Singapore doet het goed in de internationale ranglijstjes. Wat is jullie geheim?
Bedankt voor het compliment! Eigenlijk hebben we ook geen geheimen: we proberen goede leraren te werven, we benadrukken het leraarschap als een respectabel beroep en onderwijs als een positief verhaal. Elders lijkt het narratief over onderwijs soms erg negatief: leraren raken dan gedemoraliseerd en het wordt moeilijk om goede mensen te werven. In plaats van te focussen op de negatieve zaken, proberen wij juist de successen van scholen en leraren te vieren.
Veel Nederlandse leraren vinden hun vak fantastisch, toch zijn de media weinig positief? Hoe zorgen jullie voor een goede pers?
Ten eerste het salaris: je wordt niet rijk als leraar, maar het is een comfortabel salaris. Verder heerst in de Aziatische cultuur misschien meer respect voor leraren dan elders, maar we laten dat ook niet aan het toeval over. De missiestatement van ons ministerie van onderwijs is bijvoorbeeld ‘to mould the future of a nation’ (leraren vormen de toekomst van de natie). De overheid zendt voortdurend signalen uit dat leraren nation builders zijn; het zijn frasen die je op stadsbussen ziet en op gebouwen, zinnen die het leraarschap vieren. We doen er kortom veel aan om het vak ook gerespecteerd te houden.
Hoe bewaken jullie de kwaliteit van de instroom in het beroep?
We recruteren eerst sollicitanten uit de top 30% van de eindexamenklassen, en selecteren daaruit vervolgens alleen diegenen die echt van jonge mensen houden, graag met hen willen werken en die kennis willen overdragen. Het is onder jongeren een eervolle, felbegeerde positie want leraren in opleiding komen in dienst van het ministerie en worden opgeleid aan het Nationaal Instituut voor Onderwijs. Het ministerie stuurt ze daarna naar een passende post. Het is dus niet zo dat jongeren naar de lerarenopleiding gaan en daarna zelf maar een baan moeten zoeken. Wij plannen alles heel zorgvuldig.
Alle leraren zijn zeker ook academisch opgeleid?
Nee, niet iedereen, al is dat sinds een paar jaar wel een streven van de overheid. Maar een academische graad zegt niet alles. Wij vinden het belangrijk dat iemand sterk is in zijn vak, gepassioneerd, en leert wat het vergt om moeilijke zaken op een makkelijke manier uit te leggen. Ook niet iedere universitair opgeleide kan dat, het vergt veel training in de praktijk?.
Alle touwtjes in handen van het ministerie; leidt dat niet tot eenheidsworst?
We kijken niet naar de politieke oriëntatie, ras, taal of religie van sollicitanten. Voor ons tellen bovenstaande criteria en dat iemand het gezamenlijke doel (common purpose) onderschrijft, dat we met z’n allen de toekomst van de natie vormgeven. En als we echt van kinderen houden, kunnen jij en ik samenwerken - hoe verschillend we ook zijn. Al moet ik toegeven dat diversiteit wel een thema is waar we de laatste jaren ook gerichter aandacht aan besteden.
Kunt u de common purpose nader omschrijven? En hoe verhoudt die zich tot de autonomie van de leraar?
Als je met leraren in Singapore praat over ons gezamenlijk doel, dan snapt iedereen dat. Dat komt omdat onderwijs contextgebonden is, het weerspiegelt de cultuur en maatschappij van een land. Singapore is een jonge natie, gesticht in 1965, zonder natuurlijke hulpbronnen. We willen vooruit en kennis is daarbij belangrijk. Daarnaast weegt harmonie zwaar in onze samenleving. Dat moet ook wel, we zitten met vijf miljoen mensen op een rots in zee van 50 bij 40 kilometer. We werken en leven noodgedwongen dicht op elkaar. Wederzijds respect is dan essentieel en dan bedoel ik geen tolerantie, maar echt: “ik probeer jou te begrijpen en ik zal mijn best doen dat jij mij begrijpt”.
Maar wat betekent dat voor onderwijs, kunt u dat voor Nederlandse lezers concretiseren?
Zeker. Op strategisch niveau zitten we allemaal op één lijn: we willen zo veel mogelijk uit alle kinderen halen om zo onze natie vooruit te helpen. Maar hoe we dat doen, beslissen leraren zelf. Ik noem het gecentraliseerde decentralisatie. Nog concreter: als samenleving vinden we bijvoorbeeld character education belangrijk, of eigenlijk character/citizenship-education, zeg maar burgerschapsvorming. Dus we beslissen op centraal niveau dat alle scholen het moeten aanbieden, maar hoe een school dat invult, kan verschillen, want jouw leerlingen, ouders en leraren zijn nu eenmaal anders dan de mijne vijf kilometer verderop en jij weet het beste hoe je resultaten kunt bereiken met ze.
Zo veel mogelijk uit kinderen halen doet me denken aan clichés over Aziatisch drill-onderwijs, klopt dat?
Dat verandert langzamerhand. We hebben een nationaal curriculum dat erg op cognitieve prestaties is gericht. Kinderen volgen in Singapore zes jaar basis-, vier jaar middelbaar onderwijs en twee jaar junior college (vergelijkbaar met vwo of beroepsgericht vervolgonderwijs, red.). Op de overgangen worden ze getoetst. Ook veel ouders en leerlingen vinden hoge cijfers halen belangrijk. Sommige volwassenen leven hun dromen nu eenmaal via hun kinderen en dat verhoogt de druk. Tot voor kort lag de nadruk daarbij dus vooral op taal, rekenen en science, op examens en meetbare resultaten; andere vaardigheden werden verwaarloosd. Nu zoeken we meer de balans, onderwijs moet holistisch zijn: kinderen hebben recht op een jeugd, dus laat ze spelen, niet alleen leren. Je kunt bovendien niet alles meten met toetsen en examens. We proberen vanuit het departement nu het aantal toetsmomenten te reduceren en meer te focussen op formative assessment en 21st century skills. Wat we daarmee bedoelen? Ach, het zijn menselijke waarden die altijd al belangrijk waren, in de twintigste, de eenentwintigste en de tweeëntwintigste eeuw: samenwerken, sociaal zijn, respect tonen. Goede levensvaardigheden, wat voor label je er ook op plakt. Maar het is van belang ze juist nu te articuleren, zodat ze meer gewicht krijgen in het onderwijs.
Singapore probeert meer educational pathways (leerwegen)
te bouwen in plaats van de superhighways (leersnelwegen)
uit het verleden. Het systeem wordt meer messy
maar biedt iedereen meer kansen en flexibiliteit
In Nederland wordt er momenteel voor gepleit kinderen langer bij elkaar te houden voordat ze doorstromen naar een nieuwe onderwijssoort. Wat vindt u daarvan?
Ik denk niet dat het een kwestie is van leeftijd. De vraag is: als je een afslag op de snelweg hebt genomen, kun je dan ook nog ergens anders naar toe? Als de wegen zo gebouwd zijn dat ze elkaar niet meer tegenkomen, dan bepaalt die keuze het leven van dat kind, of het nu elf, twaalf of dertien jaar oud is. Singapore probeert meer educational pathways (leerwegen) te bouwen in plaats van de superhighways (leersnelwegen) uit het verleden. Het systeem wordt wat meer messy (complex, red.) en misschien als geheel zijn de routes straks wat minder snel, maar ze bieden iedereen meer kansen en laatbloeiers meer flexibiliteit.
Betekent dat ook meer ruimte voor differentiëren en personaliseren?
Ja, kinderen zijn nu eenmaal niet overal goed in, dus we gaan voor een systeem van subject based learning: als een kind sneller door de stof kan, omdat het ergens goed in is, moet dat kunnen. Is het ergens anders niet zo sterk in, mag het wat langzamer, in plaats van zoals vanouds met de eigen leeftijdsgroep overal even hard doorheen te gaan. Het betekent dat we onderwijs anders moeten gaan organiseren, het is gecompliceerd, maar het is beter voor de kinderen en de samenleving als geheel. Zoals ik u al zei: ook wij kennen nog de nodige uitdagingen. We zijn er nog lang niet.
Voor het blok
Leraar zijn is een teamsport Jazeker, wij geloven sterk in een gezamenlijke inspanning: twee is beter dan een, drie is beter dan twee. Als ik jarenlang op een bepaalde manier lesgeef, loop ik vast; soms is er echt een collega nodig om me feedback te geven. Ik heb iemand nodig die vriendelijk en voorzichtig, maar eerlijk tegen me zegt hoe het gaat en wat er misschien beter kan. Omdat we allemaal dezelfde doelen nastreven in Singapore, kunnen leraren ook veel van elkaars aanpak leren, van de onderlinge verschillen. We organiseren daartoe professionele leergemeenschappen en scholennetwerken waarin leraren samenkomen en zaken bediscussiëren.
Is goed onderwijs een kwestie van geld? Ja, deels wel. Onderwijs is investeren, het is geen kostenpost waar je op kunt bezuinigen. Juist nu bijvoorbeeld in covid-tijden moet je er als overheid voor zorgen dat kinderen voldoende toegang hebben tot onderwijs, dat mag je ze nooit ontzeggen. Wij besteden het OESO-gemiddelde (4%) van ons nationaal product aan onderwijs. De sleutel tot een goed rendement is dat we goede schoolleiders en leraren hebben zodat we elke dollar investering ruimschoots terugverdienen.
|
Motivatie
Andy Hargreaves toont in zijn nieuwste boek aan hoe belangrijk betrokkenheid van leerlingen is en hoe je die kunt vergroten. Belangrijk want we weten allemaal: ook als leraren hun best doen, zijn leerlingen soms toch ongemotiveerd.
Andy Hargreaves, Dennis Shirley: Five Paths of Student Engagement, Blazing the Trail to Learning and Success. Uitg Solution Tree, Bloomington, VS, 2021.
Spelen
Het Aziatische onderwijs is bekend om haar discipline. Pasi Sahlberg herinnert ons er aan hoe belangrijk het is dat kinderen kunnen spelen, en van hun jeugd kunnen genieten in plaats van alleen te leren. Als ze spelen, betekent dat niet dat ze hun ontwikkeling verwaarlozen. Juist niet.
Pasi Sahlberg, William Doyle: Let the Children Play, How More Play Will Save Our Schools and Help Children Thrive. Uitg Oxford University Press Inc, Oxford, 2019.
Pak Tee NG is pedagoog en decaan van het National Institute of Education (NIE), Nanyang Technological University in Singapore. Hij houdt zich voornamelijk bezig met onderwijsverandering, beleid en leiderschap. Hij is momenteel lid van de internationale raad van onderwijsadviseurs van Schotland. Hij schreef Learning from Singapore: The Power of Paradoxes.
Meer Didactief-artikelen lezen? Trakteer jezelf op een online abonnement voor slechts €24,50: maar liefst tien edities per jaar en toegang tot ons archief vanaf 2003.https://didactiefonline.nl/aanbieding
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven