Hoe reageer je op discriminerende opmerkingen van leerlingen? Hoe ver ga je in het tonen van je eigen politieke voorkeur? En reken je leerlingen af op hun mening of gedrag? Vragen die elke leraar in de praktijk van alledag tegen komt. Maar hoe ga je daarmee om? Wiel Veugelers en Jaap Schuitema (UvA) hebben dat op verzoek van het Contactcentrum Bevordering Openbaar Onderwijs (CBOO) onderzocht via een internetenquête onder leraren.
De onderzoekers wijzen op een paradox: hoewel waarden in het onderwijs erg belangrijk zijn, vinden leraren het lastig leerlingen erop te beoordelen. Het gros zegt dit wel te doen, maar tegelijkertijd zeggen ze dat waarden eigenlijk geen rol zouden moeten spelen in de beoordeling van leerlingen.
Van de vier voorgeschotelde pedagogische en burgerschapsdoelen vonden leraren autonomie en sociale betrokkenheid het belangrijkst, aanpassing iets minder en politieke waarden nauwelijks van belang. In het leren lijkt autonomie (individuele ontwikkeling) voorop te staan, het beoordelen op het sociale speelt vooral een rol in het scheppen van een prettig klimaat in de klas en op school.
De respondenten vinden dat de school moet uitdragen dat verschillende waarden acceptabel zijn. Wat de meesten betreft hoeft er binnen de school of sectie geen overeenstemming te zijn over welke waarden belangrijk zijn. De onderzoekers zeggen daarover: ‘Vanuit het perspectief van ruimte bieden aan leerlingen voor een eigen waardeontwikkeling en vanuit gedachten over pluriformiteit in waarden, is de terughoudend van docenten bij het beoordelen van waarden positief, maar het lijkt dan net of de school en de docenten zelf niet voor bepaalde waarden staan.’
Wiel Veugelers & Jaap Schuitema, Docenten en het beoordelen van waarden. Universiteit van Amsterdam, 2013. Te downloaden op www.kortlopendonderzoek.nl
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven