Onderzoek

John Dewey (1859-1952)

Tekst Anne Burgers
Gepubliceerd op 02-04-2013 Gewijzigd op 27-10-2016
John Dewey mislukte als leraar. Hij besloot zich te storten op onderwijskundige hervormingen, en dat bleek een slimme zet.

Alleskunner John Dewey (filosoof, psycholoog én pedagoog) werd geboren in een eenvoudig gezin in de oostelijke Amerikaanse staat Vermont. Amper twintig jaar oud werd hij toegelaten tot de prestigieuze Johns Hopkins-universiteit, waar hij filosofie en psychologie studeerde. Tegelijkertijd startte de jonge John als docent in voortgezet en lager onderwijs.

Zijn schoolcarrière duurde slechts drie jaar. Al snel moest hij ontgoocheld concluderen dat het lerarenberoep niet aan hem besteed was. Misschien was hij te theoretisch of academisch ingesteld om een groep opstandige pubers de baas te kunnen? Hij keerde terug naar Johns Hopkins om te ontdekken dat de academische wereld wel zijn cup of tea was. In no time promoveerde Dewey op Kant en kreeg hij een aanstelling aan de spiksplinternieuwe universiteit van Chicago. Hier werd hij een van de grondleggers van het pragmatisme: een brede filosofische stroming die de praktische effectiviteit van een theorie belangrijker vindt dan de morele waarde ervan. Volgens deze beweging is ‘de waarheid’ altijd afhankelijk van de praktijk, en kan deze worden aangepast als de praktische effectiviteit van een theorie of stelling verandert. 

Tijdens zijn Chicago-jaren raakte Dewey steeds meer geïnteresseerd in onderwijs. Aansluitend bij zijn opvatting dat de werking van een idee alleen in de praktijk gemeten kan worden, stichtte hij samen met zijn eerste vrouw Alice een school waar hij zijn pedagogische visies aan de ultieme test kon onderwerpen. Zo kwam John Dewey opnieuw terecht in de onderwijspraktijk, en dit keer had hij een helder doel voor ogen: hij wilde erachter komen hoe een school een cooperative community kon worden. Deze community was nodig, vond de Amerikaan, omdat leren een sociaal proces is. Deweys progressive education berustte op het idee dat diversiteit essentieel is voor goed onderwijs, en dat individuele talenten, interesses, opvattingen en achtergronden met respect en erkenning moeten worden benaderd. Ook wilde Dewey leerlingen stimuleren om zich te ontwikkelen op intellectueel, kritisch en (dus ook) sociaal gebied. Ze moesten opgroeien tot zelfdenkende individuen met een scherp oog voor het algemeen belang. Een revolutionair idee voor die tijd, dat haaks stond op de toen algemeen aanvaarde opvatting dat kindertjes juist allemaal dezelfde, brave burgers moesten worden; creativiteit en een kritische geest zouden je daarbij eerder in de weg zitten, dan dat deze tools je verder helpen in het leven. 

Dat Dewey’s ideeën controversieel waren, blijkt wel uit het feit dat Alice al snel werd ontslagen door de universiteit, waarvan de school deel uitmaakte, en dat ook Dewey zelf eruit werd geknikkerd. Toch hebben Deweys ideeën de test of time ruimschoots overleefd: de door hem gestichte University of Chicago Laboratory School staat in de top vijf van de beste scholen van het land, en vormt bovendien een kweekvijver voor de Amerikaanse topuniversiteiten.

John Dewey over opvoeding onderwijs en burgerschap, een keuze uit zijn werk. Vertaling e.d. Joop Berding. Uitgeverij SWP, ISBN 90 8850 0572. Prijs 29,90.

 

 

 

Tekst: Anne Burgers

2 april 2013

Lees alle artikelen uit deze serie in ons dossier Dode pedagogen.

Verder lezen

1 Dode pedagogen

Click here to revoke the Cookie consent