Gevraagd naar hun vertrekredenen, noemen veel leraren meerdere motieven. Uit de grote diversiteit aan vertrekredenen kunnen we een top drie distilleren.
Bijna de helft van de vertrekkers noemt hoge werkdruk als reden. Dat gaat zowel om werkdruk onder reguliere werktijd (in de klas altijd ‘aan moeten staan’) als om moeten overwerken. Ongeveer 40% noemt een gebrek aan professionele uitdaging als motief. Deze leraren zijn uitgekeken op het beroep en zien te weinig ruimte voor ontwikkeling, innovatie en verdieping. Dit speelt zowel bij oudere als bij jongere leraren, die zich soms al snel in hun loopbaan kunnen afvragen of ze tot hun pensioen leraar willen blijven. De derde reden betreft leraren die ondersteuning, waardering en begrip van hun leiding en bestuur missen. Deze vertrekkers klagen over incompetent leiderschap en vinden dat de schoolleiding vooral bezig is met randzaken en niet met de problemen en behoeften van leraren.
Er zijn ook leraren die meerdere van deze topmotieven noemen, zoals hoge werkdruk én gebrek aan persoonlijke uitdaging, ook wel samengevat als ‘een burn-out met een bore-out’. De combinatie met andere motieven, zoals weinig impact hebben op leerlingen, zorgt voor heftige ervaringen.
Bij de vertrekredenen zien we geen grote verschillen naar sector of ervaringsjaren. Samengevat ontbreekt het startende leraren vaker aan goede begeleiding, redelijk ervaren leraren wat vaker aan een helder promotiebeleid en zeer ervaren leraren wat vaker aan zeggenschap over het onderwijs.
Veel leraren blijken loyaal aan hun beroep. De meeste bevraagden bleven dan ook – op een andere plek – in de onderwijssector werkzaam. En van degenen die het onderwijs verlieten, kijkt 60% positief terug op de onderwijstijd. Ook sluit de meerderheid een terugkeer als leraar niet uit.
Wat hebben ze daarvoor nodig? Vooral werkdrukverlaging zou de terugkeer bevorderen. Ook de mogelijkheid van een beter salaris en een hybride aanstelling, om lesgeven te kunnen combineren met andere taken, wordt vaak genoemd. Maar liefst 80% was niet vertrokken, als op hun oude werkplek bepaalde zaken anders waren geweest. Als een weinig ondersteunende schoolleiding bijvoorbeeld de vertrekreden was, had een andere schoolleiding de leraar dus kunnen behouden.
Sommige motieven leiden vaker dan andere ertoe dat leraren het beroep helemaal verlaten. Dit komt het vaakst voor bij frustraties over de eigen impact als leraar, gebrek aan flexibiliteit, hoge werkdruk, en gebrek aan persoonlijke ontwikkeling en uitdaging. Daarentegen leidt onvrede over de schoolleiding meestal niet tot vertrek uit het onderwijs, maar tot overstap naar een andere school. Die vertrekreden is dus sterk verbonden aan de specifieke situatie op een school.
Veel bevraagden roepen op om de werkdruk te verlagen en om leraren beter te faciliteren zodat die zich op hun kerntaak (het lesgeven) kunnen richten. Ook zou het volgens hen helpen om leraren meer loopbaanperspectief en andere uitdagingen te bieden, zonder dat daar een functie bij hoort waarin ze helemaal geen les meer geven.
Met name schooldirecties en besturen zijn dus aan zet. Veel vertrokken leraren hebben niet het idee dat zij op de eerste plek kwamen. De belangrijkste aanbeveling die uit dit onderzoek komt, is om dat te verbeteren, door hen nauw bij de onderwijsvisie te betrekken, uitdaging te bieden, hen te laten merken dat zij centraal staan binnen de organisatie, en de werkdruk te verlagen.
Lees het volledige rapport.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven