Onderzoek

Op zondag les van een architect

Tekst Paul van der Bijl
Gepubliceerd op 08-12-2008 Gewijzigd op 25-10-2018
Beeld ALLARD DE WITTE
Op je vrije zondag naar school in plaats van spelen of tv kijken. Veel kinderen moeten er niet aan denken. Maar honderden leerlingen kiezen ervoor. Ze gaan naar de weekendschool, waar ze in aanraking komen met mensen en beroepen die ze in het dagelijks leven zelden tegenkomen.

Een stuk of twintig kinderen zijn druk in de weer met Polydron, plastic vormen die je aan elkaar kunt klikken. Ze moeten van meester Fred een Platonisch veelvlak maken. Er wordt naar hartelust geklikt, waarbij het ene bouwsel iets geslaagder uitpakt dan het andere. ‘Mogen we tien langer minuten doorgaan?’, vraagt Andrea, die vreest dat ze te weinig tijd heeft. Het lijkt op een les tijdens een gewone schooldag, deze introductie in de wereld van veelhoeken en veelvlakken. Maar dat is het niet. Want het is zondagmiddag en de kinderen zitten in een collegezaal van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. Welkom bij IMC Weekendschool in Amsterdam Zuid-Oost. Elke zondag verzamelen zich hier meer dan honderd kinderen tussen de tien en veertien jaar voor een extra dagje school in de week. Zo krijgen de leerlingen in het tweede jaar deze weken wiskunde. Vorige week draaide het om getallen, vandaag om ruimtemeetkunde. Gastdocent Fred Heutink legt uit hoe het zit met kubussen en veelhoeken. En architect Jasper Suasso vertelt waarom je die dingen moet weten als je wat wilt bouwen.

Brug 

Tien jaar bestaat IMC Weekendschool inmiddels. Het begon allemaal halverwege de jaren negentig, toen psychologe Heleen Terwijn onderzoek deed naar het welbevinden van kinderen in Amsterdam Zuid-Oost. Het leverde haar niet alleen onderzoeksgegevens op, maar ook het gevoel dat er iets ontbrak: een brug naar delen van de samenleving die voor kinderen uit achterstandswijken moeilijk te bereiken zijn. En zo ontstond het plan voor een school waar kinderen worden ingewijd in de werelden van dokters, advocaten, journalisten en kunstenaars. Op zoek naar fondsen kwam Terwijn in contact met Rob Defares van handelshuis IMC. Hij zag wat in haar plannen en in 1998 ging de eerste weekendschool van start in Amsterdam Zuid-Oost. Het was de opmaat voor meer vestigingen. Eerst in Amsterdam (West en Noord), vervolgens ook elders in het land: Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Tilburg, Nijmegen en Groningen. Iedere vestiging heeft zo’n  honderd leerlingen, verspreid over drie jaargroepen. De kinderen komen binnen als ze in groep 7 van de basisschool zitten en zwaaien af nadat ze de overstap naar het voortgezet onderwijs hebben gemaakt.

Motivatie 

Hoe kom je als kind op de weekendschool terecht? ‘We gaan langs bij basisscholen die in achterstandswijken liggen en vertellen wat kinderen hier doen en leren’, vertelt Lise ten Holder, locatiemanager van de vestiging Amsterdam Zuid-Oost. ‘Vaak kennen ze de weekendschool al. Kinderen die graag willen, kunnen zich via een formulier aanmelden. Ze hebben ook toestemming van hun ouders nodig. Daarna voeren we gesprekken met de kinderen. Zijn ze geïnteresseerd in verschillende beroepen, niet alleen dat van politieagent? Kunnen ze het drie jaar volhouden? Ze moeten een positieve motivatie hebben en zich niet aanmelden omdat ze verder toch niets te doen hebben op zondag.’ De belangstelling overschrijdt ruimschoots de hoeveelheid beschikbare plaatsen. Uiteindelijk worden er veertig toegelaten tot het eerste jaar. ‘Maar op de wachtlijst staan twintig tot dertig kinderen die qua motivatie best in aanmerking zouden komen’, zegt Ten Holder met enige spijt. Verreweg de meeste kinderen hebben een allochtone achtergrond. Dat is volgens Ten Holder geen bewust beleid, maar een gevolg van het feit dat achterstandswijken nu eenmaal veelal door allochtone gezinnen worden bevolkt.
De elfjarige Jonathan is een van de gelukkigen die een plekje kreeg op de weekendschool in Amsterdam Zuid-Oost. Hij zit in het tweede jaar en hij wil de vijf- en zeshoeken wel even laten rusten om uit te leggen waarom hij zich heeft opgegeven. ‘Je leert hier allemaal nieuwe dingen. Vroeger ging ik op zondag naar de kerk. Maar toen ze op school hadden verteld over de weekendschool, wilde ik daarnaar toe. Ik heb aan mijn moeder gevraagd of het mocht. En zij vond dat iets nieuws wel goed voor mij was. Ze vertellen hier over allerlei beroepen. Wat ik later wil worden? Journalist. En fotograaf.’ Na de vraag of hij het niet vervelend vindt, die zesde dag school elke week, schudt hij resoluut zijn hoofd. ‘Die vijf dagen doordeweeks vind ik niet zo leuk, maar hier, hier vind ik het wel leuk.’

Artis 

‘We willen ze een idee geven van wat mogelijk is, wat kan’, legt Lise ten Holder uit. ‘Deze kinderen hebben geen buurman of oom die journalist of advocaat is. Dus komen ze ook niet snel op het idee dat ze dat later zouden kunnen worden. We willen ze hun eigen talenten laten ontdekken, hun zelfvertrouwen vergroten. Het enthousiasme dat kinderen van nature hebben, moeten ze kunnen vasthouden.’ De vestigingen van IMC Weekendschool kunnen rekenen op de vrijwillige medewerking van honderden begeleiders en gastdocenten, die geheel onbezoldigd wat komen vertellen over het menselijk lichaam, sterren en wat een rechter nu precies doet. Uitstapjes staan ook op het programma. Zo is het derde jaar van de vestiging in Zuidoost vandaag naar Artis. Niet alleen om dieren te bekijken, maar ook om te horen wat een dierverzorger in Artis nu precies doet. Het enthousiasme van de gastdocenten doet niet onder voor dat van de kinderen. ‘Ik geef hier nu al enkele jaren les en ik vind het prachtig’, zegt Fred Heutink. ‘Je leert er zelf ook van. De volgende keer doe je het dan net weer wat anders, zodat het beter aanslaat bij de kinderen.’

Fondsen 

Het succes van IMC Weekendschool leverde de initiatiefnemers Heleen Terwijn en Rob Defares een staande ovatie op tijdens het jubileumcongres dat onlangs werd gehouden. Maar Terwijn heeft gemengde gevoelens over dat succes, bekent ze. ‘Eigenlijk zou ik willen dat de weekendschool niet bestaat. We zijn er, omdat veel scholen er niet goed in zijn om de talenten van kinderen te herkennen.’ De invoering van het vmbo, waar zestig procent van de jeugd naartoe gaat, heeft volgens haar meer kwaad dan goed gedaan. De Stichting IMC Weekendschool heeft inmiddels enkele tientallen medewerkers in dienst. Een professionele organisatie met een begroting die tegenwoordig in de miljoenen loopt. Een vestiging kost op jaarbasis ruim anderhalve ton. Maar overheidsgeld komt er niet aan te pas. Subsidies brengen nu eenmaal verplichtingen en regels en dus minder vrijheid met zich mee. Het geld komt van bedrijven en fondsen die willen bijdragen aan een goede zaak. De benodigde financiering bij elkaar krijgen, kan met een economische dip in het vooruitzicht lastig worden, beaamde bestuurslid Rien van Gendt tijdens het congres. Maar hij wees erop dat er een groeiende club fondsenwervers aan het ontstaan is: de alumni van de weekendschool, die hun eigen netwerken aan het creëren zijn. De eerste lichting afgestudeerden is nu rond de twintig en de tien alumni die zich tijdens het jubileumcongres zelfbewust presenteerden, maken in elk geval de verwachtingen waar. De een studeert geneeskunde, de ander zit op het gymnasium en een derde doet accountancy. Ze vormen een actief alumninetwerk en geven zelf ook regelmatig lessen op de weekendschool. Voor de leerlingen van het tweede jaar in Amsterdam Zuidoost zit hun zondagse sessie erop. Ze gaan met hun bouwsels op de foto. En op verzoek van hun vaste juf Claire geven ze een rapportcijfer aan deze dag en aan zichzelf. Het regent achten, negens en tienen. Ook vertellen de kinderen wat ze het leukste vonden vandaag. Het bouwen ’s middags, zeggen ze vrijwel allemaal. Alleen voor Jonathan, de journalist in spe, was iets anders het hoogtepunt van de dag: ‘Dat ik geïnterviewd werd, dat vond ik het leukst.’ 

Click here to revoke the Cookie consent