Onderzoek

Les in burgerschap: zo kan het wél!

Tekst Els Kuiper
Gepubliceerd op 30-03-2017 Gewijzigd op 18-06-2019
Beeld Human Touch Photography
Hoe kun je burgerschapsonderwijs goed vormgeven? Geef het vooral structureel aandacht, en sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, zo blijkt uit onderzoek naar good practices.

Veel recente publiciteit over burgerschapsonderwijs focust op de onmacht van scholen. Zo zou een op de negen leraren in het voortgezet onderwijs geen aandacht durven te schenken aan ‘moeilijke onderwerpen’ als terrorisme en homoseksualiteit, aldus DUO Onderwijsonderzoek begin februari. En de Onderwijsinspectie wist te melden dat de aandacht van scholen voor burgerschap te weinig doelgericht en planmatig is (zie hier de bijbehorende kamerbrief). Maar dat is slechts één kant van het verhaal. Er zijn genoeg scholen die actief en vanuit een positieve houding met burgerschap bezig zijn, en daarvan is veel te leren.

Vrijwel tegelijk met het inspectierapport verscheen de publicatie van ons onderzoek naar good practices in burgerschapsonderwijs. Daarin hebben we wetenschappelijke literatuur gecombineerd met praktijkvoorbeelden op zes scholen, verspreid over het land: drie basisscholen en in het voortgezet onderwijs een praktijk-, een vmbo- en een havo/vwo-school.

Uit de optimistische ondertitel van het verslag, ‘wat scholen kunnen doen’, blijkt ons doel: leraren, schoolleiders en beleidsmakers concrete handvatten bieden om het burgerschapsonderwijs verder vorm te geven. De gevarieerde praktijkvoorbeelden zijn gepresenteerd zonder rangorde. Het ging niet om de vraag wie het nu het beste doet, maar om het verzamelen van zoveel mogelijke inspirerende ‘haakjes’ voor andere scholen.

Tweespan: curriculum en klimaat

Uit de wetenschappelijke literatuur en de schoolportretten rijst een eenduidig beeld van de kern van burgerschapsonderwijs: gedeelde waarden, zoals democratische gezindheid, tolerantie, respect voor andersdenkenden en maatschappelijke betrokkenheid.

Uit onze literatuurstudie blijken twee belangrijke aandachtspunten voor het ontwikkelen van burgerschapscompetenties van leerlingen. Ten eerste is het belangrijk om burgerschap structureel aandacht te geven. Losse projecten over specifieke thema’s of de actualiteit kunnen een prima aanvulling zijn, maar burgerschapsonderwijs moet vooral verankerd zijn in de school, vanuit een duidelijke visie die door schoolleiding en leraren wordt gedragen.

Ten tweede moet burgerschap een plaats krijgen in het curriculum – de vakken – en het pedagogisch klimaat. Het pedagogisch klimaat is het geheel van omgaan met elkaar op school: positieve relaties tussen leerlingen en leraren, een stem geven aan leerlingen en hen serieus nemen, hen laten ervaren dat hun mening ertoe doet en dat zij van mening kunnen en mogen verschillen met docenten. Curriculum en pedagogisch klimaat vullen elkaar aan en versterken elkaar.

Hoe komen deze aandachtspunten terug in de onderwijspraktijk? De zes casestudies laten zien hoe scholen in heel verschillende (en soms lastige) omstandigheden erin slagen om burgerschapsonderwijs mooi vorm te geven, aansluitend bij hun onderwijsvisie en leerlingenpopulatie. De schoolbezoeken die aan de studies voorafgingen, waren zonder uitzondering een feestje voor de onderzoekers. Scholen waren trots op hun manier van werken en bleken graag bereid die te delen met andere scholen.

Meiden op een bankjeVerhalen vertellen

Wat kunnen andere scholen dus van de zes onderzochte scholen leren? Allereerst dat een positief schoolklimaat de basis is, zoals ook uit de literatuurstudie bleek: een veilige, respectvolle omgeving waarin leerlingen en leraren open met elkaar praten en verschillen mogen bestaan. De praktijkschool bijvoorbeeld, in de Haagse Schilderswijk, legt daarop de nadruk en geeft de leerlingen het gevoel dat ze ‘er mogen zijn’. Die veilige omgeving is ook op de vmbo-school het uitgangspunt: de school moet een plek zijn waar je je verhaal kwijt kunt en waar je mag twijfelen, als tegenwicht tegen een buitenwereld waarin er daarvoor niet altijd ruimte is.

Op school mag leerling twijfelen
als dat buiten niet kan

Uitgangspunt op deze school is: ‘alles is bespreekbaar’. Een van de basisscholen in ons onderzoek gebruikt verhalen uit boeken als startpunt om ervaringen of dilemma’s te bespreken. Fictieve verhalen bieden leerlingen de gelegenheid om zich met een standpunt of gebeurtenis te identificeren en lastige onderwerpen te bespreken zonder dat het te persoonlijk wordt.

Ook heel belangrijk: maak burgerschap voor leerlingen concreet door aan te sluiten bij hun leefwereld. Democratisch leren handelen kun je oefenen via democratische besluitvorming, ook op jonge leeftijd. Kleuters kun je gezamenlijk laten kiezen welk werkje ze die middag zullen doen.

Ook gebeurtenissen die zich voordoen in het leven van leerlingen, en vragen die voortkomen uit de maatschappelijke actualiteit, zijn een goed uitgangspunt. Vertrek vanuit de diversiteit in de klas, en leg consequent de relatie tussen wat er in de wereld gebeurt en de persoonlijke geschiedenis van leerlingen. Dialogische werkvormen kunnen helpen, waarbij leerlingen hun eigen standpunt verwoorden en met elkaar in gesprek gaan. Een van de basisscholen verwerkt dit bijvoorbeeld in een filosofiemethode voor groep 1 tot en met 8.

Zorg er ten slotte voor dat je doelgericht werkt vanuit een gezamenlijke visie. Dit creëert draagvlak binnen de school. Ook dat blijkt uit ons onderzoek: op de meeste scholen wordt veel uitgewisseld en is er een open, betrokken houding binnen het team.

Aan de slag met burgerschap

Wat helpt je op weg?

  • Bedenk als team hoe je burgerschap voor leerlingen concreet kunt maken en plan daar tijd voor in. 

  • Overleg met elkaar hoe je onderwerpen rond burgerschap in een doorlopende leerlijn kunt verwerken.

  • Bedenk samen hoe je buitenschoolse activiteiten, zoals een excursie of een maatschappelijk project, kunt integreren in de lessen.

  • Formuleer doelen op het gebied van omgaan met elkaar. En reflecteer daar als team én met je leerlingen op.

  • Maak moeilijke onderwerpen binnen het team bespreekbaar. Dat maakt het makkelijker om ook naar leerlingen een open houding te hebben.

  • Neem eens een kijkje bij een andere school.

 

Hessel Nieuwelink, Marianne Boogaard, Anne Bert Dijkstra, Els Kuiper, en Guuske Ledoux, Onderzoek in burgerschap: wat scholen kunnen doen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut (in opdracht van NRO), 2016.

Literatuur:

Loopbaan en burgerschapsonderwijs in het mbo

- Consensusdoelen in het Nederlandse burgerschapsonderwijs: een verkenning

Dit artikel verscheen in Didactief, april 2017.

Bronvermelding

1 NRO pagina van het project

Click here to revoke the Cookie consent