Nieuws

Inbeddingsgarantie Vidi: minder aanvragen, minder kwaliteit?

Tekst Hannah Wolff
Gepubliceerd op 24-05-2019 Gewijzigd op 24-05-2019
Nieuws - NWO heeft vandaag de Vidi’s toegekend aan 85 wetenschappers. In februari 2018 stelde zij een nieuwe maatregel in voor de aanvraag van deze beurzen: de inbeddingsgarantie. Deze maatregel zou de hoge druk bij zowel aanvrager als beoordelaar verlichten. Voorafgaand aan de eerste NWO-evaluatie heeft De Jonge Akademie februari 2019 op eigen houtje een enquête uitgevoerd onder potentiële Vidi-aanvragers, met kritisch resultaat.

Wat is de inbeddingsgarantie?

De inbeddingsgarantie houdt in dat aanvragers van Vidi-financiering (voor onderzoekers met enkele jaren post-doc ervaring) alleen een Vidi-beurs kunnen aanvragen met steun van het instituut waar ze willen onderzoeken. Met de inbeddingsgarantie garandeert de werkgever de onderzoeker bovendien een vaste baan of tenure track. Dit is een loopbaantraject waarin een onderzoeker een tijdelijk dienstverband heeft tot een facultaire commissie (na enkele jaren) beoordeelt of de onderzoeker een vaste aanstelling krijgt, meestal als hoogleraar. Een instituut kan er ook voor kiezen de inbeddingsgarantie te verlenen aan onderzoekers die al in vaste dienst zijn.

De Vidi-beurs is een financieringsinstrument van de NWO, ter waarde van maximaal 800.000 euro. Het stelt onderzoekers, die al een aantal jaren onderzoek doen op postdocniveau, in staat een eigen onderzoekslijn te ontwikkelen aan een instituut of universiteit.

De beoogde voordelen van de inbeddingsgarantie zijn dat de universiteit de aanvrager kiest (omdat potentiële aanvragers de inbeddingsgarantie van het instituut moeten krijgen) waardoor onderzoek en instituut beter bij elkaar zouden passen, dat de onderzoeker zekerheid krijgt in de vorm van een vast contract, en dat het aantal aanvragen daalt (omdat lang niet alle onderzoekers een vast dienstverband hebben), waardoor de beoordelaar meer tijd heeft om ze vakkundig te evalueren.

 

‘Winner takes it all’

In februari 2019 publiceerde De Jonge Akademie (DJA) een enquête op basis van respondenten die ofwel een Vidi-aanvraag hadden ingediend in 2018, of dat serieus hebben overwogen. Van de 81 respondenten hebben er 56 een Vidi-aanvraag ingediend. Slechts 24% was positief over de nieuwe maatregel. Niet verrassend waren mensen die een Vidi hebben ingediend (en dus een inbeddingsgarantie hebben gekregen) gemiddeld positiever dan mensen die geen Vidi hebben ingediend. Vervolgens is aan alle respondenten gevraagd naar de selectiecriteria van de instellingen. Er waren enkele positieve antwoorden, waarbij instituten een actieve selectie hadden die op kwaliteit gebaseerd leek, al bleef die selectie beperkt tot interne kandidaten. Veelvuldiger waren de negatieve reacties: selectie leek vooral te gaan om het dienstverband dat de potentiële aanvragers al hadden, in plaats van om kwaliteit. De respondenten die geen inbeddingsgarantie kregen, wijten dat grotendeels aan het niet-hebben van een tijdelijk contract, en daarnaast aan gebrek aan financiële middelen binnen hun instituut of geen ‘klik’ tussen hun onderzoeksprofiel en het curriculum. Anderzijds gaf 77% van de respondenten die wel een garantie hebben gegeven aan dat ze al een vast of tenure track contract hadden voor de aanvraag.

Het is opvallend dat deze inbeddingsgarantie vooral verstrekt is aan onderzoekers met een vast of tenure track contract, omdat dit er op wijst dat alleen ‘insiders’ nog kans hebben een Vidi aan te vragen. De Jonge Akademie stelt voor dat NWO met alternatieven voor de inbeddingsgarantie zal komen, omdat zij concludeert dat de maatregel het ‘winner takes it all’-effect versterkt (én een contract, én de beurs). Volgens DJA loopt Nederland op deze manier waardevol onderzoek én onderzoekers mis.

Evaluatie NWO

De zorgen van DJA zijn opgenomen in de eerste NWO-evaluatie van de nieuwe maatregel, maar zij vindt een enkel jaar te weinig om te concluderen dat de inbeddingsgarantie problemen veroorzaakt, of gewoon een ‘veelvoorkomende schommeling’.

De rest van de evaluatie die half mei verscheen, bevat statistieken. Vooral opvallend is de fikse daling van het aantal aanvragen: ruim een kwart minder, van 589 aanvragen in 2017 naar 443 in 2018. Een van de doelen van de inbeddingsgarantie lijkt hiermee gehaald. Als het gaat om dienstverband van de aanvragers lijken de percentages de zorgen van de DJA te bevestigen: van de Vidi-aanvragers had in 2018 54% een vaste aanstelling, tegenover 42% in 2017. Dat past juist bij de Vidi volgens de evaluatie, omdat het een financieringsinstrument is voor onderzoekers met enkele jaren ervaring. Het valt volgens NWO te verwachten dat die al een vaste aanstelling hebben.

 

Het aantal aanvragen van buitenlandse onderzoekers is tussen 2017 en 2018 niet gedaald (0,8% in 2017 tegen 0,9% in 2018). Ten slotte is er gekeken naar gender. Het percentage aanvragen van vrouwen is gestegen, van 38,2% in 2017 naar 44,5% in 2018. De evaluatie vindt dit ‘opvallend’. NWO verwachtte dat de inbeddingsgarantie de toename van het aandeel vrouwelijke aanvragers zou belemmeren. Er wordt helaas geen toelichting gegeven.

Op basis van deze evaluatie heeft NWO besloten om de verplichte inbeddingsgarantie in de komende Vidi-ronde aan te houden.

24 Mei werd bekend welke onderzoekers gehonoreerd zijn. Er is veel bèta-onderzoek naar bijvoorbeeld de reactie van materialen op licht, gesuikerde vetten die eiwitten lastig vallen en windpluimen in dichtbevolkte windparken. Interessant voor sociaal-wetenschappers is de toekenning van een Vidi aan Daniel Oberski van de Universiteit Utrecht voor zijn onderzoek Valide metingen. Dit project ontwikkelt innovatieve statistische methoden die werken als een validiteitszeef voor sociaal wetenschappelijk onderzoek. Iedereen laat digitale sporen na, die onderzoekers graag zouden gebruiken. Maar het ontdekken van valide metingen in deze zandstorm aan data is een groot obstakel gebleken. Interessant, in het kader van de replicatiecrisis waar Rikkert van der Lans eerder over schreef in Didactief.

Verder kreeg Annique de Bruin van de Universiteit Maastricht een beurs voor onderzoek naar het optimaliseren van leren middels het reguleren van leerinspanningen (wanneer neem je een pauze en helpt dat bijvoorbeeld). Van Gemert van de Universiteit Delft mag verder gaan met onderzoek naar voorkennis en deep learning en Eva van Lier van de Universiteit van Amsterdam zal zich verdiepen in de vraag hoe sprekers van verschillende talen hun kennis over uitzonderingen op algemene grammaticaregels inzetten bij het maken van zinnen.

Bronvermelding

1 ‘Evaluatie inbeddingsgarantie Vidi ronde 2018’, NWO, mei 2019.
2 ‘Enquête NWO Vidi-beurs en inbeddingsgarantie’, De Jonge Akademie, februari 2019.
3 Toekenningen vidi 2018

Click here to revoke the Cookie consent