Dit blijkt uit onderzoek van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. De gemiddelde Cito-score van de eerste groep leerlingen bleek drie tot vijf punten hoger te liggen dan die van de laatste groep.
‘De gemiddelde Cito-score wordt voor een groot deel bepaald door de leerlingenpopulatie: hoe meer leerlingen van ouders met een hoge opleiding, hoe hoger de gemiddelde Cito-score. Maar uit ons onderzoek blijkt dat er daarnaast ook een verband is tussen leerlingenprestaties en goed bestuur’, vertelt Roelande Hofman van de Rijksuniversiteit Groningen die het onderzoek samen met de Erasmus Universiteit Rotterdam uitvoerde. Volgens Hofman komt dat waarschijnlijk doordat besturen die volgens de code werken, aandacht schenken aan verdere ontwikkeling van principes van goed bestuur, zoals deskundigheidsbevordering, kwaliteitsverbetering van het onderwijs en een heldere verantwoording aan ouders. Deze schoolbesturen maken er aantoonbaar werk van als ouders, onderwijsinspectie of de gemeente tekortkomingen signalen. Ook stellen zij zich regelmatig op de hoogte van opvattingen van ouders en leerlingen en maken ze hun beleid samen met directies, leraren en ouders.
In de Code Goed bestuur is onder meer vastgelegd hoe schoolbesturen verantwoording moeten afleggen over hun beleid. Sinds de code werd opgesteld in 2010, is het aantal schoolbesturen in het primair onderwijs dat werkt volgens de Code Goed Bestuur verdubbeld. /PDJ
Dit artikel verscheen in de rubriek 'D to know' in Didactief, maart 2013.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven