Interview

‘Leer docenten om aan hun identiteit te werken’

Tekst Redactie Didactief
Gepubliceerd op 11-07-2016 Gewijzigd op 08-03-2017
Identiteitsontwikkeling is onderbelicht in het huidige onderwijs voor docenten, stelt Paulien Meijer in haar oratie als hoogleraar-directeur van de Radboud Docenten Academie in Nijmegen.

Wat bedoelt u met 'identiteitsontwikkeling van docenten'?
'De ontwikkeling van een professionele identiteit. Met 'professioneel' bedoel ik de vereiste kennis en vaardigheden, maar ook de verantwoordelijkheden en voorbeeldfuncties die de maatschappij van de docent vraagt. Het gaat er dus niet alleen om dat je als docent je ding doet voor de klas, maar ook dat je weet wat het betekent voor jou en de maatschappij om docent te zijn. De lerarenopleiding richt zich vooral op vakkennis en didactische vaardigheden, en minder op identiteitsontwikkeling. Daar mogen we meer aandacht en sturing aan geven.'

Waarom is dat belangrijk?
'Veel startende docenten krijgen een praktijkschok. Ze hebben zich allerlei kennis en vaardigheden eigen gemaakt, maar weten eigenlijk niet of ze wel geschikt zijn voor het docentschap. Dit laatste geldt ook voor veel docenten die al zeven tot tien jaar voor de klas staan. Ze verliezen hun interesse voor hun vak en vragen zich af of dit is waar ze voor gekozen hebben. Ze haken af. Dit komt omdat we te weinig aandacht besteden aan de vraag: wat voor docent ben je aan het worden? Waar identificeer je je mee? Net zoals leerlingen tegenwoordig leren wat het is om volwassen, een burger, te zijn, moeten docenten leren wat het is om zich te identificeren met hun vak, leerlingen en collega's.'

Wat kan de lerarenopleiding hieraan doen?
'Meer aandacht besteden aan identiteitsontwikkeling tijdens scholingsbijeenkomsten. Opleiders moeten weten welke typen leerprocessen er komen kijken bij het worden van een docent. Naast deze lessen is het bezoek van opleiders aan stagescholen van belang. Observeer bijvoorbeeld ook hoe een docent in opleiding zich gedraagt in de lerarenkamer. Is hij of zij collegiaal? Dit is niet alleen de taak van de scholen, maar ook van de opleiders. Zij zien namelijk het bredere plaatje.'

En wat kan de school doen?
'Toezien op het lesgeven van de stagiairs heeft prioriteit, maar de school kan oog houden op de bredere ontwikkeling. Besteed aandacht aan hoe startende en ervaren docenten in het beroep staan. Daarbij zou het goed zijn om voor leraren-in-opleiding en starters naast de vakcollega, een mentor aan te wijzen die zicht kan houden op de groei in het docentschap.'

U spreekt over docenten in het VO. Geldt voor PO en mbo hetzelfde?
'De identiteitsontwikkeling is daar anders. Docenten in het VO ontlenen hun identiteit aan het vak, terwijl groepsleerkrachten dit minder doen. Ook op het mbo verloopt de ontwikkeling anders door de praktijkgerichte vakken. In relatie tot leerlingen en collega's zijn de processen echter wel hetzelfde. Daar wil ik me graag verder in verdiepen. De interesse van pabo's is er en ik heb de contacten.'

De oratie De docent: sterk in ontwikkeling van Paulien Meijer is na te lezen op www.ru.nl/docentenacademie/pecha-kucha/oratie-paulien

Tekst: Nick van Schaik

Dit artikel is verschenen in de rubriek Onderzoek Kort van Didactief (juni 2014).

 

 

Click here to revoke the Cookie consent