Onderzoek

Subsidie basisvaardigheden lijkt scholen te helpen

Tekst IJsbrand Jepma e.a.
Gepubliceerd op 05-09-2024 Gewijzigd op 29-08-2024
De basisvaardigheden vormen al langer een zorg voor iedereen in het onderwijs. Dus kwam OCW met een subsidieregeling. De eerste fase daarvan is nu onderzocht. Scholen investeren vooral in personeel.

OCW is in 2022 de subsidieregeling Verbetering basisvaardigheden gestart. Aanleiding waren zorgen over de achteruitgang van de basisvaardigheden in taal, rekenen/wiskunde, burgerschapsvorming en digitale geletterdheid. Werkt deze pot geld? Dat onderzoeken Sardes en SEO Economisch Onderzoek in opdracht van OCW tussen 2023 en 2026. Wat zijn de effecten op scholen en hun leerlingen en hoe voeren scholen de regeling uit?  

 

Onzekerheid

Bijna iedereen vindt verbetering van de basisvaardigheden van leerlingen essentieel. De subsidieregeling stimuleert scholen daarin. In de eerste tranche (schooljaar 2022/2023 en 2023/2024 tot eind juli 2024) was het totale budget ruim €222 miljoen. Het ging voor het po per leerling om € 961 basissubsidie en € 366 aanvullende subsidie. Voor het vo was dat € 1202 basissubsidie en € 430 aanvullende subsidie per leerling. Vooral grote scholen ontvingen hierdoor betrekkelijk veel geld dat ze binnen twee jaar moesten uitgeven.

Scholen hadden het grote bedrag liever over meer jaren willen verspreiden. Het maakt ze onzeker: hoe besteed je dat effectief? Ook de verantwoording maakt ze onzeker. Een onderwijscoördinator van een school in het voortgezet onderwijs kon niet geloven dat er zo weinig verantwoord hoefde te worden, bij zulke grote bedragen. Voor de tweede subsidieronde stelt OCW overigens hogere eisen aan de verantwoording.

De belangstelling voor de subsidie was groot, maar de kans op toekenning was betrekkelijk klein: 59% van de po-scholen vroeg subsidie aan, 13% werd op basis van loting toegekend. In het vo was dat respectievelijk 64% en 12%. Alle veertien aanvragen van scholen op de zogenoemde BES-eilanden zijn met voorrang toegekend.

Subsidie in vlees en bloed

De subsidieregeling bestaat uit drie fases en is bedoeld voor scholen in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs, ook op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. In de eerste fase ging het om basis- en aanvullende subsidie, ondersteuning door een onderwijscoördinator vanuit OCW, en een basisteam dat scholen zelf samenstellen om verbeterplannen te maken en uit te voeren. In die eerste tranche ontvingen 462 po- en 92 vo-scholen de basissubsidie, 54 po- en 37 vo-scholen kregen ook de aanvullende subsidie.

 

Activiteitenplannen

Wat deden scholen met dat geld? Aan welke basisvaardigheden werkten ze en hoe?

Uit de activiteitenplannen van 615 scholen blijkt dat ze gemiddeld in twee tot drie basisvaardigheden investeren, waarbij het vo een breder spectrum bestrijkt dan het po. De focus ligt overwegend op de basisvaardigheden taal (90%) en rekenen/wiskunde (83%), met name in het vo. Burgerschap en digitale geletterdheid worden minder vaak genoemd, zeker in het primair onderwijs. Basisscholen met hogere achterstandsscores lijken ook vaker te kiezen voor taalonderwijs en minder voor digitale geletterdheid.

Gemiddeld zijn er vijf soorten interventies per school. Denk aan de toepassing van nieuwe didactische modellen en onderwijskundige principes, meer en intensiever onderwijs, de aanschaf van nieuwe lesmethoden en materialen, en de bewuste inzet van bewezen effectieve aanpakken (evidence-informed), zoals coachen en trainen van leraren. Ook maakten scholen leraren vrij om activiteiten uit de plannen in te voeren. Basisscholen zetten op minder basisvaardigheden in, naarmate bij meer leerlingen het benodigde taalniveau ontbrak. Dan gaven zij dat voorrang.

De meeste scholen (93%) streven kwalitatieve doelen na in de activiteitenplannen. Slechts enkele formuleren kwantitatieve, zoals ‘30% van de leerlingen stopt met structurele misdragingen’ bij de basisvaardigheid burgerschapsvorming. Een minderheid heeft een mix van kwalitatieve en kwantitatieve doelen.

 

Kostenposten

Belangrijke kostenposten zijn deskundigheidsbevordering van het schoolteam, aanschaf van lesmateriaal en extra inzet van personeel. Dat blijkt uit een enquête onder 500 deelnemende scholen uit tranche 1 (397 po- en 103 vo-scholen) aan het begin van schooljaar 2023-2024, dus halverwege de looptijd van de subsidie. Veel scholen hebben in het laatste subsidiejaar nog veel subsidie te besteden. Het vo blijft daarbij achter op het po.

15% van de scholen heeft gaandeweg wijzigingen aangebracht in de uitvoering van de activiteitenplannen. Po-scholen slagen er beter in hun plannen uit te voeren dan vo-scholen. Mogelijk komt dat doordat po-scholen meer subsidiemiddelen hebben uitgegeven dan vo-scholen. Schoolleiders in het po zijn ook vaker tevreden over de uitvoering van hun interventies dan schoolleiders in het vo (respectievelijk 76% en 53%).

 

Verwarring

Uit tien casestudies blijkt dat er enige verwarring is over de inrichting van de basisteams. We spraken met verschillende professionals op zes po- en vier vo-scholen en met de onderwijscoördinatoren van vrijwel alle scholen, die vanuit OCW aan de scholen zijn verbonden. De adjunct-directeur van een vo-school vertelde bijvoorbeeld dat op de website van OCW een basisteam werd vermeld, waardoor de school dacht dat een basisteam van het ministerie de begeleiding zou verzorgen. ‘Het bleek al snel dat we meer een aanspreekpunt kregen. We hebben geen ondersteuning ervaren.’

Een schoolleider in het primair onderwijs benadrukte het prettig te vinden dát er een basisteam beschikbaar was. Scholen binnen zijn schoolbestuur die geen aanvullende subsidie hebben en dus ook geen basisteam, vinden het een stuk lastiger om het activiteitenplan uit te voeren.

Sommige scholen blijken bij de uitvoering van de plannen meer externe hulp nodig te hebben dan andere. De scholen waarderen de onderwijscoördinatoren als ‘kritische vrienden’, die constructief meedenken en bijdragen aan de activiteitenplanning en uitvoering. Uit de casestudies wordt verder duidelijk dat verbeterplannen uitvoeren en draagvlak creëren binnen schoolteams tijd vergt.

 

Casestudies

Een positief effect van de subsidie is dat binnen schoolteams het gevoel groeit dat ze de regie zelf in handen hebben. Ook de betrokkenheid bij het verbeteren van de basisvaardigheden neemt toe.

Voor concrete resultaten is het nog te vroeg. 30% van de po-scholen ervaren wel positieve effecten op taal en rekenen, twee keer zoveel als in het vo. Daar vindt men het nog te vroeg om de vorderingen bij leerlingen te beoordelen. Wel rapporteert ongeveer 15% van de schoolleiders positieve effecten op burgerschap en digitale geletterdheid. Maar ook een po-school geeft aan dat aantoonbare resultaten tijd vergen: ‘Twee jaar is te kort om prestatieverbetering zichtbaar te maken.’


IJsbrand Jepma, C. Waaijer, E. Helmich, E. van den Bergh & H. Prins. Implementatieonderzoek subsidieregeling ‘Verbetering basisvaardigheden’. Tranche 1, eerste meting. Sardes/SEO Economisch Onderzoek, 2023.
 

 

Meer lezen?

Jepma, IJ. Waaijer, C., Helmich, E., Bergh, E. van den, & Prins, H. (2023). Implementatieonderzoek subsidieregeling ‘Verbetering basisvaardigheden’. Tranche 1, eerste meting. Sardes/SEO Economisch Onderzoek.

Jepma, IJ., Helmich, E., & Waaier, C. (2024). Werken aan basisvaardigheden. Addendum bij implementatieonderzoek subsidieregeling ‘Verbetering basisvaardigheden’, tranche 1, eerste meting. Sardes.

Sardes en SEO Economisch Onderzoek (2023). Infographic. Inzicht in het gebruik van de subsidieregeling 'Verbetering basisvaardigheden'

 

Dit artikel verscheen in Didactief, september 2024.

Click here to revoke the Cookie consent