Om zelfstandig te kunnen leren is het belangrijk dat leerlingen en studenten zelfregulerend lerend vermogen ontwikkelen. Ofwel: het vermogen om het eigen leren in goede banen te leiden, te beoordelen en zonodig bij te sturen. Leerstrategieën aanleren zou het zelfregulerend leren moeten verbeteren. Het trainen van verschillende leerstrategieën heeft een positief effect heeft op de uiteindelijke leerprestaties. Bij begrijpend lezen geldt dat minder dan bij schrijven of rekenen, maar desondanks is ook bij begrijpend lezen instructie in strategie wel degelijk gunstig. De leerprestaties van alle leerlingen, de goede zowel als de minder goede, verbeteren. Dat geldt in meer en mindere mate voor alle veertien leerstrategieën die we onder de loep namen. Als top-3 kwamen algemene metacognitieve kennis, planning en taakwaardering uit de bus.
Algemene metacognitieve kennis is kennis over hoe je het beste kunt leren. Het houdt onder meer in dat een leerling weet welke leerstrategieën hij tot zijn beschikking heeft om een taak uit te voeren en wanneer het verstandig is om deze in te zetten. Deze leerstrategie helpt de leerling dus kiezen wat de juiste aanpak is voor een probleem of taak. Metacognitieve kennis kun je leerlingen bijbrengen via directe instructie. Leg bijvoorbeeld uit wat een strategie is en hoe en wanneer je deze toepast. In veel methoden gebeurt dat nog te weinig expliciet. Wanneer leerlingen al een basis aan metacognitieve kennis hebben, helpen gerichte vragen hen verder: ‘Wat voor type probleem is dit?’ of ‘Op welke manieren zou je dit probleem kunnen oplossen?’ Doet u dit bij verschillende typen problemen, dan kan een leerling strategieën vergelijken en meer inzicht krijgen in wanneer bepaalde leeractiviteiten wel of niet nodig zijn.
De leerling plant zijn werk in (deel)taken en tijd en stelt prioriteiten. Hoe kleiner en eenvoudiger een taak, hoe makkelijker plannen is. Lastiger wordt het naarmate taken groter en complexer zijn en de leerling meer afhankelijk is van de hulp of inzet van anderen. Om een nieuwe, complexe taak gedegen uit te voeren, werkt het vaak goed om deze uiteen te rafelen in behapbare onderdelen en een stappenplan te maken. Help uw leerling door duidelijke, concrete doelen te stellen, zoals: ‘Ik geef volgende week vrijdag zonder te stotteren een spreekbeurt van tien minuten over geothermische energie.’ Bij vage doelen weet de leerling niet precies wat hij moet doen, laat staan dat hij een stappenplan kan maken. Zeker in een curriculum met meer doelen is het belangrijk dat leerlingen ook prioriteiten leren stellen, zodat ze weten welke taak eerst moet en welke later kan.
Een leerling is (of raakt) ervan overtuigd dat de taak die hij doet van belang is. Hij ziet er het nut van in. En dat motiveert hem tot actie en doorzettingsvermogen. Dat bewerkstelligen bij leerlingen is vrij moeilijk. Vooral bij leertaken waarin leerlingen niet goed zijn, zijn zij geneigd hun taakwaardering omlaag te schroeven, waardoor ze nog minder leren. Als leraar kunt u de meerwaarde proberen aan te tonen door taken te plaatsen in authentieke situaties en dus te laten zien hoe deze taak of vaardigheid buiten school wordt gebruikt. Een voorbeeld van meer taakwaarde creëren gebeurt in de methode Nieuwsbegrip, waarbij recent nieuws gebruikt wordt in de teksten, waardoor strategieën om die tekst te begrijpen ook relevanter worden.
Danny Kostons en Anouk Donker zijn werkzaam aan het GION, Rijksuniversiteit Groningen.
Dit artikel verscheen in Didactief, september 2013.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven