Onderzoek

Leesbegrip beter in beeld

Tekst Jos Keuning, Nicole Swart en Femke Scheltinga
Gepubliceerd op 10-12-2019 Gewijzigd op 09-04-2020
Een assessment kan je helpen om het leesonderwijs beter af te stemmen op wat de leerling nodig heeft, zo blijkt uit praktijkgericht onderzoek.

Toetsresultaten geven bij leesvaardigheid vaak alleen inzicht in het huidige niveau, in relatie tot leeftijdgenoten en het referentiekader. Maar als leraar wil je ook weten wat je kunt doen om dat niveau te ontwikkelen: hoe pas je de instructie aan, hoe sluit je aan bij het leervermogen van de leerling?

Onderzoek onder 413 leerlingen in groep 5, 6 en 7 (tien scholen van stichting Kans & Kleur in Wijchen) laat zien hoe je daar achter komt: door de begripsvaardigheden op woord-, zins- en tekstniveau samenhangend te toetsen. De leerlingen kregen verspreid over vijf weken 25 korte teksten te lezen, om na te gaan of ze de belangrijkste woorden in de tekst konden aanwijzen en of ze wisten wat deze betekenden. Ook werd gekeken of ze verbanden konden leggen tussen zinnen en tekstdelen en of ze de centrale boodschap begrepen. Het assessment bestond uit opdrachten hierover, die de leerlingen zelfstandig maakten op een tablet tijdens de leesles. Een digitale leesinstructeur gaf de leerling hints als het niet lukte.

 

Vijf profielen

Het assessment maakte verschillen tussen leerlingen zichtbaar, die zijn herleid tot vijf zogenoemde lees-leerprofielen met tips voor de les. Zo weet je als leraar precies met welke specifieke lesactiviteiten je de leerling verder kunt helpen:

1. Woordbeeld: technisch lezen kost deze leerlingen zo veel inspanning dat ze niet aan begrijpen toekomen. Als leraar kun je helpen met woordherkenning: lees de tekst bijvoorbeeld voor (preteaching) en lees deze ook samen met de leerling, zodat hij de tekst tijdens de les vloeiend kan lezen.

2. Woordenschat: de woordenschat van deze leerlingen is onvoldoende om de tekst te kunnen begrijpen. Zij profiteren van woordposters en -schema’s. Ook is het nuttig om de belangrijkste woorden uit de tekst eerst met hen te bespreken.

3. Verbanden: als leerlingen het verband tussen zinnen en alinea’s niet doorzien, waardoor de boodschap hen ontgaat, kun je de tekst visualiseren. Geef de inhoud bijvoorbeeld weer in een tijdlijn of oorzaak-gevolgschema.

4. Woordenschat en verbanden: combinatie van beide profielen (en ondersteuning).

5. Harmonisch: bij deze leerlingen ontwikkelen de deelvaardigheden van lezen zich ongeveer even snel. Expliciete sterktes en zwaktes zijn er niet. Ook bij dit profiel is een combinatie van oefeningen aan te bevelen.

Het onderzoek toonde aan dat de 26 deelnemende leraren de profielen ervoeren als zinvol en bruikbaar (zie ook kader). ‘Ze zijn een impuls om het onderwijs in begrijpend lezen op een andere manier te organiseren,’ aldus een van hen. Ook de meeste leerlingen waren enthousiast: 92% vond het fijn om hulp te krijgen van de computer.

 

Les op maat

Onderdeel van het praktijkonderzoek was een training: de 26 deelnemende leraren gingen met de lees-leerprofielen aan het werk. Ze leerden deze te interpreteren en ontwikkelden specifieke lesactiviteiten bij de verschillende profielen (zoals preteaching gericht op woordenschat). ‘De training was een waardevolle toevoeging om de profielen juist te gebruiken en vervolgens onderwijs op maat te bieden,’ aldus een deelnemer.


Jos Keuning e.a., Evaluatie en planning van lees-leertrajecten. Een dynamisch perspectief. Eindrapport NRO praktijkgericht langlopend onderzoek (projectnummer 405-15-548). Radboud Universiteit/Cito/Expertisecentrum Nederlands/Kennisinstituut voor Taalontwikkeling Amsterdam, 2019. Download hier de lessuggesties bij de profielen, en de informatiebox van Cito.

Dit artikel verscheen in Didactief, december 2019.

Click here to revoke the Cookie consent