Interview

In de biotoop van Hugo van der Graaf en Hanneke Diets

Tekst Stef Verhoeven
Gepubliceerd op 11-12-2014 Gewijzigd op 27-10-2016
Beeld Marike Knigge
Stef Verhoeven waagt zich maandelijks in de habitat van de homo sapiens educationis. Deze maand: hoe meester Hugo van der Graaf en juf Hanneke Diets een asielzoekerskind weer kind laten zijn.

Abdi, een Somalisch jongetje van 9 jaar had een half jaar vrijwel geen woord gesproken in de klas van meester Hugo van der Graaf. In de bus, op weg naar een uitje, belandde Abdi naast Hugo en toen gebeurde het. Hij begon te praten – in het Nederlands – en hield daar pas mee op toen de bus zijn bestemming had bereikt. Maandenlang had hij zwijgzaam alles in de klas als een spons in zich opgenomen. En nu vertelde hij over hoe zijn vader zijn dode broertje het huis uit had gedragen. Het was een heftig verhaal, maar Hugo juichte van binnen. 'Abdi had weer woorden. Het voelde als een overwinning.'
Biotoop weet inmiddels dat elke vorm van onderwijs een zekere lenigheid vereist van wie er in werkt. Maar voor leraren op een school voor asielzoekerskinderen geldt dat minimaal in het kwadraat. We zijn op deze heldere najaarsdag te gast bij De Wissel in Luttelgeest, een asielzoekersschool op een voormalig recreatiepark. In het midden van niks, ergens tussen Emmeloord en Meppel, aan een kilometerslange, kaarsrechte polderweg met een messcherpe slootkant treffen we ineens een slagboom. Daarachter een geïmproviseerde wereld van nieuwbouw, voormalige pionierswoningen en vier enorme tenten voor de noodopvang van vierhonderd Syrische vluchtelingen. En De Wissel, de biotoop van Hanneke Diets (57) en Hugo van der Graaf (53), de polderpioniers van het onderwijs aan asielzoekerskinderen.

Trauma's
Toen de school in 1991 begon was hier 'helemaal niks', zegt Hanneke. Ze woont al 25 jaar in Emmeloord, maar haar Amsterdamse mond heeft de polder glansrijk overleefd. 'We zaten verspreid in hoekjes van de bestaande gebouwen en hadden eigenlijk geen idee hoe we het onderwijs aan moesten pakken voor, vaak getraumatiseerde, kinderen uit alle hoeken van de wereld. We zijn gewoon begonnen na een zomerspoedcursus Total Physical Response van Elena de Ru.' Total Physical Response staat voor taalverwerving die verloopt via lichaamstaal en actie. Met vriendelijke gebiedende wijs ('Pak mijn hand', 'Ga staan', 'Wijs naar het raam') leren kinderen te reageren in actie in plaats van taal. Via luisteren leren ze uiteindelijk spontaan te spreken. Zoals Abdi dus.
'Kinderen begrijpen heel snel waar het in de klas om gaat,' zegt Hugo. 'Alleen hebben ze de woorden nog niet om iets terug te zeggen. Het moment dat die woorden wel komen, is onbeschrijfelijk mooi.' Hanneke: 'Dit onderwijswerk is een aaneenschakeling van eerste ervaringen en grote overwinningen. We laten altijd een foto maken van kinderen als ze de eerste dag bij ons op de stoep staan. Als je een paar weken later weer een foto maakt, zie je een wereld van verschil: doffe, angstige ogen hebben weer een glinstering. Een kind weer kind zien worden, dat is elke keer weer een fantastische ervaring.'
En daarmee hebben we – ondanks de wet- en regelgeving, toezichtkaders, school- en zorgplannen, opbrengstgericht werken – de kern van het werk op een asielzoekersschool te pakken. 'Deze kinderen hebben heftige ervaringen achter de rug, ook op hun scholen in hun land van afkomst,' zegt Hugo. 'Slaan met de riem van de meester is nog een van de milde varianten van straffen in sommige culturen. Dan is het niet zo gek dat kinderen in hun "stille periode" eerst de kat uit de boom kijken.'

Polderstolp
Dat de inspectie ook hier 'leerresultaten' en 'sociale competenties' wil meten, is vast goed. Maar op de grillige werkelijkheid van de asielwereld krijgen de meetinstrumenten moeilijk grip. In de beginjaren van de school bleven de kinderen wat langer. Soms wel twee of drie jaar, waardoor De Wissel verdacht veel op een gewone school begon te lijken. Die tijden zijn veranderd. Toen het AZC een opvangcentrum (OC) werd, bleven kinderen ineens vaak niet langer dan zes weken op school. 'We werden er aanvankelijk moedeloos van, na alles wat we hadden opgebouwd. Aan de ander kant ontdek je dat je kinderen in zes weken nog veel kunt leren.'
Hanneke heeft alle varianten van het asielbeleid langs zien komen. Ze heeft 21 jaar lesgegeven in barakken die er voor vijf jaar waren neergezet. Soms aan een klasje van vijf, dan weer een klas van twintig kinderen. Soms aan Kosovaren die de oorlog hadden ontvlucht, dan weer aan Somaliërs, Eritreërs of Syriërs. Hugo: 'Ook als er geen sprake is van oorlog, zijn de veranderingen voor de kinderen vaak gigantisch. Ze zijn van hot naar her gesleept, missen hun familie en vrienden, en wonen met hun ouders op een klein kamertje vol stress.'
Hanneke: 'Sinds een week heb ik een 8-jarig meisje uit Syrië in mijn klas. Ze was een en al verzet. Ze wilde niks met mij te maken hebben. Inmiddels hangt ze aan mijn broek: Joef dit, joef dat. Haar glimlach breekt weer door. Dat is zo mooi."
En na het werk rijden ze weer naar die andere wereld, buiten deze wonderlijke polderstolp. Daar moeten ze zich verhouden tot de schreeuwers met hun kant-en-klare oplossingen voor de 'tsunami's' uit enge buitenlanden. 'Ik moet veel uitleggen,' zegt Hugo. Hanneke knikt: 'Ik moet me geregeld verdedigen voor het werk dat ik doe.' En soms kunnen ze allebei geen woord uitbrengen over zo veel onbegrip. Dan hebben zij recht op hun 'stille periode'.

Click here to revoke the Cookie consent