Onderzoek

Review kwaliteit kleine scholen

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 20-02-2015 Gewijzigd op 28-11-2016
De krimp zet door, in Nederland. Wat betekent dat voor onderwijskwaliteit? De Onderwijsraad nam aan dat het schadelijk is. Het GION toont dat die aanname niet wordt gestaafd door wetenschappelijk onderzoek.

De gemeente Leudal in Limburg kleurt langzaam rood op het kaartje van Nederland, ten teken dat de bevolking er zal krimpen tussen 2010 en 2040 met 21,3 procent. De gemeente Beemster in Noord-Holland zal groeien in dezelfde periode met 10,6 procent: ze verkleurt steeds donkerder groen. Het zijn fascinerende plaatjes in de Zorgatlas, gebaseerd op prognoses van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Planbureau voor de Leefomgeving.

zorgatlas verkleind
Maar wat betekent het voor het onderwijs? Aan het begin van dit schooljaar was het basisonderwijs 1,3 procent gekrompen ten opzichte van vorig schooljaar. Gemiddeld. Want in Drenthe, Limburg en Zeeland ging het zelfs om meer dan 2 procent. Er verdwenen 125 basisscholen door fusies en opheffingen, maar er kwamen er ook 26 bij. Per saldo verdwenen er 99 scholen (cijfers Aob).

Lang werd aangenomen dat krimp slecht is voor onderwijskwaliteit. Het zou duur zijn en de onderwijskwaliteit onder druk zetten. Dat concludeerde de Onderwijsraad in Grenzen aan de kleine scholen (2013). Kleine scholen zouden resulteren in minder leerwinst en te weinig sociale contacten met leeftijdgenoten. De raad adviseerde de opheffingsnorm te verhogen naar 100 leerlingen vanaf 2019. De kleinescholentoeslag zag hij liever gewijzigd in een toeslag voor scholen in dunbevolkte gebieden. Kleine scholen zouden meer moeten samenwerken.

Nu de krimp doorzet in bepaalde delen van Nederland, is de vraag of de aannames van de Onderwijsraad kloppen. Immers, de raad sprak nadrukkelijk 'vanuit kwaliteitsoogpunt' over 'een absolute ondergrens van 100 leerlingen'. Hij baseerde zich daarbij op data van de onderwijsinspectie die in 2012 signaleerde dat kleine scholen vaker zwak presteren dan grote scholen. Echter, de inspectie voegde er tegelijkertijd aan toe dat er geen direct verband is tussen krimp en onderwijskwaliteit.

De Universiteit Groningen doet veel onderzoek naar effecten van schaalgrootte, zoals bijvoorbeeld Ralf Maslowski in zijn onderzoek naar adaptief onderwijsbeleid in Nederland. Marjolein Deunk en Simone Doolaard deden eerder een systematische review van internationaal onderzoek naar kleine scholen. En wat blijkt? De aanname van de Onderwijsraad dat kleine scholen negatieve effecten hebben op onderwijskwaliteit, wordt niet gestaafd door de internationale literatuur.

Er is niet veel onderzoek. Deunk en Doolaard vonden 58 onderzoeken in wetenschappelijke tijdschriften, maar teruggebracht tot onderzoek naar scholen met maximaal 100 leerlingen, bleven er maar 32 over, vooral over scholen in Engeland. Conclusies trekken over het effect op leerprestaties bleek op basis van deze studies niet goed mogelijk: het is domweg te weinig onderzocht. De effecten op sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen zijn ook nauwelijks onderzocht. De conclusie lijkt wel aannemelijk dat leerlingen zelfstandiger en hulpvaardiger worden in combinatieklassen. Ook zouden ze vaker bevriend zijn met leerlingen die jonger of juist ouder zijn dan zijzelf, ook geen verrassing in een combi-klas.

Leraren blijken het soms wel moeilijk te hebben in kleine scholen. Kleinere teams betekenen meer isolement en minder expertise in een team. Taken moeten met een kleinere groep worden uitgevoerd, er zijn minder collega's om mee te overleggen en de schoolleider staat in het buitenland vaak ook voor de klas èn heeft veel organisatorische taken. Het ontbreekt hem of haar daarom soms aan tijd voor onderwijskundig leiderschap. Toch concluderen de onderzoekers dat er alles bij elkaar te weinig bewijs is om kleine scholen per se af te schrijven. Ze bevelen aan vooral te letten op opbrengsten en niet per se op leerlingaantallen voordat er wordt besloten een school te sluiten of te laten fuseren.

De PO-Raad heeft zich inmiddels ook uitgesproken voor het kwaliteitsbeginsel in plaats van alleen naar leerlingenaantallen te kijken. Hij wil dat samenwerking tussen scholen makkelijker wordt en niet gehinderd door teveel regelgeving.

Marjolein Deunk, Simone Doolaard: Onderwijs op kleine scholen Een systematische review naar de effecten van kleine scholen op leerlingen, leerkrachten, de school en de lokale omgeving, Gion, 2014. BOPO-onderzoek.

Tekst Monique Marreveld.
Gepubliceerd op 20 februari 2015.

Click here to revoke the Cookie consent