten tonen in hun interactie met leerlingen en studenten. Bij didactisch coachen leren docenten dit vertrouwen concreet te maken door vragen te stellen, feedback te geven, beperkt aanwijzingen te geven en vriendelijkheid te tonen (Voerman & Faber, 2016).
Feedback op persoonlijke kwaliteiten, zoals doorzettingsvermogen, creativiteit of zorgvuldigheid, komt in de dagelijkse onderwijspraktijk nauwelijks voor. Uit een analyse van videobeelden van 936 leraren uit primair onderwijs, voortgezet onderwijs, mbo en hbo blijkt dat de meeste feedback is gericht op inhoud, minder op strategie en modus, en het minst op persoonlijke kwaliteiten (Voerman, 2023).
OntmoetingGoed onderwijs begint niet bij de stof, maar bij de ontmoeting tussen mensen; tussen leraar en leerling. In die ontmoeting ligt de kans om te zien wie iemand is – niet alleen wat iemand kan. Feedback op persoonlijke kwaliteiten is een zachte kracht, een kort moment van oprechte aandacht, waarin een ander zichzelf even door jouw ogen ziet. Velen herinneren zich waarom ze leraar zijn geworden: om te raken, te begeleiden en het beste in de ander naar boven te halen. In een wereld vol toetsen en tijdsdruk is het misschien wel de grootste daad van moed: even stilstaan, kijken en benoemen wat goed is. Want wie gezien wordt, durft te groeien. |
Feedback geven op persoonlijke kwaliteiten lijkt voor Nederlandse docenten dus geen vanzelfsprekendheid. Hoe komt dat? Dat is onderzocht in interviews in twee rondes met tien docenten van Hogeschool Rotterdam. In de eerste ronde zijn de antwoorden geanalyseerd aan de hand van de logische niveaus van Bateson, later uitgewerkt door Dilts. Dit model beschrijft niveaus van leren en veranderen: omgeving, gedrag, vaardigheden, overtuigingen, identiteit en missie.
De docenten deden veel uitspraken op het niveau van overtuigingen, vaak belemmerende overtuigingen: er is geen tijd, de klassen zijn te groot, je moet studenten goed kennen, je benoemt alleen wat fout gaat, je moet vooral de lesstof behandelen. De nadruk lag dus op externe factoren. De vraag rees: waar zijn de innerlijke waarden en drijfveren gebleven?
In de tweede interviewronde verschoof de focus naar de innerlijke motivatie van docenten. Wat drijft hen om deze feedback te geven – of juist niet? Waarom is het belangrijk? Uit de interviews blijkt dat sommige docenten zich onvoldoende bewust zijn van de impact van deze vorm van feedback op motivatie, zelfvertrouwen en leerproces. Ze zien didactisch coachen soms als een maniertje dat je kunt aanleren, in plaats van een attitude of houding die verankerd is in het dagelijkse handelen van de docent. De aandacht is dan vooral gericht op de inhoud van het vak en veel minder op de persoon van de student. Kwaliteiten benoemen voelt dan als een bijzaak. Pas na doorvragen kwamen andere perspectieven naar voren: ‘Het is goed voor de binding’ en ‘Als je het een keer gedaan hebt, zie je het effect’.
Aanbevelingen
|
Er is dus meer onderbouwde kennis nodig over nut en van deze feedback en hoe je je die eigen maakt. Er zijn ook enkele voorwaarden. Persoonlijke feedback vraagt om een veilige relatie en het vertrouwen dat zulke feedback niet verkeerd wordt opgevat. Docenten wezen ook op het belang van een gedeelde visie op onderwijs – en het gemis daarvan. Ze vroegen zich af wie ze als docenten zijn en wat ze de studenten willen meegeven.
Dit onderzoek is in het hoger onderwijs uitgevoerd, maar op basis van brede ervaring met metingen en het trainen van interventies, kunnen we stellen dat het geven van feedback op persoonlijke kwaliteiten vaak een eye-opener is, in welke onderwijssoort je ook werkt. Je ziet namelijk direct effect op de leerling als je feedback op persoonlijke kwaliteiten geeft. Leerlingen worden blij, beginnen te stralen, worden er wat verlegen van en gaan weer rechtop zitten… Ze worden geraakt. Enkele voorbeelden ter illustratie: ‘Heel goed, je bent je er bewust van dat je heel nauwkeurig moet zijn bij deze opdracht.’ ‘Je gaf aan dat je het zo’n moeilijke opdracht vond, maar je gaf niet op en hebt het afgemaakt. Wat ben je een doorzetter.’ ‘Hoe jij daarover vertelt, komt echt binnen. Wat ben je passievol.’
Het geven van persoonlijke feedback geldt niet alleen voor leerlingen maar ook voor (aankomend) leraren onderling en natuurlijk ook voor leidinggevenden, we zijn ten slotte allemaal lerenden. Daarbij is het wel van belang om op te merken dat het beter is om geen negatieve feedback op persoonlijke kwaliteiten te geven, zoals kwalificaties als slordig, ongemotiveerd, lui. Deze feedback is niet motiverend en leidt niet tot leren.
Claudia Manetsgruber is didactisch coach, lerarenopleider en onderzoeker aan de Hogeschool Rotterdam. Jarise Kaskens is lector Didactiek van hoge verwachtingen en hoofddocent Rekendidactiek, Hogeschool Rotterdam.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven