Nicole is net begonnen als lerares Nederlands op een vmbo-school. Om de orde te handhaven moet ze streng zijn tegen haar leerlingen: ze wil niet over zich laten lopen. Tegelijkertijd wil ze een goede sfeer in de klas en haar leerlingen het gevoel geven dat zij er voor hen is. Ze vindt dat moeilijk samengaan met streng zijn.
Veel beginnende leraren zullen zich herkennen in deze situatie. Vaak is ervaring opdoen de oplossing. Maar wat als een probleem je echt raakt als persoon? Als je eigen gevoel, je overtuigingen en waarden en normen indruisen tegen de eisen die aan jou worden gesteld als leraar? Dan heb je te maken met spanning in je professionele identiteit.
Veel onderzoek naar beginnende leraren kijkt vooral waar het hen ontbreekt aan kennis en vaardigheden en hoe zij hun houding kunnen verbeteren om problemen op te lossen of te voorkomen. Er is nog relatief weinig aandacht voor het beantwoorden van vragen als: wie ben jij als leraar en wie zou je willen zijn? En de relatie die het antwoord op die vragen heeft met hoe je omgaat met die beginnersproblemen, is al helemaal onbekend terrein. In het kader van een promotieonderzoek wordt deze combinatie wel gemaakt.
Tijdens de ontwikkeling van hun professionele identiteit proberen leraren de persoonlijke en professionele kant van het leraarschap met elkaar in overeenstemming te brengen. Dat is lang niet altijd eenvoudig. Je kunt tijdens dit proces conflicten ervaren tussen wat jij persoonlijk als ‘goed’ ervaart en wat professioneel gezien belangrijk wordt geacht. Professionele identiteitsspanningen zijn dan ook interne conflicten tussen de leraar als persoon en de leraar als professional. Sylvia, een van de beginnende leraren die heeft meegewerkt aan het onderzoek, vertelde: ‘Ik wil mijn leerlingen graag laten zien dat ik ze begrijp. Velen hebben leermoeilijkheden of hebben problemen thuis. Ik vind het daarom moeilijk om ze puur te beoordelen op hun prestaties. Ik zou hun situatie willen laten meewegen in het geven van een beoordeling. Het is toch belangrijk als ze hun houding naar mij verbeteren? Of als ze laten zien dat ze wél kunnen samenwerken? Ik wil ze graag belonen door ze een hoger cijfer te geven dan hun werkstuk eigenlijk waard is. Om ze te motiveren. Dat is alleen niet hoe de school wil dat ik mijn cijfers toeken.’
Bovenstaande is een voorbeeld van spanning in de professionele identiteit. Sylvia heeft als persoon andere ideeën over het toekennen van cijfers dan wat er professioneel gezien van haar verwacht wordt. Zij is niet de enige, blijkt uit dit onderzoek, waaraan 12 laatstejaars studenten van verschillende en 12 beginnende leraren in hun eerste baan hebben meegewerkt. We focussen hier even op de laatste groep. Zij hebben regelmatig te kampen met spanningen in de professionele identiteit. Drie thema’s vallen op:
1. De veranderende rol van student naar leraar
De verantwoordelijkheid die je als pas afgestudeerde ineens hebt voor een groep leerlingen weegt zwaar.
2. Conflicten tussen gewenste en daadwerkelijke ondersteuning die leraren hun leerlingen kunnen bieden
Leraren kunnen vaak niet de zorg geven die zij zouden willen geven aan hun leerlingen door gebrek aan tijd, middelen of kennis.
3. Conflicterende opvattingen over leren lesgeven
Als een mentor, lerarenopleider, collega, of directeur heel andere opvattingen heeft over (leren) lesgeven dan de beginnende leraar zelf kan dat tot spanning leiden.
Spanningen in de professionele identiteit gaan over het algemeen gepaard met negatieve gevoelens, zoals onmacht, boosheid en frustratie. Soms werden spanningen als erg heftig ervaren. De gevolgen voor het leren en functioneren van de beginnende leraren waren dan groot.
Een voorbeeld: Marja, een laatstejaars student, voelde zich gedwongen om haar manier van lesgeven aan te passen aan die van haar mentor. Dat druiste in tegen haar gevoel, maar wat moest ze doen? Ze wilde een conflict vermijden en was afhankelijk van haar mentor voor haar beoordeling. Tegelijkertijd vond ze dat ze aan haar eigen ideeën trouw moest blijven en moest doen wat volgens haar het beste was voor de leerlingen. Uiteindelijk kon ze de persoonlijke en professionele kant van het leraarschap niet met elkaar in overeenstemming brengen: ze besloot op zoek te gaan naar een andere stageschool.
De meeste beginners gaven aan dat ze de spanning die ze ervoeren niet alleen wilden of konden dragen. Ze zijn gaan praten met vrienden, familie, studiegenoten, opleiders of de mentor in de school. Een andere groep leraren gaf aan in hun eentje naar een oplossing te hebben gezocht.
Beginnende leraren hebben het moeilijk de leraar in zichzelf te vinden. Zij zouden baat kunnen hebben bij ondersteuning in het omgaan met spanningen die daar nu eenmaal bij horen. Lerarenopleiders en mentoren kunnen (mogelijke) spanningen in de professionele identiteit van beginnende leraren bijvoorbeeld bespreekbaar maken. Ook kunnen zij hen helpen betekenis te geven aan hun negatieve gevoelens. Het zijn immers ervaringen om van te leren.
Meer informatie: [email protected]
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven