Bestemming Willem van Oranje College, Waalwijk
Reisleider Leny van der Ham, projectdirecteur International Business College (IBC)
Reisbeschrijving We rijden rechtsom het grote gebouw van het Willem van Oranje College heen en belanden in een nieuwbouwpolder waar Leny met haar E&M-team in een dependance haar eigenzinnige experimentele gang gaat met het concept 20/80-learning voor havo 4 en 5. Eenmaal thuis zult u denken: die Leny verdient die Onderwijs Oscar waarvoor ze genomineerd is.
Buiten wapperen twee strakke banieren. Binnen wordt de koffie in echte kopjes geschonken. Achter een onberispelijke businessbalie begroet een gastheer het in- en uitgaand verkeer. Voor de gasten is er een stijlvol zitje met mintgroene designmeubels. Geen mens die het waagt om daar een potje op te gaan chillen.
Nee, we zijn niet verdwaald. De SchoolReis van deze maand voert ons naar de bakermat van het concept 20/80-learning, midden in een nieuwbouwpolder aan de rand van Waalwijk. In deze dependance van het Willem van Oranje College werkt ondernemersdochter Leny van der Ham samen met haar team aan een experiment dat inmiddels op een prettige manier uit de hand aan het lopen is. Gisteren sprak ze nog op een groot congres, morgen vliegt ze naar Stockholm met haar vernieuwende onderwijsconcept.
Van der Ham (57), felrode laarsjes met dito leren jasje , zit in een flow, zegt ze zelf. ‘Ik werk al sinds 1975 in het voortgezet onderwijs maar nu vallen de puzzelstukjes mooi in elkaar. Noem mij een laatbloeier als onderwijsondernemer.’ Doorpakken, wil ze. Haar ideeën over onderwijs móeten de wijde wereld in. Daarom heeft ze veel lijntjes lopen: naar andere scholen in Nederland, naar Noorwegen, Denemarken, Roemenië en zelfs India.
Het moet op een mooie dinsdagochtend van het jaar 2002 zijn geweest dat Van der Ham, docente Nederlands, in plaats van rechtsaf naar haar werk, heel impulsief de weg naar links nam. Langs de wuivende maïsvelden reed ze, richting de opkomende zon, dwars door het Land van Altena, helemaal naar de afgedamde Maas. Toen ze uitgemijmerd was – ‘ik hou van de natuur, ik schrijf ook gedichten’ – reed ze weer rustig naar huis. Daar belde ze de school met de mededeling dat ze vandaag eventjes linksaf moest in plaats van rechts. Niemand heeft haar ooit gevraagd: ‘Wat bezielde jou die dinsdag?’
‘Ik was zo trots op mezelf ’, glimlacht ze. ‘Ik was niet van de aarde gevallen maar had, binnen de kaders, de vrijheid genomen om even wat anders te doen. Er kwam weer ruimte in mijn hoofd.’ Die enigszins vreemde dag is misschien wel de kiem geweest van het idee achter 20/80-learning: haal docenten en leerlingen één dag uit de sleur van de week en er komt weer ruimte om creatief te denken. Al jaren kampte het E&M-team met hetzelfde probleem: kinderen komen met een prachtige Cito-score op de middelbare school, doen het de eerste jaren best goed maar lopen daarna tegen een muur op. School is zzzaaai. 'Met name havo-jongens doen het slecht. Ze weten niet wat ze willen worden, ze weten niet waarvoor ze het doen.’
Dat sloeg ook over op het team. ‘In de rush van je lessen vergeet je het antwoord op die cruciale vraag: wat was hiervan ook alweer de bedoeling? In functioneringsgesprekken hoorde ik collega’s zeggen: “In september begin ik met frisse ideeën, maar in oktober, na de eerste rapportvergaderingen, voel ik me een gekooid dier en val ik terug op veilige patronen.” Dode- lijk’, zegt Leny.
Die spiraal moest doorbroken worden, vonden ze allemaal. Maar hoe? Het team kwam op een innovatief onderwijsconcept: IBC, International Business College. Iedere docent leverde 20 procent van de reguliere lestijd in om voor 4 en 5 havo een motiverend leertraject te maken rond ondernemerschap. Leerlingen zetten hun eigen bedrijfje op, lopen stages bij een bedrijf, gaan op excursie naar grote ondernemingen en krijgen workshops van ondernemers uit de praktijk. De laatste tien donderdagen van het jaar mogen IBC-leerlingen zich al ‘student’ noemen. Ze zitten dan in de collegebanken van de Avans Hogeschool in Den Bosch en ontvangen uiteindelijk naast hun havodiploma ook een IBC-certificaat dat officieel erkend wordt door het ministerie van Economische Zaken.
Leny zag haar kans schoon toen de nieuwbouw van haar Willem van Oranje College te klein bleek. Ze trok met haar team in een gebouw verderop in de wijk dat ze helemaal naar eigen smaak en sfeer kon verbouwen en inrichten. Het gebruikelijke conciërgekamertje werd een ruime businessbalie te midden van een lichte kantoortuin met computerschermen en vergadertafels. Conciërge Patrick is op donderdagen, net als de leerlingen en docenten, strak in het pak gestoken . De muren zijn maagdelijk wit en de kleuren van de inrichting moeten in balans zijn. Plantjes zijn oké, maar dan wel in auberginepaarse potjes.
‘Je kunt wel zeggen: in het onderwijs moet alles op zijn kop, maar dat is helemaal niet nodig’, zegt Van der Ham. ‘Eén dag in de week, anderhalf jaar lang blijkt genoeg te zijn om de motivatie er in te houden. ’Met meetbaar resultaat: in 2010 was het slagingspercentage van de gewone havisten 83 procent, van de IBC’ers slaagde 93 procent. Een jaar later slaagde zelfs 100 procent van de IBC’ers. ‘IBC is meer dan alleen “leuke dingen doen met de havo”, het is een doordacht concept.’
Wat in 2008 begon met een groepje van 35 leerlingen is uitgegroeid tot een volwassen onderwijsonderneming met honderden havisten in Nederland. ‘Toen we de INOP-prijs wonnen, heb ik gehuild, dat mag je gerust weten. Eindelijk kon ik hier in mijn eigen parochie de vlag uithangen, we vieren onze successen in het onderwijs veel te weinig.’ Het beeldje van een olifant die door een hoepeltje springt, staat daarom prominent in de docentenkamer . Wat zou het mooi zijn, droomt Leny hardop, als daar de Nationale Onderwijsprijs naast komt te staan.
Om met Reve te spreken: het is niet onopgemerkt gebleven en die aandacht heeft de ondernemer in haar wakker geschud.‘Mijn vader had een manufacturenzaak in Gorinchem’, zegt Van der Ham, ‘en het was ooit mijn droom om –later als ik groot ben - in elke provincie van het land een filiaal te kunnen openen.’ Maar de opvolging was voorbehouden aan haar broertje, de oudste zoon. Toch kruipt het bloed blijkbaar waar het niet gaan kan. Het concept van 20/80-learning is nu al verkocht aan 13 andere scholen in Nederland en internationaal groeit de belangstelling. ‘Mijn vader kan geen applaus meer geven’, zegt ze, ‘maar ik kan niet ontkennen dat ik dat van hem het liefst zou krijgen.’
De uitreiking van de Nationale Onderwijsprijs was op 20 maart 2013. Kijk voor de winnaar op http://www.didactiefonline.nl
Dit artikel verscheen in Didactief, april 2013.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven