Joris van Elferen, docent natuurkunde en scheikunde op het Mondial College in Nijmegen, weet het maar al te goed. Leraren hebben het al druk genoeg en worden aan de lopende band overspoeld met nieuwe plannen. Toch is Van Elferen enthousiast over de kennisbasis natuurwetenschappen en technologie, een kader waarin de kerndoelen voor de exacte vakken concreet gemaakt zijn.
Van Elferen was zijdelings betrokken bij het opzetten van de kennisbasis, een project van SLO, het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Hij heeft zelf ervaring met het maken van lesmethodes voor natuur- en scheikunde, en weet dat die inhoudelijk overladen kunnen zijn. ‘Sommige gaan bijvoorbeeld heel uitvoerig in op industriële productieprocessen. Interessant, maar niet per se noodzakelijk in de onderbouw.’ De kracht van de kennisbasis zit er volgens hem in dat docenten er hoofd- en bijzaken mee kunnen scheiden. ‘Het is een hulpmiddel waarmee je door de bomen het bos gaat zien.’
Dat hoopt ook Wout Ottevanger, projectleider van de kennisbasis. Ottevanger merkt dat er onder leraren behoefte is aan ondersteuning bij het inrichten van het onderwijs voor exacte vakken. ‘In sommige landen wordt het curriculum tot in detail voorgekauwd, bij ons hebben docenten veel vrijheid. Dat is prachtig, maar er zitten ook nadelen aan.’ Het idee van de kennisbasis, geïnspireerd op de nieuwe Amerikaanse science standards, is dat leraren greep krijgen op de vakinhouden en sneller kunnen zien waar de diverse vakken elkaar overlappen. Verder biedt de kennisbasis ook een overzicht van de werkwijzen en denkwijzen van technici, wetenschappers en ingenieurs. Zulke overkoepelende begrippen maken het makkelijker om vakoverstijgend te werken.
Docenten, opleiders en uitgeverijen van schoolboeken konden feedback geven op conceptversies van de kennisbasis. Het valt te verwachten dat de uitgevers de kennisbasis gaan gebruiken voor nieuwe lesmethodes. Maar ook docenten en opleiders kunnen ermee aan de slag. Van Elferen: ‘Het is een geweldig document om zelf een les mee te maken. ’
De definitieve versie van de kennisbasis komt binnenkort beschikbaar op de site van SLO. Wat moet er gebeuren om ervoor te zorgen dat leraren die ook echt gaan gebruiken? Ottevanger benadrukt het belang van goed voorbeeldlesmateriaal. ‘Aansprekende voorbeelden van wat je met de kennisbasis kunt doen, die vormen de beste reclame die je je kunt wensen.’ SLO wil daarbij aansluiten bij bestaande initiatieven zoals docentontwikkelteams en professionele leergemeenschappen. Daarnaast steekt SLO veel energie in goede informatievoorziening onder docenten. Ook Van Elferen gelooft dat het succes van de kennisbasis daarmee valt of staat. ‘De kennisbasis is geen extra belasting voor docenten. Je hoeft het stuk maar één keer goed door te nemen en dan scheelt het je juist werk. Die boodschap moet goed overkomen.’
Dit artikel is eerder verschenen in Didactief, mei 2014.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven