Onderzoek

Pionieren op het Calvijn College in Krabbendijke

Tekst Redactie Didactief
Gepubliceerd op 16-02-2016 Gewijzigd op 12-12-2018
Pilotschool het Calvijn College in het Zeeuwse Krabbendijke experimenteert sinds 2013 met het vmbo nieuwe stijl. ‘Die status geeft de school een voorsprong,’ vertelt de enthousiaste locatiedirecteur Danny Janssen. Hij zet de zeven grootste veranderingen op een rij.  

1. Meer praktische vakken

Wat er nu concreet anders is dan vóór de pilot? In de eerste en tweede klas zijn vakken samengevoegd en is de invulling veel praktischer geworden, zodat ze naadloos aansluiten op de bovenbouw. Halverwege de tweede klas organiseren we twee keer een dag waarop leerlingen zich oriënteren op de profielen. Daarbij worden ze een-op-een begeleid. Eind tweede klas kiezen ze daadwerkelijk hun profiel. Door de betere begeleiding bij het maken van hun keuze, zijn de leerlingen meer dan voorheen voorbereid op het mbo. Ze volgen echt hun eigen route, dat doet een beroep op hun zelfstandigheid; zelf nadenken, zelf afwegen en keuzes maken. In het laatste kwartaal van de derde klas is er een vrij keuzedeel. Doe je bijvoorbeeld profiel Bouw, Wonen en Interieur (BWI), dan kun je ook uit een ander profiel één keuzevak kiezen. Kies iets wat je eigen vak versterkt, adviseren we tijdens de gesprekken loopbaanoriëntatie en -begeleiding die we met de leerlingen voeren. Later je eigen bedrijf starten? 'Ondernemen' uit profiel Economie & Ondernemen sluit dan goed aan.

 

2. Programma's zijn samengevoegd

Het profiel Produceren, Installeren en Energie (PIE) bracht flinke veranderingen met zich mee. We hadden de afdelingen Installatie en Elektro. Die zijn nu samengevoegd met Metaal tot het profiel PIE. We kregen er niet meer uren voor, dus we moesten keuzes maken. Niet leuk voor docenten die hun vakgebied gedeeltelijk moesten "opofferen". Maar voor de leerlingen leveren de meeste veranderingen vooral voordelen op. Ze worden meer allround opgeleid, hebben meer keuzemogelijkheden. Bij BWI bijvoorbeeld kunnen leerlingen nu al voor meer uitstroomrichtingen kiezen, bijvoorbeeld timmeren én metselen of metselen én fijnhout. Een breder profiel dus, met aan het eind van de rit een breder diploma. Bovendien kunnen ze na het examen meteen modules voor het mbo doen, een zogenaamd "zomerlek" is er niet meer. Ze komen met voorsprong op het mbo en stromen sneller door naar niveau 3 of 4. Dit geldt ook voor Zorg en Welzijn, Economie en Ondernemen, en misschien straks ook voor Produceren, Installeren en Energie.

 

Danny Janssen3. De school is zelf verantwoordelijk

Dat scholen hun eigen onderwijs kunnen construeren, zelf verantwoordelijk zijn: dat vind ik het mooiste aan het nieuwe vmbo. Dat is spannend en lastig tegelijk: hoe gaan we de doelen halen? We moeten goed nadenken: als we bij verschillende werkvelden iets weghalen en nieuwe methodes maken, dekken we dan alles wel goed af? Het is pionieren, maar we krijgen een goede ondersteuning vanuit de Stichting Platforms VMBO. Ik weet dat er scholen zijn die nog niet weten welke beroepsgerichte keuzevakken ze gaan aanbieden, of wat het verschil is tussen een profiel en keuzevak. Die moeten nog keihard aan de slag.

 

4. Meer keuze voor leerlingen

Derdejaars kiezen één beroepsgericht profielvak aangevuld met AVO-vakken (Algemeen Vormend Onderwijs, red) en vullen dit aan met keuzevakken. Leerlingen kunnen kiezen uit tien profielen en stellen daarna zelf een verdiepend, verbredend of profieloverstijgend programma samen. Omdat er meer keuzevakken mogelijk zijn, verwachten we dat leerlingen hun eigen keuzevak kiezen, betere keuzes maken en minder snel switchen van vervolgopleiding. Een voordeel van deze nieuwe stijl is dat het vmbo positiever in beeld komt. Bij het aanbod van keuzevakken is het leerlingenaantal wel cruciaal. Je moet er vijftien tot twintig hebben om een keuzevak in de lucht te houden. Gelukkig kunnen we onze leerlingen als grote vmbo-school veel bieden. Of de leerlingen verschil zien tussen de oude en nieuwe stijl? Nauwelijks. Ze hebben meer te kiezen dan vroeger, maar zij kennen de oude situatie natuurlijk niet.

 

5. Nieuwe docentvaardigheden

Voor docenten is er veel veranderd. Sommige vakken zijn samengevoegd. Verder worden veel vakken nu in modules van een aantal weken gegeven. Van docenten worden nieuwe vaardigheden gevraagd: vanaf de eerste klas voeren ze loopbaanoriëntatiegesprekken en begeleiden ze leerlingen bij de keuze voor hun profiel, stageplek en vervolgopleiding. Dit zit verweven in alle lessen. Als een leraar Nederlands een stagewerkstuk naleest, moet hij niet alleen op spelfouten letten, maar ook inhoudelijk met de leerling over de stage in gesprek kunnen gaan. De mentor heeft nog steeds een belangrijke rol, maar de oude functie van decaan vervalt. Ook moeten docenten zorgen dat hun vak aansluit bij wat bedrijven in de regio nodig hebben. Contact met het bedrijfsleven is dus noodzakelijk. Docenten gaan nu verplicht op stage bij bedrijven en bedrijven komen gastlessen geven op school. We hebben ook intensief contact met bedrijven en ROC's over de invulling van de keuzevakken.

 

6. Open klassencultuur

Docenten moeten alle leerlingen op maat kunnen lesgeven. Om ze goed te laten omgaan met verschillen tussen leerlingen qua niveaus en interesses, is het Calvijn College "open gegooid". We doen niet meer aan gesloten klasdeuren. Docenten kijken bij elkaar in de keuken, geven elkaar feedback. De groep die de cursus "differentiëren in het voortgezet onderwijs" al heeft gevolgd, wordt gekoppeld aan een collega. Daarbij verbinden we docenten van praktische vakken met collega's van AVO-vakken. Zo willen we een professionele leergemeenschap neerzetten.

 

7. Investeringen doen

Er is helaas weinig extra geld beschikbaar om alle veranderingen waar te maken. We krijgen maar vijfduizend euro van de overheid voor docentenscholing. Voor betere aansluiting op de praktijk, moeten we flink investeren – bijvoorbeeld nieuwe machines aanschaffen – maar daar is geen extra geld voor. Toch maakt dat scholen ook creatief. Er zijn scholen die bijvoorbeeld geen grootkeuken meer hebben. Leren koken voor grote groepen doen hun leerlingen nu bij een zorginstelling.

 

Henrieke Schipper (15)
Derdejaars, Profiel Zorg en Welzijn
'Voor mij was het kiezen van het profiel niet zo moeilijk, want ik wil al verpleegkundige worden vanaf de kleuterschool. Je wordt goed voorbereid op wat je allemaal kunt kiezen, vind ik. We krijgen vakken als verzorging en biologie, zowel theorie als praktijk. En soms komt iemand uit de praktijk vertellen over zijn werk.'

Olivier Boeder (15)
Derdejaars, Profiel Bouw, Wonen en Interieur
'Mijn broer werkt in de bouw, dat wil ik ook. Op zaterdagen doe ik al klusjes bij een aannemer. Dat vind ik zo leuk dat ik zeker weet: ik wil timmerman worden. Afgelopen half jaar heb ik me breed kunnen oriënteren met vakken als metselen, timmeren en fijn hout, maar later dit jaar ga ik me echt richten op timmeren. Zodat ik daarna kan doorstromen naar mbo timmeren.'

Alinda de Goffau (15)
Derdejaars Profiel Zorg en Welzijn
'Ik wil later graag iets met kinderen doen. Maar soms twijfel ik. Elke module gaat weer over een ander werkveld, zoals kleuterjuf, onderwijsassistent of sportbegeleidster. En elke keer denk ik: dat is ook best leuk. Wat het beste bij me past, moet ik nog uitvinden. Gelukkig kan ik straks op het ROC nog alle kanten op.'

 

Het nieuwe vmbo: wat, waarom en wanneer?

Waarom Steeds meer vmbo-scholen hebben moeite alle opleidingsrichtingen aan te bieden die ze willen. Er is een wildgroei aan opleidingen terwijl steeds meer regio's kampen met dalende leerlingenaantallen. Toch is ook in krimpregio's een stevig aanbod van voorbereidend beroepsonderwijs belangrijk. Daarnaast zijn beroepsgerichte vakken sinds de introductie van het vmbo vijftien jaar geleden inhoudelijk nauwelijks aangepast, terwijl vervolgonderwijs en bedrijfsleven zich hebben doorontwikkeld.
Wat er verandert De vernieuwing richt zich alleen op de beroepsgerichte programma's van het vmbo. De sectoren maken plaats voor profielen (zie pag. 10-11). Per profiel komen er drie examenprogramma's: een voor de basisberoepsgerichte leerweg, een voor de kaderberoepsgerichte leerweg en een voor de gemengde leerweg.Vmbo-leerlingen in de bovenbouw kiezen één profiel dat bestaat uit een vaste set van algemeen voorbereidende vakken, een beroepsgericht profielvak en beroepsgerichte keuzevakken. Leerlingen kunnen kiezen uit tien profielen en stellen daarna zelf, met behulp van de keuzevakken een verdiepend, verbredend of profieloverstijgend programma samen. De examenprogramma's zijn samen met docenten vmbo en mbo opgesteld en afgestemd met brancheorganisaties.
Doel Leerlingen een bredere basis én meer ruimte geven om de eigen interesses te prikkelen en talenten te ontplooien.
Wanneer Op 1 augustus 2016 gaat het vmbo nieuwe stijl officieel van start. De bedoeling is dat in 2018 alle leerlingen in het vmbo beroepsgerichte vmbo-examens nieuwe stijl afleggen.
Effect Omdat vmbo-scholen, mbo-instellingen en het bedrijfsleven samen de inhoud van het onderwijs gaan vormgeven, worden leerlingen beter voorbereid op hun studiekeus en op de regionale arbeidsmarkt.

Tekst Annemarie van Dijk
Beeld De Beeldredaktie

Dit artikel is onderdeel van de Didactief-special Hallo nieuw vmbo (januari-februari 2016). Deze special is gemaakt in opdracht en met financiële bijdrage van Stichting Platforms VMBO.

16 februari 2016

Danny Janssen

Verder lezen

1 Hallo nieuw vmbo!

Click here to revoke the Cookie consent