Onderzoek

Kimberley meldt zich af

Tekst Susanne Rijken en Nadine Sterk-Zeeman
Gepubliceerd op 06-12-2022 Gewijzigd op 06-12-2022
Beeld Shutterstock
Gemotiveerde leerlingen kiezen soms niet voor hun voorkeursopleiding als daar selectie plaatsvindt, meldt de Inspectie van het Onderwijs. Niet hun kwalificaties of de opleidingsinhoud, maar de selectieprocedure is de reden. Deze ‘zelfselectie’ zorgt voor kansenongelijkheid en een minder diverse studentengroep.

In 2022-2023 selecteerde zo’n 18% van de voltijd bacheloropleidingen op hbo’s en universiteiten aan de poort. Zij waren dus niet zonder meer toegankelijk met een mbo- of vo-diploma. Veel jongeren melden zich bij voorbaat niet aan voor dergelijke opleidingen. De redenen hiervoor lopen uiteen: ze lopen niet graag het risico van afwijzing, zien op tegen een toets of een motivatiegesprek, of denken de selectie niet te kunnen combineren met toetsmomenten in het vo of mbo. Daardoor wordt selectie onbedoeld zelfselectie.

We spreken van zelfselectie als jongeren zich wél aangemeld zouden hebben als de opleiding geen of andere selectie-eisen had. Zelfselectie blijkt ongelijk verdeeld: bij sommige jongeren komt dit vaker voor dan bij andere. Maar hoe omvangrijk is de groep voor wie dit geldt? Vanwege het belang van een toegankelijk hoger onderwijs, het gebrek aan zicht op dit probleem en de groeiende zorg in de politiek hierover, deed de inspectie onderzoek naar zelfselectie onder mbo’ers, havisten en vwo’ers. In dit artikel kijken we alleen naar havo- en vwo-scholieren en naar de kenmerken van de selectieprocedure voor hun voorkeursopleidingen.

 

Examenperiode

Allereerst hebben we kenmerken van jongeren en van selecterende opleidingen geïdentificeerd die mogelijk zelfselectie beïnvloeden. Dat gebeurde via literatuuronderzoek en met een vragenlijst onder schooldecanen. Kenmerken van jongeren verdeelden we onder naar achtergrond (zoals geslacht of opleiding van de ouders) en persoonlijkheidskenmerken (zoals faalangst of risicomijdend gedrag). Bij kenmerken van selecterende opleidingen – drempels – gaat het om de tijdsinvestering die de selectieprocedure vraagt, de periode waarin die plaatsvindt en om het selectie-instrument, zoals een toets of motivatiegesprek.

We gebruikten een vragenlijst- en een vignettenonderzoek om de zelfselectie van leerlingen te analyseren. Een vignet is een beschrijving van een hypothetische situatie waarbij de leerlingen wordt gevraagd wat zij onder die omstandigheden zouden doen.

Alleen al het feit dát er selectie plaatsvindt, blijkt een drempel voor sommige aspirant-studenten. Maakt het dan uit hóe de selectie plaatsvindt? Zeker. Zonder bepaalde drempels zouden de meeste havisten en vwo’ers zich aanmelden voor hun voorkeursopleiding (respectievelijk 77% en 84%). Kost de selectieprocedure echter veel tijd, vindt deze plaats in een examenperiode en moet er een toets worden gemaakt of een cijferlijst worden overlegd, dan stijgt het percentage kandidaten dat zich niet zou aanmelden.

 

Hoogste drempel

De hoogste drempel voor vwo’ers en havisten is de periode waarin de selectieprocedure valt. Als selectiedagen, toetsen of gesprekken plaatsvinden in een examenperiode is dit reden om zich niet aan te melden. Bepaalde groepen leerlingen worden meer beïnvloed door sommige selectiedrempels dan andere. Zo zien faalangstige leerlingen mogelijk meer dan anderen op tegen het maken van een toets. Leerlingen die zich in klas 4 of 5 pas realiseren dat cijfers belangrijk zijn voor bepaalde opleidingen, kunnen meer moeite hebben met het overleggen van een cijferlijst. Juist deze verschillen zijn relevant bij onderzoek naar zelfselectie.

De kenmerken van scholieren die vanwege drempels in het hoger onderwijs meer geneigd zijn tot zelfselectie zijn zeer divers en wisselen per drempel binnen de selectieprocedure. Onderstaand figuur vat deze kenmerken van leerlingen per drempel voor selectieve opleidingen samen.

Figuur 1. Groepen havo- en vwo-leerlingen die zich minder snel voor een opleiding zeggen aan te melden per drempel (groene balken: opleidingskenmerken/drempels, witte tekst: achtergrondkenmerken, oranje tekst: persoonlijkheidskenmerken)

Bron: Inspectie van het Onderwijs (2022)

Het valt op dat bij de ene drempel persoonlijkheidskenmerken als examenstress en faalangst een rol spelen, terwijl bij andere drempels juist achtergrondkenmerken van invloed zijn – zoals inkomen van de ouders, migratieachtergrond of leeftijd. Van de persoonlijkheidskenmerken zijn examenstress en het omgaan met risico’s (mijden of juist niet) het meest bepalend voor (afzien van) aanmelding. Opvallend is dat risicomijdende havisten en vwo’ers meer zelfselectie laten zien bij het moeten voeren van een motivatiegesprek, terwijl het juist de niet-risicomijdende vwo’ers zijn die meer zelfselectie laten zien als ze een cijferlijst moeten overleggen.

 

Aanbevelingen

In het uitgebreide onderzoeksrapport doen we aanbevelingen voor beleidsmakers, instellingen in het hoger onderwijs en instellingen voor voortgezet onderwijs en mbo. Voor het voortgezet onderwijs bevelen we het volgende aan:

1. Wees je bewust van achtergrondfactoren van leerlingen die belemmerend kunnen werken bij keuzes voor de toekomst.

Leerlingen met een risico op onbedoelde zelfselectie treffen we vooral aan onder groepen met kenmerken die min of meer vastliggen, zoals geslacht, migratieachtergrond en de opleiding van ouders. Decanen en schoolloopbaanbegeleiders zouden in hun keuzebegeleiding met deze specifieke groepen leerlingen rekening kunnen houden. Naar wie kan je voor hulp bij het schrijven van een motivatiebrief? Waar vind je informatie over tegemoetkomingen en beurzen? Met wie kan ik praten over de cultuur in het hoger onderwijs?

2. Breng kwetsbare groepen in kaart.

Ga in een klas of op een school na hoeveel leerlingen met een hoger risico op zelfselectie je in huis hebt. Kennis van de schoolpopulatie is een eerste voorwaarde voor maatwerk.

3. Wees alert op negatieve keuzes.

Maak onderscheid tussen een positieve en een negatieve keuze voor een opleiding: de leerling kan en zou wel graag naar opleiding A, maar kiest vanwege (vermeende) obstakels voor opleiding B. Wordt de keuze voor B gemaakt vanuit de angst om te falen en worden er drempels ervaren? Aandacht voor het risico van afwijzing bij selectieve opleidingen kan helpen bij een weloverwogen keuze voor een vervolgstudie.

4. Verlaag de drempels alvast in het aanleverend onderwijs.

Is extra aandacht in het curriculum gewenst, bijvoorbeeld voor gespreks- en presentatievaardigheden? Begeleiding van het studiekeuzeproces kan, waar dat past, al in het eerste schooljaar van het voortgezet onderwijs beginnen.

 

Susanne Rijken en Nadine Sterk-Zeeman zijn beiden Inspecteur hoger onderwijs bij de Onderwijsinspectie.

 

Bronnen:

Inspectie van het Onderwijs (2022). Onbedoelde zelfselectie: drempels voor een specifieke opleiding. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs.

Inspectie van het Onderwijs (2021). Wel of niet naar de hogeschool? Achterliggende mechanismen van onbedoelde zelfselectie in het keuzeproces van mbo 4-studenten, tussenrapportage. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs.

ResearchNed (2020). Ontwikkeling van een instrument ten behoeve van een onderzoek naar zelfselectie. In: Inspectie van het Onderwijs (2022). Onbedoelde zelfselectie: drempels voor een specifieke opleiding. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs. Bijlage II Literatuuronderzoek en pre-testinstrument voor het meten van zelfselectie.

Tweede Kamer (2019). Motie Van den Hul over een onderzoek naar zelfselectie, 07-03-2019, Kamerstuk 31288, 705.

Welke opleidingen hebben een numerus fixus? - Studiekeuze123

Opleidingen met aanvullende eisen - Studiekeuze123

 

Dit artikel verschijnt ingekort in Didactief, december 2022.

Click here to revoke the Cookie consent