Interview

In de biotoop van Kika Meereboer

Tekst Astrid van de Weijenberg
Gepubliceerd op 04-09-2012 Gewijzigd op 22-11-2023
Ze zijn er nog, bevlogen mensen in het onderwijs. Deze maand Kika Meereboer. Empowerment van doven is haar belangrijkste drijfveer. Op school en bij haar internationale werk.

De samenleving ziet doofheid vooral als beperking, maar dat is het niet, vindt Kika Meereboer. ‘Doofheid is een ander perspectief, met andere kwaliteiten. Zo hebben doven bijvoorbeeld een meer visuele perceptie en daarmee kunnen ze wat betekenen voor de samenleving.’ Kika Meereboer werkt op Kentalis Signis in Amsterdam, speciaal onderwijs voor dove en slechthorende kinderen en kinderen met taal- en spraakproblemen. Ze heeft zelf als kind ook op Signis gezeten, toen nog de J.C. Ammanschool geheten. Meereboer is doof sinds haar tweede jaar. Maar dat heeft haar niet beperkt in haar ambities. Na de Ammanschool ging ze naar een havo voor slechthorenden, naar de iPabo in Alkmaar en ze eindigde op de Vrije Universiteit in Amsterdam waar ze onderwijspedagogiek studeerde.

Ze is daarmee een rolmodel voor veel doven in en buiten school. Det is een van de reden dat ze onlangs de Johan Wesemannprijs kreeg voor mensen die zich inzetten voor de dovengemeenschap in binnen- en buitenland. Meereboer is leerkracht in groep 7/8, een zogenoemde plusklas met leerlingen van elf tot veertien jaar die extra begeleiding nodig hebben, omdat ze gedrags- of leerproblemen hebben. Ze staat twee dagen voor de klas. ‘Het directe contact met de kinderen zou ik niet willen missen. Kennis van de wereld overbrengen, maar ook laten zien dat dromen belangrijk zijn. Dat doof zijn niet betekent dat je die dromen niet waar kunt maken. Ik wil ze daarvoor de instrumenten meegeven, en het zelfvertrouwen.’ 

Gebarentaal is in haar klas hét communicatiemiddel. Ook al hebben steeds meer dove kinderen een CI, een implantaat dat de functie van het slakkenhuis overneemt. Hiermee kunnen ze ,toch (beperkt) horen. Meereboer: ‘De wereld van de doven verandert daardoor, maar contact met de dovengemeenschap via gebarentaal vind ik belangrijk. Voor de vorming van de identiteit van dove kinderen. Voor mij is gebarentaal mijn moedertaal.’ Kika Meereboer werkt ook een dag in de week bij Signis als intern begeleider en een dag bij Kentalis Internationaal. Daar houdt ze zich onder meer bezig met het voorbereiden van internationale dovenconferenties. 

Meereboer: ‘Ik laat zien aan dove kinderen hoe ze later als dove volwassen in de wereld staan. Hoe ze voor zichzelf kunnen opkomen. En hoe je kunt communiceren met horende mensen. Door schrift en mondeling. Je moet drempels nemen, obstakels wegnemen en positief in het leven staan. Dan kun je ook voordelen uit je doofheid halen en wat betekenen voor de samenleving. Als je terugkijkt op een schooljaar dan zie je dat kinderen zich ontwikkelen, dat ze niet alleen cognitief, maar ook emotioneel gegroeid zijn. Dat is waar ik het voor doe.’ 

Click here to revoke the Cookie consent