Onderzoek

Passend onderwijs voor nieuwkomers?

Tekst Amber Witsenburg
Gepubliceerd op 13-09-2022 Gewijzigd op 13-09-2022
Beeld Tom van Limpt
Er zijn veel meer nieuwkomers in de Nederlandse klassen dan waarvoor de overheid scholen betaalt. Onderzoekers wijzen naar de samenwerkingsverbanden passend onderwijs voor steun aan deze groep leerlingen.

Waar vóór de zomervakantie de gesprekken in de lerarenkamer nog over de opvang van Oekraïense vluchtelingen gingen, gaan ze nu over het overvolle aanmeldcentrum in Ter Apel. Zo blijft immigratie een actueel thema. Het stijgende aantal vluchtelingen heeft ook zijn invloed op het onderwijs. Hoe gaan we om met kinderen die net in Nederland zijn aangekomen? SEO en Kohnstamm Instituut deden onderzoek naar de onderwijsbehoeften van deze zogenoemde nieuwkomers en de knelpunten waar zij tegenaan lopen.

SEO en Kohnstamm Instituut hebben het onderzoek naar nieuwkomers in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) uitgevoerd. Ze hebben verschillende methoden gebruikt: literatuuronderzoek, analyse van data van het Centraal Bureau voor de Statistiek, een enquête onder samenwerkingsverbanden passend onderwijs en interviews met experts, leraren, leerlingen en ouders op scholen die betrokken zijn bij nieuwkomersonderwijs.

 

De groep nieuwkomers die in Nederland naar school gaat wordt steeds groter. In 2015 ging het om bijna 40.000 leerlingen in het primair onderwijs. In 2021 steeg dit aantal naar bijna 69.000. Deze kinderen hebben extra ondersteuning nodig, bijvoorbeeld om Nederlands te leren. Scholen ontvangen echter niet voor al deze leerlingen de middelen om dit te bekostigen, blijkt uit het onderzoek.

Op 1 oktober 2020 telde DUO 22.000 nieuwkomersleerlingen, die bekostigd werden. SEO en Kohnstamm komen op datzelfde peilmoment tot een groep van bijna 54.000 leerlingen, waaronder leerlingen met de Nederlandse nationaliteit die pas op latere leeftijd naar Nederland komen. Een verschil van bijna 32.000 leerlingen, die mogelijk behoefte hebben aan nieuwkomersonderwijs, maar voor wie geen middelen beschikbaar zijn.

Uit het onderzoek blijkt ook dat nieuwkomers langer ondersteuning nodig hebben dan de periode die nu wordt bekostigd. Basisscholen krijgen momenteel alleen voor het eerste jaar dat een leerling in Nederland is extra financiering. Dit gaat om kinderen zonder Nederlands paspoort waarvoor geen asiel is aangevraagd, zoals bij arbeidsmigranten. Bij kinderen van asielzoekers gaat het om maximaal 2 jaar, hoewel die grens tijdelijk is verruimd naar maximaal 4 jaar in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs.

 

Onderwijsaanbod


Er bestaan verschillende soorten onderwijs voor nieuwkomersleerlingen:

  • Type I: PO-scholen verbonden aan asielzoekerscentra

  • Type II: PO-scholen waar uitsluitend onderwijs voor nieuwkomers wordt gegeven

  • Type III: PO-scholen met een aantal nieuwkomersgroepen

  • Internationale schakelklassen (ISK’s): scholen en klassen voor nieuwkomers met de middelbare schoolleeftijd

Een groot deel van de nieuwkomers begint echter in een reguliere klas. In oktober 2020 was dit 44% van de nieuwkomers in het PO en 37% in het VO.

Nieuwkomersleerlingen met de basisschoolleeftijd krijgen op nieuwkomersscholen vooral Nederlands, rekenen en (Nederlands) burgerschap. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan hun sociaal-emotionele ontwikkeling. In het VO krijgen de leerlingen ook andere vakken.

 

Lage inschatting

Hoewel de onderwijsinspectie én de leerlingen zelf het nieuwkomersonderwijs over het algemeen positief beoordelen, kwamen er ook enkele knelpunten naar voren. Zo is er een gebrek aan methoden en materialen voor nieuwkomers en heeft het regulier onderwijs niet altijd een passend aanbod. Ook hebben leraren vaak niet de juiste kennis in huis om nieuwkomersleerlingen te ondersteunen. Meer scholing op het gebied van Nederlands als tweede taal (Nt2) en specifieke cursussen om bijvoorbeeld traumasensitief te leren werken, zijn noodzaak.

Nieuwkomersleerlingen
te laag ingeschat

Ook werd duidelijk dat nieuwkomersleerlingen vaak op een lager niveau terechtkomen in het regulier VO, praktijkonderwijs of vervolgonderwijs dan zij eigenlijk aankunnen. De taalachterstand wordt verward met een ontwikkelingsachterstand. Er zou, op langere termijn, meer aandacht van (ervaren) leraren moeten zijn voor hun leerprestaties en leerpotentieel.

 

Regionale samenwerking

Uitdagingen genoeg dus, maar hoe verder? Regionale samenwerking zou uitkomst kunnen bieden. Officieel hebben samenwerkingsverbanden passend onderwijs niets te maken met nieuwkomers. Sterker nog, zij mogen hun middelen niet voor deze groep gebruiken. Maar zij hebben wel veel expertise en soms ook ervaring op dit gebied en als spin in het web in de regio kunnen zij het regulier onderwijs helpen in contact te komen met scholen die nieuwkomersonderwijs verzorgen.

Om de samenwerkingsverbanden meer bij nieuwkomersonderwijs te betrekken, moet wel de wet worden aangepast. Ook helpt het als DUO de definitie van nieuwkomersleerlingen verruimt en meer budget beschikbaar maakt voor scholen. De bal ligt nu dus bij de overheid en het parlement.

 

Bisschop, P., Van der Ven, K., Doeve, T., Petit, R., Elshof, D., Van Stigt, A. (2022). Nieuwkomers in het primair en voortgezet onderwijs. Doelgroepenonderzoek. Amsterdam: SEO Economisch Onderzoek en Kohnstamm Instituut.

Click here to revoke the Cookie consent