Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) is in het vmbo een verplicht examenvak. Ouders zijn doorgaans zeer betrokken bij de beroepskeuze van hun kind en hebben hier, meer nog dan de school, invloed op. Het is nuttig als school en ouders meer samenwerken en de inspanningen op elkaar afstemmen, zo blijkt uit twee initiatieven voor praktijkgericht onderzoek (zie kader).
Op 14 scholen in vijf grote steden is in schooljaar 2016/2017 een samenhangende aanpak ontwikkeld voor loopbaangerichte ouderactiviteiten: thuisopdrachten, voortgangsgesprekken en ouderbijeenkomsten. Elke activiteit borduurde voort op de vorige en bereidde voor op de volgende, en de ouderactiviteiten sloten aan op het LOB-curriculum van de leerlingen.
Op scholen in de regio Utrecht is in dezelfde periode een programma ontwikkeld met drie thuisopdrachten voor leerlingen (aansluitend op het LOB-curriculum), waarmee ze inzicht kregen in hun eigen kwaliteiten, de beroepen en opleidingen die daarbij passen en hun sociale netwerk en hoe dit nuttig kan zijn bij loopbaankeuzes.
In beide projecten waren leraren, ouders en leerlingen over het algemeen positief over het programma, zoals blijkt uit de interviews en evaluaties in beide onderzoeken.
Thuis vonden goede gesprekken plaats over studie- en beroepskeuze. Voor sommige leerlingen en ouders was dit nieuw, waardoor ze ook tot nieuwe inzichten kwamen. Leerlingen vonden het bijvoorbeeld prettig om de mening van ouders te horen over hun kwaliteiten. Een ouder zei: ‘Het dwingt je om het gesprek met je kind anders te voeren. Je leert je kind beter kennen, doordat je vragen stelt die je anders niet stelt. Met name de waarom-vragen.’ Een leerling zegt naar aanleiding van een interactieve ouderbijeenkomst waar zij zelf presenteerde: ‘Het zet je wel aan tot nadenken over je ervaring, waar je tijdens je stage niet over nadenkt. Je moet je verdiepen.’
Een leraar zei over de loopbaangerichte voortgangsgesprekken: ‘Voor het eerst dacht ik echt dat ouders betrokken waren bij de keuzes van het kind, dat ze het begrepen.’ Wel waren er in de eerste ronde nog wat ‘kinderziektes’: soms kwamen thuisopdrachten te laat omdat leerlingen al zeker waren van hun keuze. Het helpt als je als school vroeg met het programma begint, bijvoorbeeld in het derde leerjaar.
Korte opdrachten
maken het haalbaar
en laagdrempelig
In beide onderzoeken hebben we voor en na het programma vragenlijsten afgenomen bij leerlingen om te zien of de aanpak werkte. Deze laten bescheiden effecten zien. In de vijf steden zagen we dat leerlingen zich beter gingen oriënteren op werk, meer gingen uitproberen welke loopbaankeuze bij hen paste en meer op zoek gingen naar mensen die hen hierbij konden ondersteunen.
In de regio Utrecht bleek de grip van leerlingen op hun loopbaan te verbeteren, bijvoorbeeld door tijdens een praktijkopdracht of stage te zorgen dat ze konden ontdekken wat past bij hun kwaliteiten. Op andere zaken vonden we geen effect (zoals houding van leerlingen, hun ondernomen activiteiten, hoe zeker ze waren over hun keuze voor een beroepsrichting), misschien deels door het kleine aantal leerlingen in dit onderzoek. Wel werd na deelname aan het programma het verband sterker tussen de invloed van de omgeving (ouders) en betere loopbaancompetenties bij leerlingen. Of dit door het programma komt, valt niet met zekerheid te zeggen, maar al met al stemmen de resultaten hoopvol over het versterken van de rol van ouders bij studie- en beroepskeuze.
‘Voor het eerst
zag ik écht
betrokken ouders’
Loopbaangerichte activiteiten met ouders dragen het meest bij als ze een samenhangend geheel vormen. Bespreek een thuisopdracht bijvoorbeeld voor in een voortgangsgesprek en laat deze opdracht als voorbereiding dienen op een ouderbijeenkomst. Ook inbedding in het LOB-curriculum is belangrijk. Laat de ouderactiviteiten goed aansluiten op de loopbaanlessen op school en bespreek de thuisopdrachten daarin voor en na.
Maak het voor ouders haalbaar en laagdrempelig. Ouders wisten korte en weinig talige of tijdrovende opdrachten die aanmoedigen om thuis gesprekken te voeren, meer te waarderen dan lange, complexe opdrachten met schrijf- en opzoekwerk. Ze kwamen eerder naar een enkele ouderbijeenkomst dan naar een reeks bijeenkomsten.
Het helpt als het hele team betrokken is. Vernieuwingen die leunen op slechts enkele enthousiaste leraren, zijn erg kwetsbaar: als deze collega’s weggaan, bestaat het risico dat de activiteiten met minder enthousiasme worden uitgevoerd of verzanden.
Op de grootstedelijke scholen hielpen twee externe procesbegeleiders, tevens deskundigen op het gebied van ouderbetrokkenheid, het programma tot stand te brengen en het onderzoek te organiseren. Als je een nieuwe aanpak in je school wilt realiseren en onderzoeken, is het verstandig om dergelijke begeleiders in te schakelen.
Tot slot: geef tijd. Docenten en mentoren moeten dit soort projecten meestal doen naast hun gewone werk. Maar zij hebben voldoende ruimte nodig om te experimenteren, zich het programma eigen te maken en collega’s hierin mee te nemen.
Mariëtte Lusse is lector bij de Hogeschool Rotterdam. Het onderzoek in de vijf steden vond plaats in het kader van het City Deal-project (ministerie van SZW), zie hr.nl/gereedschapskist. Régina Petit is senior onderzoeker aan het Kohnstamm Instituut. Het onderzoek in de regio Utrecht vond plaats met subsidie van het NRO (projectnummer 405-14-573).
Dit artikel verscheen in de rubriek Onderzoek vo in Didactief, maart 2019.
Programma op maatMariëtte Lusse en collega’s (Hogeschool Rotterdam en Open Universiteit) onderzochten op 14 vmbo-scholen in vijf grote steden een aanpak om de rol van ouders te versterken bij de loopbaanontwikkeling van hun kinderen. Zij ontwikkelden voor elke school op maat een programma met activiteiten voor ouders (thuisopdrachten, loopbaangerichte voortgangsgesprekken en interactieve ouderbijeenkomsten). |
Voorbeeld jaarplanning curriculum uit de handreiking Ouders en LOB (bron: van Lusse, Kuijpers, Strijk, Diender & Hermans, 2018, p. 25 – 33):
Download hier volledige handreiking.
Kuijpers, M., Strijk, M., Lusse, M. & Van Schie, L. (2018). Ouderbetrokkenheid bij loopbaanontwikkeling van vmbo-leerlingen. Onderzoek m.b.t. het City Deal project preventieve jeugdwerkloosheid migrantenjongeren. Rotterdam: Hogeschool Rotterdam.
Lusse, M. & Diender, A. (2014). Samen werken aan schoolsucces. Bussum: Coutinho.
Lusse, M., Kuijpers, M., Strijk, M., Diender, A., & Hermans, A. (2018). Handreiking Ouders en LOB. Den Haag: ministeries van SZW en OCW.
Petit, R., Brouwer, P., Meijer, J. (2018). Een goed gesprek over de toekomst. Ouderbetrokkenheid bij loopbaankeuzes op het vmbo en het mbo. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven