'...Rianne Durkstra en Esmée Scholten'. Met veel blijdschap en enigszins onder de indruk nemen ze onder luid applaus het juryrapport en de prijs in ontvangst. Wat ben ik trots op deze meiden!
Als docent en lerarenopleider kom ik op veel verschillende scholen en ben telkens weer verbaasd over de ondergesneeuwde positie van het profielwerkstuk. Het is 'iets dat leerlingen nog moeten voor het behalen van hun diploma'. Verder klagen docenten steen en been over de kwaliteit van de eindproducten, maar ondernemen weinig actie. In dit artikel presenteer ik een aantal punten die het pws een prominentere plek in het vwo-curriculum kan bezorgen en het meer laat fungeren als voorbereiding op het wetenschappelijk onderwijs
Aansluiting met het wetenschappelijke onderwijs
Scholen moeten het PWS niet als afvinkonderdeel zien, maar veel meer als een soort meesterproef, waarin leerlingen laten zien dat ze voorbereid zijn op het wetenschappelijke vervolgonderwijs. Samenwerking tussen docenten op middelbare scholen en universiteiten is zeer gewenst. Universiteiten klagen veel over de kwaliteit van eerstejaarsstudenten. Sla de handen ineen; plan overlegmomenten, bestudeer elkaars curriculum waardoor je aanvulling en aansluiting krijgt. Zorg er bovendien voor dat docenten op scholen weten wat gebruikelijk is binnen de wetenschappelijke disciplines van hun schoolvak. Welke structuur heeft een stuk? IMRAD (inleiding, methode, resultaten en discussie, een veel gebruikte structuur voor wetenschappelijke artikelen)? Of toch de indeling: inleiding - betoog - conclusie? Ook betreft het citeren zijn er verschillen.
Als scholen weten wat het gewenste eindniveau is, kunnen gericht doorlopende leerlijnen (per vak) worden ontwikkeld met betrekking tot vaardigheden die nodig zijn voor het pws. Niet alleen het formuleren van onderzoeksvragen is belangrijk, maar bijvoorbeeld ook het verzorgen van een mondelinge presentatie. Alleen aandacht in het laatste schooljaar voor deze vaardigheden is veel te kort.
De schoolvakken dekken niet alle wetenschappelijke disciplines. Zo kun je geen schoolvak rechten, psychologie of sterrenkunde volgen, maar wel studeren. Vaak sneuvelen daarom hele goede onderzoeksvoorstellen. Dit is doodzonde! Rianne en Esmée kozen voor een psychologisch onderwerp. Wat als ik tegen ze had gezegd dat ik alleen historische onderwerpen wilde begeleiden? Hadden ze dan ook de Jan Pen Prijs gewonnen? Kortom, sluit geen disciplines uit.
Het belang van een goed onderzoeksvoorstel
Laat leerlingen een goed onderzoeksvoorstel schrijven, ruim voordat ze beginnen aan hun pws. Het klinkt logisch, maar op veel scholen is dit geen eis. Gebaseerd op het format dat de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) hanteert voor wetenschappers heb ik een eigen format ontwikkeld, waarin leerlingen op twee A4-tjes hun plannen presenteren. Ze moeten bijvoorbeeld het theoretisch kader van hun onderzoeksvragen beschrijven, de onderzoeksmethode, de beoogde resultaten en de relevantie van hun onderwerp.
Op mijn school word ik altijd bedolven onder de aanvragen om op te treden als begeleider. Gemiddeld krijg ik dertig aanvragen per schooljaar. Dit is teveel, aangezien ik er maar tien kan begeleiden. Daarom selecteer ik de tien beste onderzoeksvoorstellen en hoop hiermee concurrentie tussen leerlingen te bewerkstelligen en dat ze heel goed nadenken over een onderzoeksvoorstel.
"Uitvullen, wat is dat?"
Zorg ervoor dat leerlingen de weg weten in computerprogramma's die ze nodig hebben voor hun onderzoek, zoals Word, PowerPoint, Excel en SPSS. Het lijkt een simpele opmerking, maar veel leerlingen weten niet hoe ze in Word een automatische inhoudopgave creëren, alinea's maken of tekst uitvullen. Als school kun je leerlingen hiervoor workshops aanbieden. Bij alle vakken en voor de toekomst hebben de leerlingen namelijk veel aan deze vaardigheden. Voor het gebruiken van programma's zoals SPSS kan de begeleider de leerlingen op weg helpen of doorverwijzen naar een expert.
Zoekmachines zijn ontzettend belangrijk. Ik kom echter wel eens bovenbouwleerlingen tegen die bij de literatuurlijst Google opvoeren. Leer leerlingen hoe ze informatie kunnen opzoeken en hoe ze deze informatie kunnen beoordelen op betrouwbaarheid en bruikbaarheid. Ook databasen van wetenschappelijke artikelen (zoals Google Scholar) hebben een gebruiksaanwijzing. Ook hiervoor kan een workshop, eventueel in samenwerking met de universiteit, erg geschikt zijn.
De rol van de begeleider
In mijn ogen stimuleert een goede begeleider leerlingen het beste uit zichzelf te halen. Ken als begeleider goed de verschillen tussen leerlingen. Sommige leerlingen kun je losser laten, andere excelleren door harde deadlines.
Voor de structuur van de begeleiding vind ik het fijn, in de gehele periode dat de leerlingen bezig zijn met het pws, een tweewekelijkse afspraak in te plannen. Dit is een soort inloopuur voor als leerlingen vragen hebben. Een aantal (meestal vier) bijeenkomsten, die ik van te voren opgeef, staan vast. Dan komen alle leerlingen en presenteren ze in korte sessies aan elkaar hoe ver ze zijn en welke problemen ze ondervinden. Voordelen zijn dat je de e-mails met vragen inperkt, niet meer zoveel wordt gestoord op momenten dat het jou niet uitkomt, dat je leerlingen samen laat zoeken naar oplossingen en dat ze mondeling leren presenteren.
Conclusie
Door de toenemende selectie aan de poorten van universiteiten wordt het pws steeds belangrijker. Leerlingen raken hier steeds meer van doordrongen. Ik hoop dat de genoemde punten scholen en docenten laten nadenken over de rol van het pws in het curriculum. Wat willen we hiermee bereiken? Zien we dit als een handelingsdeel dat alleen gedaan moet worden om het examen te verkrijgen of willen we dat leerlingen laten zien wat ze de afgelopen vijf of zes jaar hebben geleerd en dat ze klaar zijn voor het wetenschappelijke onderwijs? Ik hoop natuurlijk het laatste.
Tekst Tim Huijgen, vakdidacticus geschiedenis en onderzoeker aan de lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen. Tevens is hij docent geschiedenis op het H.N. Werkman College in Groningen. Hij begeleidde Rianne Durkstra en Esmée Scholten die eind maart 2014 de Jan Pen Prijs wonnen voor het beste Nederlandse profielwerkstuk in de gamma-vakken.
Gepubliceerd op 22 juli 2014
Verder lezen? Lees hier Huijgens Zeven tips voor een (winnend) profielwerkstuk.
1 Zeven tips voor een (winnend) profielwerkstuk
2 Zeven tips voor een (winnend) profielwerkstuk
3 Zeven tips voor een (winnend) profielwerkstuk
4 Zeven tips voor een (winnend) profielwerkstuk
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven