Cora Posthumus en Floor de Bruin hebben net hun broodje op in De Molière. Hun stek, aan de Molièrestraat in Almere, is een van de vier locaties van Taalcentrum Almere, een school voor nieuwkomers met in totaal zo’n 500 leerlingen tussen de 4 en 12 jaar oud. Veel kinderen van expats, arbeidsmigranten, een paar statushouders en krap 10% asielzoekers. Wat de laatsten kenmerkt is een meer onderbroken schoolcarrière door oorlog en geweld. Allen leren Nederlands als tweede taal. Dat geldt natuurlijk ook voor de Oekraïners die officieel niet onder de asielzoekers vallen. ‘In het begin zaten zij ook op een aparte locatie,’ vertelt Posthumus, ‘maar sinds de zomervakantie zijn ze verdeeld over alle locaties van het Taalcentrum’.
‘Bij ons’ is soms in de klas van Posthumus of De Bruin, vaak ook niet, want de dames doen zelf inmiddels vooral de coördinatie; ze staan ieder op dit moment maar een dag in de week op de groep. Met name Posthumus – leraar van het jaar 2023 – zit al 25 jaar in de NT2 en is daarom de aangewezen persoon om nieuwe collega’s in te werken in de taalaanpak die het Taalcentrum hanteert. Met De Bruin en de andere bouwcoördinator begeleidt ze nieuw personeel en zorgt ze ervoor dat het onderwijs op alle locaties ongeveer gelijk verloopt. Ook ontwikkelt ze nieuwe lesmaterialen en zorgt ze ervoor dat de nieuwe methodes goed gebruikt en geborgd worden.
Ze is NT2 ingerold, zegt Posthumus zelf. Na de Pedagogische Academie was er voor haar nauwelijks werk (‘100 sollicitanten op 1 baan was 25 jaar geleden normaal’), en werd ze psychiatrisch verpleger. Maar ze bleef dromen van het onderwijs. Via via belandde ze in de basiseducatie aan analfabeten en daarna als juf voor asielzoekerskinderen op Vlieland. ‘Alles viel samen,’ zegt ze en sindsdien wil ze niet anders meer. Via Harlingen en andere scholen belandde ze als Friese in de polder.
De Bruin werkte zeven jaar in het regulier onderwijs en woonde en werkte daarna vier jaar in Afrika. Ze is erg blij met de gedrevenheid en ervaring die haar collega inbrengt. ‘We werken hier bijvoorbeeld heel gestructureerd aan een rijke taalomgeving. Woordenschat is prioriteit, daar beginnen we elke dag mee in de hele school, 45 minuten lang (in de onderbouw 30 minuten). We groeperen kinderen op niveau, groepsdoorbroken in de midden- en bovenbouw. En we werken met het ADIM-model, activerende didactische instructie met pictogrammen. Eerst leggen we een woord uit, de kinderen doen er iets mee, en daarna zeggen de kinderen ons na, ondersteund met gebaren. Voor iedere woordsoort hebben we bijvoorbeeld een specifiek gebaar. Voor het lidwoord “de” de duim omhoog, voor “het” de duim bewegend omhoog, voor een zelfstandig naamwoord de wijsvinger wijzend in de leesrichting.’
Het effect van moedertaal
|
Posthumus: ‘Meestal lukt het om kleuters in een jaar klaar te stomen voor regulier onderwijs en oudere leerlingen op het niveau te brengen van leeftijdgenoten. De uitdaging is kinderen echt verder te brengen. En dat zo vroeg mogelijk, de basis is belangrijk.’ Om dat voor elkaar te krijgen, zouden ze graag zien dat NT2 meer aandacht krijgt op de lerarenopleidingen. ‘Onze directeur maakt zich er gelukkig hard voor dat studenten die hier stage lopen allemaal ervaring met NT2-onderwijs opdoen,’ vertelt Posthumus.
Ze lijken de mooiste baan van de wereld te hebben, Posthumus en De Bruin. Worden ze nooit moe leerlingen uit te leggen hoe je ‘kat’ spelt en ‘lopen’ vervoegt? Absoluut niet, lachen ze. Posthumus: ‘Al die culturen en talen, al die verschillende gewoontes maken ons een completer mens. Dit is prachtig werk!’
Op de foto staan van links naar rechts: Nicolette, Linda, Cora, Chantal, Cyrilla, Floor en Yolanda. Teamlid Willemijn is afwezig.
Ook met je team op de foto?
Mail naar [email protected].
Deze aflevering van Team in Beeld verscheen in Didactief, december 2023.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven