Nieuws

Raad van State: wetsvoorstel leerrecht rammelt

Tekst Masja Lebouille
Gepubliceerd op 18-08-2023 Gewijzigd op 07-09-2023
Beeld Human Touch Photography
Onvoldoende afgebakend: zo luidt de kritiek van de Raad van de State op het wetsvoorstel van oud-Tweede Kamerlid Paul van Meenen (D66), over het verankeren van leerrecht. Ze adviseert om het niet in behandeling te nemen, tenzij het wordt aangepast.

Geen leerplicht, maar leerrecht. Als het aan D66 ligt, vervangen we na 120 jaar de Leerplichtwet 1969 en verankeren we de term ‘leerrecht’ in de grondwet. Met het wetsvoorstel wil D66 voorkomen dat kinderen langdurig thuiszitten, omdat zij niet terechtkunnen in het passend onderwijs. Daarnaast zouden we kinderrechten uit allerlei verdragen (zoals het recht op onderwijs en het recht om gehoord te worden) op deze manier kunnen vastleggen in de wet.

Onder leerrecht verstaat D66 verschillende deelrechten: het ontwikkelrecht, het recht op toelating, het recht op maatwerk in de vorm van een passend onderwijsaanbod en het hoorrecht. De leerambtenaar zou erop moeten toezien dat scholen deze rechten naleven. Als dat niet gebeurt, kan hij een aanwijzing geven, en in het uiterste geval een boete (zie onderstaand kader over de maatregelen die D66 voorstelt).

De Raad van State is kritisch over het plan: hoewel ze beaamt dat er meer aandacht moet komen voor thuiszitters en het belangrijk is om het recht op onderwijs in de wet te verankeren, vindt ze het onduidelijk welke rechten aan het leerrecht ontleend kunnen worden. Als scholen bijvoorbeeld verplicht maatwerk aan leerlingen moeten bieden – waarbij ze mogen afwijken van regels over onderwijstijd, -dagen, -locatie en -programma – moeten er wel duidelijke grenzen komen en die ontbreken nu.

Het wetsvoorstel gaat er bovendien aan voorbij dat we de belangen van een individueel kind altijd moeten afwegen tegen andere belangen, vindt de Raad van State – onderwijs heeft immers een collectief karakter. Als de leerambtenaar (voorheen leerplichtambtenaar, red.) bijvoorbeeld aanwijzingen mag geven aan scholen en boetes mag uitdelen, kan de rechtszekerheid van scholen en hun vrijheid om onderwijs in te richten, worden aangetast.

D66 heeft op moment van schrijven nog niet op het negatieve advies gereageerd.

 

Welke maatregelen stelt D66 voor?
 

1) Het leerrecht wordt wettelijk verankerd en valt uiteen in: recht op ontwikkeling, recht op toelating, recht op maatwerk, recht om te worden gehoord.

2) Het is niet meer vereist dat leerlingen regelmatig de school bezoeken – de leerplicht wordt tijd- en plaatsonafhankelijk.

3) De leerling wordt eerst toegelaten tot de school, en pas na toelating en inschrijving mogen scholen onderzoeken of er sprake is van een extra ondersteuningsbehoefte. Samenwerkingsverbanden (swv’s) moeten het leerrecht van elk kind mogelijk maken, ook als het kind niet aan regulier of speciaal onderwijs kan deelnemen.

4) Swv’s kunnen hun onderwijsbudget inzetten om o.a. een passend onderwijsaanbod te realiseren voor leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben. Ook mogen zij hun middelen gebruiken om  een onderwijszorgarrangement te cofinancieren.

5) De leerplichtambtenaar wordt een leerambtenaar en mag schoolbesturen en swv’s aanwijzingen geven als het leerrecht niet wordt nageleefd. In het uiterste geval mag hij een boete uitdelen door het College van burgemeester en wethouders.

6) De jeugdarts kan als onafhankelijk deskundige ouders en kind adviseren. De leerambtenaar kan de jeugdarts vragen om de ontwikkelmogelijkheden van het kind te onderzoeken.

7) Er komt een onafhankelijk landelijk steunpunt leerrecht, dat informatie verstrekt en advies kan uitbrengen over individuele gevallen.

 

Verder lezen

1 Stop de ontscholing

Click here to revoke the Cookie consent