Interview

In de biotoop van Marian en Jessica

Tekst Stef Verhoeven
Gepubliceerd op 03-09-2013 Gewijzigd op 24-07-2017
Beeld Marike Knigge
Stef waagt zich maandelijks in de habitat van de homo sapiens educationis. Deze maand: hoe twee klasjes zeer moeilijk lerende kinderen van De Kom uit Druten zich thuis zijn gaan voelen op een dorpsschool in Wamel.

De mooiste ideeën ontstaan niet in de instituten of beleidspakhuizen van Den Haag. Onder de douche, op de fiets of desnoods op een yogamatje vallen de beste ideeën doorgaans op zijn plek. Of aan de echtelijke ontbijttafel. Daar ligt volgens insiders de kiem van het idee om twee klasjes zeer moeilijk lerende kinderen op een kleine dorpsschool in Wamel te huisvesten. Om precies te zijn: aan de keukentafel van Henny Korenromp, directeur van De Laak in Wamel, en haar man, destijds directeur van zmlk-school De Kom in Druten. Dat moet ongeveer zo zijn gegaan:

-‘Nog wat leuks vandaag?’
-‘Mwoa, krimp! Als het zo doorgaat zit ik straks met twee lege lokalen op De Laak’
-‘Mmm, moeilijk.’
-‘Geef het zout eens even door.’
-‘Grappig eigenlijk. Ík weet juist niet waar ik mijn leerlingen volgend jaar allemaal kwijt moet op De Kom. Dat wordt bijbouwen of een andere locatie zoeken.’
-‘Beschuitje?’
-‘Gek idee misschien, maar zou het niet fantastisch zijn als….’

En nu zit Biotoop in het dijkdorp Wamel (2400 inwoners) met de docenten Jessica Rikken (De Laak) en Marian van Oijen (De Kom) aan een lestafeltje te vieren dat ze afgelopen jaar zowel de provinciale als de landelijke onderwijs-Oscar hebben gewonnen met een ‘project’ dat ze zelf nooit ‘project’ hebben genoemd. Dat wil zeggen: er stond nauwelijks iets op papier en er waren ook geen strak geformuleerde targets. Jessica zegt nuchter: “We zijn gewoon begonnen.” Marian: “Spannend. We waren benieuwd of het zou werken.”

Zorgzame ambitie

En dat deed het, getuige de prijzen en de bijbehorende confetti. Juf Marian (53) en juf Jessica (29) zijn de Siamese tweeling achter ‘Samen wat kan, apart wat moet’. Als wij van Biotoop het verhaal erachter wil horen, tekenen we voor een package deal: wil je juf Jessica spreken, dan krijg je juf Marian erbij cadeau. En andersom. Marian: “We hebben alles samen gedaan, dan kun je het niet van slechts een kant horen.” Jessica: “Zo is het!”

Marian heeft sinds haar 19e – de leeftijd waarop ze afstudeerde aan de Pedagogische Academie – een zwak voor de aller moeilijkste onderwijsdoelgroep. Op dag één van haar eerste stage op een school voor moeilijk lerende kinderen (mlk) hing leerling Freddy letterlijk in het gordijn van haar klaslokaal. “Wacht maar”, riep hij dreigend, “wacht maar tot mijn vader me komt ophalen!” Er daalde opeens een grote rust in haar neer. Ze zei: “Blijf jij maar lekker in dat gordijn hangen Freddy, ik vind het eigenlijk wel fijn dat jij daar hangt.” Dat werkte. Langzaam zakte hij langs het gordijn naar beneden. En Marian juichte van binnen: dit is mijn vak, dit wil ik! Jessica wist eigenlijk in groep 6 al dat ze zelf ooit een klas voor zichzelf wilde hebben. Juf Margot was haar rolmodel: lichtvoetig maar duidelijk en als bonus voor hard werken: bingo op vrijdagmiddag. “Het onderwijs? Dat ga je toch niet doen!?” riepen vriendinnen op haar middelbare school. Voor de zekerheid heeft ze nog eens een dikke gids van alle denkbare beroepen van Nederland doorgevlooid, maar echt, er zat niks bij dat hier aan kon tippen. Na acht jaar vindt ze dat nog steeds.

De Laak is een kleine basisschool zonder fratsen. In het land van Maas en Waal houden ze van duidelijke structuur en hard werken. Het ochtendprogramma is dan ook helder en heilig volgens Jessica. Dan wordt er keihard gerekend, technisch en begrijpend gelezen en gespeld. Precies de basisvaardigheden waar ze op De Kom – zo’n 13 kilometer ten oosten van Wamel - bij hun zeer moeilijk lerende leerlingen, nauwelijks aan toe komen. Marian: “Bij ons gaat het meer om zaken als motoriek, spelniveau en sociale redzaamheid. Dat doen we heel planmatig maar de grote overwinningen bij mijn leerlingen liggen meestal niet op het vlak van rekenen en taal.”

Op zijn egeltjes

Ondanks die enorme verschillen kwam het ontbijttafelideetje van beide directeuren bij de teams van De Kom en De Laak terecht. Wij hebben plek, zij zoeken ruimte: wie wil meedenken? Marian stak haar vinger op in Druten, Jessica in Wamel en de rest is geschiedenis. Twee lokalen in het hart van de school werden geschikt gemaakt voor twee klassen van elk 12 leerlingen van De Kom. Marian: “We zijn bewust gestart met ‘veilige’ leerlingen: geen weglopers, geen kinderen met al te schokkende gedragsproblemen.” Jessica: “De Laak was een beschermd schooltje. Er is in heel Wamel geen allochtoon te bekennen en we hadden slechts ervaring met één leerling met het syndroom van Down. Dat was het wel zo’n beetje.”

Ze begonnen op zijn egeltjes: autonome klassen en eigen programma’s en, wie weet, kan er af en toe wat samen. Docenten waren nieuwsgierig maar ook een tikje afhoudend. ‘Leuk dat jullie er zijn, maar hier heb ik niet voor doorgeleerd’, klonk het af en toe op De Laak. En bij De Kom vreesden ze de snelheid en de ambities van de ‘gewone’ school. ‘Raken onze leerlingen niet overprikkeld in die snelle leeromgeving? En: ‘Hoe moet dat zonder fysiotherapeut of aangepaste gymlokalen?’ Jessica: “Wij hebben als kartrekkers vooral gekeken naar de mógelijkheden in plaats van de onmogelijkheden. Vandaar de naam van ons integratieproject: Samen wat kan, apart wat moet.” Bij voorstellingen en vieringen begonnen ze dingen samen te doen. Jessica maakte een geïntegreerde muziek- en dansuitvoering samen met de klas van Marian. Toen bleek bijvoorbeeld dat Wouter, met zijn autistische stoornis, de danspasjes als de beste kon onthouden. Daar konden andere leerlingen zich aan optrekken. Later zijn de achtstegroepers van De Laak ‘leesmaatjes’ geworden voor de leerlingen uit de klas van Marian. Een groot succes, zegt Jessica. “Bijna alle leerlingen uit mijn klas willen nu leesmaatje zijn, we moeten om de tien weken wisselen om iedereen aan bod te laten komen.” Marian: “En het werkt. De leesresultaten gaan nu sneller vooruit bij mijn leerlingen.” Nu, na bijna vijf jaar, is niemand meer verbaasd dat het gewoon kan als het maar niet geforceerd moet. “We kijken nu steeds beter naar de mogelijkheden per kind”, zegt Marian. “Ik heb bijvoorbeeld een goed voetballertje in mijn klas, die voetbalt nu mee in de pauzes van De Laak. Ik heb geleerd dat we onze zmlk-kinderen minder hoeven te pamperen. Ze kunnen meer dan we denken.” Jessica: “Mijn leerlingen zijn zorgzamer geworden. En mijn collega’s zeggen nu: ‘Kom niet aan De Kom!’”

Click here to revoke the Cookie consent