Als jongeren geïnteresseerd zijn, hebben ze meer intrinsieke motivatie en zullen ze vaker positieve emoties ervaren. Maar wat maakt iets interessant? Om dat te onderzoeken zijn 56 veertien- en vijftienjarigen van vier scholen anderhalf jaar lang gevolgd. De leerlingen gaven elke drie maanden twee weken lang via een app alles door wat maar hun aandacht trok, van tv-series tot sport, van games tot schoolvakken. Wanneer ze spontaan iets ‘interessants’ hadden gedaan of meegemaakt, werd hun gevraagd te vertellen waar, wanneer, met wie en vooral waarom ze dat leuk vonden.
De onderzoekers wilden weten waardoor interesses na verloop van tijd hetzelfde bleven of juist veranderden. In sommige gevallen zagen ze jongeren hun aandacht uit eigen initiatief op iets (nieuws) richten. Wil een leerling bijvoorbeeld beter in Frans worden (‘Ik wil meer leren van de taal’) of vindt hij dat iets goed bij hem past (‘Ik ben iemand die van gym houdt’), dan stuurt hij zijn eigen interesse.
Maar de onderzoekers zagen ook dat de belangstelling van leerlingen juist vaak door een bepaalde (les)situatie wèrd aangewakkerd. Een (nieuw) onderwerp, vak of oefening werd bijvoorbeeld ervaren als leerzaam, maakte nieuwsgierig naar een vervolg (‘Ik ben benieuwd hoe het verdergaat’) of riep simpelweg steeds een positieve emotie op (‘De leraar was grappig’). De onderzoekers zagen daarbij dat van moment tot moment kon verschillen wat een leerling aantrok: na verloop van tijd hielden de meesten er andere redenen op na om iets interessant te vinden.
Interesse-ontwikkeling, concluderen de onderzoekers, is dus lang niet altijd afhankelijk van persoonlijke motivatie en doelen. Breng je als leraar je onderwerp boeiend, dan kun je de aandacht van leerlingen richten én vasthouden.
Esther Slot, Jonne Vulperhorst e.a., Mechanisms of Interest Sustainment. In: Learning, Culture and Social Interaction, 2020.
Dit artikel verscheen in Didactief, maart 2021
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven