Onderzoek

School op zee

Tekst Mirjam van Zuidam & Peter Zunneberg
Gepubliceerd op 19-11-2013 Gewijzigd op 17-02-2017
Beeld Mirjam van Zuidam
De Regina Maris, koningin van de zee, vertrok op 25 oktober voor een reis van zes maanden over de Atlantische Oceaan. Didactief voer het eerste stukje mee met de vraag: kun je een kind zomaar maandenlang de wijde wereld in sturen?

Een van de initiatiefnemers van School at Sea, die de reis organiseren, is Monique Touw. 'Ik heb zelf heel lang op dergelijke tall ships gevaren, ook met groepen jongeren, en ik zag telkens wat dat met hen deed. Het droeg in hoge mate bij aan hun zelfbewustzijn en aan hun gevoel voor verantwoordelijkheid. Je bent met een groep, je kunt geen kant op, dus je moet het samen zien te redden. Je hoeft niet allemaal vrienden te worden, maar als je niet samenwerkt, wordt de reis een mislukking.'

Met dat idee en gesterkt door ervaringen uit onder meer Zweden en Duitsland, waar vergelijkbare tall ships als opleidingsinstituten dienen, ging Touw met enkele anderen aan de slag om de ideeën uit te werken. De regel is wel: leerlingen mogen alleen mee als de school volledig akkoord is en ook medewerking verleent.

'Wij beseffen heel goed dat je leerlingen niet ongestraft een halfjaar van school kunt halen', zegt Touw. 'Daarom gaan de lessen aan boord gewoon door. Er is geregeld contact met de school en de leerlingen aan boord maken dezelfde toetsen als hun klasgenoten thuis.' Een uitdaging is het wel. 'Schoolpakketten bestaan tegenwoordig uit wel 27 vakken, die allemaal aan bod moeten komen tijdens de reis.' De docenten Katja Noten, Jaco Scheer, Wouter van Greevenbroek, Marjolein Haagsman en projectleidster Mieke Timmers zijn daarom bevoegd om elk in ieder geval twee verschillende vakken te geven.

Voor de reis kunnen alle leerlingen uit de vierde klas zich via de website aanmelden, mits zij een aanbeveling hebben van hun eigen school. Ze worden dan uitgenodigd voor een fondswerftraining en een selectieweekend, waaruit moet blijken dat ze uit het juiste hout gesneden zijn. De leerlingen die uiteindelijk meegaan met School at Sea komen vooral uit 4 vwo. 'We selecteren niet op opleidingsniveau maar op leeftijd', legt Touw uit. 'Het zijn vooral praktische overwegingen. In deze fase van hun ontwikkeling hebben jongeren veel profijt van een dergelijke reiservaring. Maar op het vmbo doen ze op deze leeftijd examen en kunnen ze dat halfjaar niet missen. Voor havo-leerlingen geldt dat ze in de vierde ook al een aantal vakken voor hun schoolexamen afronden. Op het vwo speelt dat nog niet. Dat wil niet zeggen dat we havo-leerlingen daarom afwijzen. Dit jaar gaan er enkele mee.'

Toch lijkt er wel degelijk sprake van een strenge selectie, dit jaar is de optie van een tweede boot overboord gegaan omdat er niet genoeg leerlingen zouden zijn. Uiteindelijk gaan er dit jaar 34 leerlingen mee. Gek is dit niet: vorig jaar zijn enkele leerlingen teruggekomen met een achterstand op school. Om te kunnen voortbestaan moet School at Sea wel veilig stellen dat zij met leerlingen te maken hebben die de zelfstandigheid aankunnen. Daarbij hangt er, ondanks de fondswerving en de vele sponsoren, natuurlijk ook een prijskaartje aan. Iedere leerling moet een eigen bijdrage betalen van €20.000 euro.

Het tijdstip van de reis is door School at Sea goed overwogen. Omdat de leerlingen voor een halfjaar uit een groep worden gehaald waarin ze nadien ook weer een plek moeten krijgen, is er bewust gekozen voor een reis tussen de herfst- en de meivakantie. 'Zo hebben ze vooraf ruimschoots de tijd om kennis te maken met en te wennen aan hun klas en kost het ze na afloop van de reis veel minder moeite om daar de draad weer op te pikken.'

Regina Maris School at sea is nu onderweg van Amsterdam naar Tenerife. Op deze eerste etappe, die ongeveer drie weken duurt, is er nog geen school. De leerlingen moeten wennen aan het regime aan boord, waarbij zij van de begeleiders volledig de vrije hand krijgen. 'We laten ze zelf alles uitvinden, met hoeveel ze moeten koken, wanneer ze moeten schoonmaken, echt alles', zegt Touw. 'Daarbij ontdekken ze gaandeweg dat sommige gekozen oplossingen niet praktisch zijn. Met hier en daar een kleine suggestie komen ze er altijd snel achter hoe je dingen beter kunt organiseren, bijvoorbeeld dat je beter 's ochtends kunt schoonmaken dan direct na de lunch. Het gaat daarbij vooral om leren samenwerken en leren leiding geven aan elkaar.'

Op de vraag wat de leerlingen hier zelf van vonden antwoordt er één , terwijl hij voor de hele boot boterhammen smeert, heel enthousiast: 'Te gek! Dat is nou juist het leuke. Gisteren moesten we een pijp isoleren. Had niemand ooit gedaan natuurlijk. Maar de enige instructie was: daar liggen de tangen. Nou, dat was best moeilijk.' Terwijl hij dit vertelt loopt een andere leerling langs die een blik werpt op de boterhammen. 'Je kunt ze beter dubbel smeren en dan pas doormidden snijden.' 'Ben jij de expert ofzo?' 'Nou, je moet wat als je zelf 20 boterhammen per dag eet. Doe het nou maar gewoon.'

Na het verblijf op Tenerife maakt School at Sea de oversteek over de Atlantische Oceaan met bestemming Dominica. De training over het leven aan boord zit erop en de school op zee begint daadwerkelijk. De leerlingen hebben straks afwisselend een wachtdag en een schooldag. In voorgaande jaren betekende dat de helft van de groep bezig was met lessen en zelfstudie, terwijl de anderen in de machinekamer zwoegen, de zeilen inpakken en de lunch voorbereiden. Dit jaar is het regime wat aangepast. Op de wachtdag is ook 4 uur vrijgemaakt voor zelfstudie of mentorgesprekken, vanwege de afwisseling. En omdat leerlingen geen hele dagen geconcentreerd zelf aan het werk kunnen zijn, worden er op de lesdagen ook SAS-actieflessen gegeven. Dit zijn actieve of creatieve lessen over allerlei onderwerpen: de Spaanse taal, de cultuur van de eilanden onderweg of de navigatie van het schip.

Een strak regime dus, aldus Touw. 'Het is zeker geen vakantie, wat veel mensen denken. De kinderen hebben een veel drukker leven dan thuis. Eén keer in de twee, drie weken hebben ze een dagje vrij. Verder zijn ze altijd bezig: met school, met hun eigen ontwikkeling, of met de boot. Weekenden zijn er niet bij.' Wel wordt er rekening gehouden met de leerstijlen van de verschillende leerlingen. Leraar Jaco Scheer: 'Ochtendmensen kunnen direct aan de slag met hun eigen werk, maar er is ook al vroeg een Spaanse les voor de leerlingen die liever eerst nog even rustig naar een leraar willen luisteren.'

Dit jaar is de kwaliteit van het onderwijs op de varende school echter onderwerp van discussie. Vorig jaar zijn enkele leerlingen met een achterstand thuisgekomen. Dit komt volgens leraar Jaco omdat het soms lastig is bij te houden hoeveel tijd kinderen daadwerkelijk aan hun vakken besteden. 'Daarom hebben we dit keer keihard gewerkt aan een leerlingenvolgsysteem, waarmee we de vorderingen van de leerlingen kunnen monitoren. Het mooie aan dit programma is dat de leerlingen er zelf hun eigen inzet en prestaties in bij kunnen houden.'

Scheer ontwikkelde het volgsysteem voor de Regina Maris op grond van de kennis die hij opdeed tijdens zijn baan bij onderwijsondersteuner APS. Samen met collega's deed hij onderzoek naar de leerhouding van kinderen in opdracht van het ministerie van OCW. Ze zagen de leerhouding van kinderen veranderen wanneer zij cyclisch werkten, zoals gebeurt bij Opbrengst Gericht Werken (OGW).

Scheer: 'In het huidige onderwijs vergeten leraren vaak hoe leren eigenlijk werkt, ze stellen geen doelen meer in de klas. Leerlingen zijn hier vaak prima toe in staat. Vraag ze maar hoe ze een muziekinstrument leren spelen. Ze willen een bepaald liedje leren spelen, gaan oefenen, lopen ergens vast en passen hun aanpak aan om nog meer te gaan oefenen. Je moet ze laten zien dat het met school net zo gaat. Leren is niet een boek uit je hoofd leren en dan een toets maken, het is cyclisch. Je moet continue in de gaten houden of je de stof op de juiste manier aanpakt.'

Tijdens de reis ontwikkelen de kinderen zich niet alleen op cognitief vlak, ook in psychosociaal opzicht groeien ze. In een matrozenboekje kunnen leerlingen en leraren hun ervaringen bijhouden, maar hun sociale ontwikkeling wordt ook via een computersysteem bijgehouden. Alleen de docenten kunnen deze tool gebruiken. Zij houden per leerling bij hoe ze 'scoren' op het gebied van sociale interactie, zelfreflectie, verantwoordelijkheid en communicatiestijl.

Vooral dit laatste aspect vindt Wouter van Greevenbroek, leraar van de bètagamma vakken, interessant. 'We hebben in de aanloop van deze reis als leraar communicatietraining gehad. We zijn vervolgens geselecteerd op onze communicatiestijl. Eigenlijk houd ik er niet van om mensen in een hokje te plaatsen, maar ik ben er zelfbewuster van geworden. Ook kan ik me beter aanpassen aan iemand als ik weet of diegene een 'controler' of een 'analyser' is. Gedurende de reis houden we bij of leerlingen een verandering in hun communicatiestijl doormaken, en dat is onwijs interessant. Maar we maken er ook veel grapjes over hoor, zo van: dat is nou een typische controler-opmerking!'

Waar het leven en leren aan boord al een enorme belevenis is, biedt School at Sea de leerlingen ook aan de wal een aantal bijzondere ervaringen. Samenwerking met leerlingen van de internationale school op Tenerife, een kleine week leven bij een tamelijk primitieve indianenstam in Panama en een exclusief kijkje in enkele scholen waar het kunstonderwijs van zeer hoog niveau is op Cuba. 'School at Sea is opgezet als een talentontwikkelingsprogramma', zegt Touw. 'We willen deze jongeren echt iets meegeven. Wat we met deze expedities bereiken is dat ze gaan nadenken over hun eigen leven en hoe ze dat verder vorm willen geven. Dat is iets wat aan boord al duidelijk zichtbaar wordt. Voortdurend zijn er discussies over wat ze hebben gezien en wat ze hebben meegemaakt.'

Blijft natuurlijk de grote vraag: kan dit allemaal zomaar? Het antwoord van het Nederlandse ministerie is ook dit jaar kort en krachtig: nee. Tenminste, niet volgens de letter van de wet. Een boot is, vanwege een gebrek aan vier muren, geen school. En wanneer kinderen zo lang van school afwezig zijn, komen ze in de knoop met de Leerplichtwet. Maar daar heeft School at Sea iets op gevonden. Na vruchteloze gesprekken met de onderwijsinspectie heeft Monique Touw besloten zich te verbinden aan een Duitse school, die dergelijke reizen zelf aanbiedt. De Regina Maris is nu officieel Duits grondgebied en wordt door de Duitse regering dan ook erkend als school.

Als het aan het team van School at Sea ligt, is het tijd voor versoepeling van de wet. Eén van de leraren die vorig jaar met School at Sea meevoer, herinnert zich een gesprek met een zeer tevreden ouder. 'Die vader had een ander kind teruggekregen. Zijn zoon had hun jaarlijkse zomervakantie tot in de puntjes verzorgd. "Geef me een budget, pap, en ik regel het." Daar doe je het toch voor'.

Click here to revoke the Cookie consent