Je zou het niet verwachten, maar zelfs voor leraren die om de hoek werken van de TU Eindhoven en Brainport Eindhoven – de motor van de Nederlandse maakindustrie – staan wetenschap en techniek soms kilometers ver van hun bed. Paul Hulshoff (36) ervoer dit drie jaar geleden in zijn team op de Wethouder van Eupenschool. Onbekend maakt onbemind, bleek al snel. Maar toen Hulshoff een laagdrempelige robotworkshop tijdens een vrijdagmiddagborrel gaf, verdween de angst voor Wetenschap en Techniek (W&T) als sneeuw voor de zon.
‘Techniek in het onderwijs is niet “eng”, maar zoveel leuker en eenvoudiger dan veel mensen denken,’ zegt Hulshoff vanuit zijn kamer op de Van Eupenschool. Hulshoff noemt het traditioneel knutselen, maar dan met moderne technieken. ‘Neem deze klooikoffer van de Stichting Lekker Samen Klooien. Er zit van alles in; een lijmpistool, striptang, soldeerbout, scherpe mesjes en ijzerdraadjes. Hiervan heb ik een stuk of vijftien aangeschaft voordat de school dichtging in maart.’ Alle leerlingen, van groep 1 tot 8, mogen de koffer gebruiken om thuis met hun ouders te klooien. Want van samen klooien word je een dapper, leuker en slimmer mens, zegt de stichting, en daar kan Hulshoff zich helemaal in vinden. ‘Maken en ontwerpend leren stimuleren de ontplooiing van zachte vaardigheden zoals creatief denken, problemen oplossen, communiceren en samenwerken.’ Zo bouwde Hulshoff met zijn leerlingen uit groep 4 een werkend lichtknopje op wasmachines van karton, die waren gemaakt door de kleuters. ‘Supersimpel, maar het effect is megagroot.’
De Wethouder van Eupenschool, met 25 leraren en ruim 300 leerlingen, ademt maakonderwijs. Het gebouw is oud en traditioneel, maar binnen wordt het interieur stap voor stap gemoderniseerd; van klein en bedompt naar licht en open. Midden in de school is een aula-achtige ruimte met gekleurde stoelen, lange gestoffeerde inbouwbanken en open kasten met (bouw)materialen. Aan het eind van de gang stopt Hulshoff bij eenzelfde kleine kamer als de zijne met daarin een timmerende collega. ‘Hier komt een houten maaklokaal met een werkbank, W&T-spullen en gereedschappen. Met een beetje inventiviteit kom je een eind,’ wijst hij naar de extra bergruimte die boven het systeemplafond vrijkomt. De lokalen in de onderbouw krijgen dezelfde behandeling. ‘Want maakonderwijs vraagt om veel bergruimte, flexhoeken en goede werkbanken.’
De school won dit jaar de TechniekTrofee, een initiatief van Jet-Net & TechNet. De jury was onder de indruk van de mate waarin W&T is verweven in het DNA van de school. Hulshoff: ‘Het is mooi dat de jury dit aspect benoemt, want dat is precies waar we al jaren keihard voor werken: met het hele schoolteam bijdragen aan W&T-onderwijs.’ Hoe? Een werkgroep van vier collega’s zet de lijnen uit. ‘Op studiedagen wordt het hele team geschoold tijdens een workshop waarbij leraren bijvoorbeeld een robot ontwerpen en maken. Of ze brainstormen over combinaties tussen maakonderwijs en bestaande thema’s.’ Ook werken ze gezamenlijk aan leerkrachtvaardigheden. ‘Het vraagt namelijk een andere houding wanneer je als leraar niet leider maar begeleider bent van een proces, zoals we dat doen bij ontwerpend leren,’ licht Hulshoff toe. Ook na de studiedag ondersteunt de werkgroep collega’s waar nodig. Van voorbereiding, voordoen en bij elkaar meekijken in de klas tot het nabespreken van een les.
‘W&T’ of ‘maakonderwijs’ staat niet als apart vak op het rooster, maar wordt gekoppeld aan wereldoriëntatievakken en thematisch onderwijs. Denk aan klimaat, wereldoorlogen, seizoenen, de kinderboekenweek. Er zijn zelfontwikkelde maakactiviteiten, zoals kerstkaarten maken met werkende lichtjes: ‘Met koper, tape en ledlampjes maak je eenvoudig een stroomkring.’ Ook huurt de school activiteiten in bij de stichting Maakotheek. ‘Zo werkten we tot de herfstvakantie aan het thema optische illusies en spiegels. Leerlingen leren wat optische illusies zijn, hoe spiegels werken en ontwerpen hun eigen illusies, met bijvoorbeeld een foto van de toren van Pisa.’ En er zijn maak-challenges waar de school aan meedoet, zoals de Bright Ideas Challenge van Shell, waarbij leerlingen met oplossingen komen voor het plasticprobleem.
Hulshoff – moeder vrijwilligster Nederlands aan anderstaligen, vader werkzaam in de verzekeringswereld – was als kind niet per se een techneut. Wel een echte denker, dus filosoferen over en zoeken naar oplossingen voor een probleem vond hij altijd leuk. De keuze voor het onderwijs heeft vooral een genetische oorzaak. Met enkele ooms, vier neven, een schoonzus én zijn eigen vrouw die allemaal lesgeven, was het onderwijs voorbestemd. ‘Ik vind het geweldig om kinderen iets te leren, niet alleen cognitief, maar ook sociaal en creatief. Het liefst sta ik voor groepen in de middenbouw. In die leeftijd begint de blik naar buiten, je kunt al wat meer doen met wereldoriëntatie en tegelijkertijd speelt die enorme verwondering.’
Vijftien jaar geleden studeerde hij af aan de pabo en later volgde hij een master Special Education Needs, richting remedial teaching. Dat Hulshoff nog één dag per week zijn eigen groep heeft, vindt hij niet alleen leuk, maar ook een must. ‘Ik zie wat maakonderwijs met kinderen doet. Ik zie gedrag veranderen. Leerlingen die het klassikale systeem van rekenen, taal en spelling verschrikkelijk vinden, en daar soms strontvervelend van worden, kunnen zich wél concentreren met een ontwerpopdracht waarin ook kerndoelen, 21e-eeuwse vaardigheden en mediawijsheid zitten.’
Zo had Hulshoff eens een jongen in de klas die erg druk was en zich moeilijk kon concentreren. Het lukte hem nauwelijks de lesstof van de basisvakken goed te verwerken en te volgen. ‘Op het moment dat ik hem een ontwerpprobleem voorlegde, werd hij dolenthousiast. Hij kwam met de mooiste plannen en uitwerkingen. Je zag hem stralen en hij werd door iedereen gewaardeerd om zijn kwaliteiten. De succeservaring in de groep is goud waard. En dat zorgt er ook voor dat andere leraren maakonderwijs omarmen.’
Dit artikel verscheen in Didactief, november 2020.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven