Ruim een jaar geleden startten we met leraren in 4 vwo een pilot formatief evalueren, omdat we ervan overtuigd zijn dat een evenwichtige balans van toetsen voor een cijfer (summatief) en formatief evalueren tot goede resultaten en gemotiveerde leerlingen leidt. De aanleiding was een diepgevoelde ontevredenheid over een leerklimaat waarin niet de persoonlijke ontwikkeling en het leren van de leerlingen het vertrekpunt was, maar de cijfers. Zij vormden de grondslag van de lessen. Voortaan werd het credo: minder toetsen en meer feedback.
We maakten een conceptplan en basisafspraken: geen onverwachte toetsen voor een cijfer, de talen hebben maximaal twee toetsen per trimester en de andere vakken één, diagnostische toetsen en overhoringen zonder cijfers mogen docenten zo vaak geven als ze willen, en alle toetsen zijn opgebouwd volgens de OBITT-systematiek (Onthouden, Begrijpen, Integreren, Toepassen en Terugkijken).
Aanvankelijk reageerden de leerlingen positief. Een greep uit hun reacties: ‘dit zorgt voor minder toetsdruk en minder stress’, ‘we hebben nu meer tijd en ruimte voor ons huiswerk’, ‘fijn om niet continu met toetsen bezig te zijn, maar meer stof te herhalen’. Ouders hadden er meer moeite mee. Ze zeiden bijvoorbeeld dat ze niet tijdig zouden kunnen ingrijpen als duidelijkheid over resultaten ontbrak, dat hun kinderen nog niet toe waren aan de verantwoordelijkheid en dat ze zonder cijfers geen drive zouden ervaren om te leren. Een ouderavond die uitleg zou verschaffen, kwam er heel anders uit te zien dan we ons als school hadden voorgesteld... De reacties legden goed bloot dat het een zoektocht is om afbreukrisico’s en mogelijke valkuilen vooraf te tackelen. Besloten werd ouders mee te nemen in een klankbordgroep.
Omdat wij niet geheel cijferloos werken, vonden leerlingen, ouders én docenten de eerste proefwerkweek bloedstollend. Normaal gesproken is er uit tussentoetsen wel een beeld van wat de proefwerkweek gaat opleveren, nu was dat beeld minder duidelijk. De resultaten waren uiteindelijk positief: in de eerste cijfers werden geen verschillen geconstateerd, in vergelijking met de afgelopen drie cohorten 4 vwo. Sterker nog, de pilot-leerlingen deden het in deze proefwerkweek vergelijkbaar of beter dan de drie lichtingen voor hen.
De opbrengsten van de eerste fase zijn positief. De toetsdruk bij leerlingen is flink afgenomen. Wel geven sommigen aan dat zij juist stress ervaren doordat ze minder cijfers krijgen. Afspraken en regels uit de pilot worden nu ook in andere leerjaren toegepast. Het team formatief evalueren heeft hiermee een fundament gelegd voor verdere implementatie. De pilot heeft gezorgd voor een sterke, schoolbrede, inhoudelijke dialoog en overeenstemming over ons onderwijs. Dit schooljaar gaan we de pilot uitbreiden naar 5 vwo.
Vanaf het begin hebben wij als team 4 vwo samen geformuleerd wat onze visie is op formatief evalueren en welke doelstellingen wij met onze leerlingen willen bereiken. Ons uitgangspunt: een (formatieve) toets heeft een didactische functie en moet een positief effect hebben op het leerproces van de leerling. Dat betekent dat de docent:
een goed beeld krijgt van de mate waarin de leerlingen de stof beheersen,
(leer)belemmeringen signaleert en daarop anticipeert,
op basis daarvan nieuwe leeractiviteiten ontwikkelt,
die leeractiviteiten en de effecten evalueert en verbeteracties ontwikkelt.
Lees meer over de ervaringen op het Augustinianum in het dossier Formatief Evalueren.
Dit artikel verscheen in de rubriek Praktijk in Didactief, oktober 2018.
1 Waar wil jij beter in worden?
2 Formatief evalueren in de praktijk: terugblikken en vooruitzien
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven