Er Was Eens 2022 Kind en OnderwijsEr Was Eens (erwaseens.nu) laat leerlingen in het po/vmbo en studenten van mbo/pabo kennismaken met (jeugd)literatuur. Leerlingen lezen met elkaar in de klas een boek dat aansluit op hun belevingswereld en een kinderboekenauteur komt een gastles geven. Zo doen zij inspiratie op om zelf een verhaal te schrijven. De eerste po-editie van Er Was Eens werd georganiseerd in samenwerking met Stichting Kind en Onderwijs Rotterdam en Villa Zebra, een kindermuseum in Rotterdam. Wil je volgend jaar ook meedoen met je klas? Deelname aan Er was eens kost € 17,50 (incl. btw) per leerling. Hiervoor krijg je een leesboek voor elke leerling, digitaal lesmateriaal, een gastles van een schrijver op locatie en een bundel met de verhalen van de klassenwinnaars. |
Silas de Goede
[Ja dit verhaal gaat serieus over een koe die wil hardlopen.]
Ergens in Nederland staan een koe en een schaap in de wei te grazen. Ze staan daar altijd. Om ervoor te zorgen dat het schaap zich niet verveelt, heeft hij een hobby. Dansen. De koe die zoals altijd staat te herkauwen heeft één hobby: smakken. Het schaap wordt er gek van. Dat oneindige smik smak smek is niet echt goede muziek om op te dansen. De wei is te klein en het gesmak te hard voor een plek waar je het niet hoort.
Op een dag zegt het schaap: ‘Zoek een echte hobby, ik word gek van dat gesmak.’
De koe gaat zoeken naar een echte hobby, zoals het schaap hem verteld had, maar in de wei was niet echt iets te doen.
Een paar dagen later zag de koe een paard voorbijrennen. Toen wist hij het. Hij wou hardlopen.
Het schaap zag de koe elke dag weer proberen rondjes te rennen in de wei. Of het lukte wist het schaap niet zeker. Het zag er namelijk nogal onhandig uit. Hij struikelde bijna elke minuut twee keer. Als dat niet gebeurde, stopte hij na een rondje omdat hij uitgeput was. Dan stond hij maar te hijgen en te hijgen. Je zou bijna zeggen dat hij neer zou vallen en een week zou slapen.
Een paar dagen later dacht de koe: in deze wei kan ik niet hardlopen. Ik moet de wei uit, net als het paard.
Er was één deur naar buiten, maar die hield hun baas altijd dicht. Als hij naar buiten wilde, moest hij over het hek heen springen.
Diezelfde dag probeerde de koe over het hek te springen. En het schaap keek toe hoe hij poging na poging faalde. Maar de koe gaf niet op, hij bleef maar proberen.
Na een paar dagen van springen en vallen keek het schaap met open mond toe hoe de koe over het hek heen sprong. Hij bleef met zijn achterpoten achter het hek hangen en viel aan de andere kant van het hek op de grond. Hij krabbelde overeind en schreeuwde: ‘Ik ben vrij!’
De koe huppelde vrolijk rond in de velden bij de kleine wei waar hij al te lang was. Het schaap riep naar hem dat hij het hek moest openmaken, zodat hij er ook uit kon. Na een paar uur was het hek open. Het duurt namelijk behoorlijk lang om met hoeven een hek open te maken. Het schaap schreeuwde: ‘Ik ben vrij!’ Waarop de koe antwoordde: ‘Naschaper.’ Waarop het schaap weer antwoordde: ‘Nee, jij bent een voorloeier!’
In het begin vonden ze het leuk om vrij te zijn, maar na een paar dagen werd het hardlopen met het paard en het dansen zonder gesmak een beetje saai. Ze wilden op avontuur in de wildernis. En dat kregen ze toen hun baas kwam kijken of ze zoals altijd stonden te grazen in de wei. Hij had waarschijnlijk verwacht dat ze er nog stonden, want toen hij zag dat ze er niet stonden, werd hij helemaal gek. Hij schreeuwde: ‘Wie heeft mijn dieren gestolen?’
Het schaap en de koe zagen de baas stampen en schreeuwen. Ze werden een beetje bang. Ze waren bang dat ze weer in de wei zouden moeten staan. Schaap was bang dat hij weer met dat gesmak zou worden opgescheept. Natuurlijk zetten ze het op een lopen. Toen ze dachten dat ze ver genoeg waren, stond de hele buurt rond de wei op zijn kop. De baas had iedereen opgetrommeld om te zoeken en keek in elke stal om te kijken of zijn dieren er waren. Maar zonder succes.
Ondertussen was de koe zo bang dat hij moest plassen. Dus toen hij even ging stilstaan bij een sloot om te plassen, viel hij er zo in!
‘Plons!’ hoorde het schaap. Koe kon niet meer uit de sloot komen, hij was zo moe van het harde rennen.
Na een tijdje kwam een meisje met haar moeder voorbijgelopen. Het meisje zei: ‘Kijk mama, er ligt een koe in de sloot.’
Haar moeder antwoordde: ‘Daar kunnen we niets voor doen, geen ouwe koeien uit de sloot halen.’
Een tijdje later kwam er een boer langs. Die haalde zijn tractor en trok de koe uit de sloot. Hij nam het schaap en de koe mee naar zijn boerderij. Daar stond de koe bij de koeien en het schaap bij de schapen. Ze hadden daar een goed leven. De koe kon lekker smakken, samen met de andere koeien en het schaap kon dansen met de andere schapen.
Ze zeiden vaak tegen elkaar: ‘We zouden koelympische spelen moeten organiseren. De eerste en de laatste sport wordt smakken. Je hoort ze nog als ze in de stal staan. Het is oneindig.’
Het schaap dat met de koe in de wei stond moest nog het meest lachen van hen allemaal. Hij wist namelijk wie er zou winnen.
Ingezonden door Silas de Goede uit groep 7a van de Arentschool.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven