Kent u het televisieprogramma Jambers nog, waarin presentator Paul Jambers in het (dubbel)leven dook van onze zuiderburen? Ruben Kluit (27), leraar van groep 7/8 op bredeschool De Kinkerbuurt in Amsterdam had er als gast niet misstaan. Wie zijn bedrijfsnaam ‘Kuddedieren’ of ‘KD Soundsystem’ intikt op Youtube, vindt een arsenaal aan video’s van Kluits swingende dj-act met dansers. Van vrijdagavond laat tot zondagochtend vroeg mixt en matcht Meester Ruben erop los met hiphop, dancehall en reggae. Het resultaat? Een Afro-Caribisch elektronisch geluid en een uitzinnig publiek variërend in grootte van vijfhonderd tot bijna twintigduizend man.
Meester Ruben werkt buiten school als muziekproducer in de studio en op vrijdagmiddag maakt hij zich op voor zijn dj-act in clubs en festivals. Twee werelden. Toch ziet hij overeenkomsten tussen beide professies. ‘De magie die er door de zaal gaat bij een nummer dat iedereen kent, die betovering kan er ook in de klas zijn. Het “lezen” van je publiek is de kunst. Een publiek dat niet loskomt, een klas die niet luistert; ik los 95 procent op met humor en “luchtigheid”.’ We zien voorbeelden genoeg deze middag.
Het is dinsdag twee uur. Na een ochtend hard werken – rekenen, spelling en discussiëren over godsdiensten – is de klas toe aan lichtere kost. Voorwaarde is dat er eerst wordt opgeruimd. Kluit: ‘Ik tel tot twintig en dan heeft iedereen zijn werk ingeleverd en zijn alle tafels netjes.’ Na exact twintig tellen zegt Kluit: ‘Wat ik leuk vind van Charlotte is dat ze kijkt: hé, verrek, er ligt een potlood op de grond dat niet eens van mij is. Maar ze raapt hem toch even op. Heel tof van haar.’
Gisteren heeft hij een Kahoot-quiz gemaakt. ‘Qua Chromebooks en telefoons komen we misschien net niet uit. Kijk even of je bij iemand kunt aansluiten.’ Rumoer vult het lokaal. ‘Tien tellen, dan gaan we beginnen. Drie, twee, één. Aandacht, aandacht mensen,’ sust Kluit, die nog één laatste verzoek voor zijn klas heeft. ‘Stel dat jij het antwoord goed hebt, ga dan niet heel veel geluid maken. Ik hoef hier niet bekend te staan als de Kahoot-levendige klas.’
Na het voltooien van de academische pabo in 2014, ging Kluit aan de slag op De Kinkerbuurt, een bredeschool met 380 leerlingen in Amsterdam-West. Volgens Kluit een fijne, multiculturele school met een prettig pedagogisch klimaat. Er is veel ruimte voor de ontwikkeling van leerkrachten en voor zaakvakken. De school doet veel aan klasoverstijgende activiteiten, zoals het ‘totaaltheater’ waarin boven- en onderbouw samen een toneelstuk maken. Ondanks zijn ‘dubbelleven’ heeft de directie Kluit graag aan boord. ‘Ik ben man, jong én universitair geschoold,’ lacht Kluit, die er op serieuze toon aan toevoegt: ‘Ik doe mijn stinkende best om mijn taken zo goed mogelijk uit te voeren.’ Maandag en dinsdag staat hij voor de groep, woensdag doet hij bouwcoördinatortaken en werkt hij met een werkgroep aan de verbetering van zaakvakken als wereldoriëntatie. Zijn taak: het vuurtje aanwakkeren. ‘Ik ben superkritisch op wat we doen en stel prikkelende vragen om onszelf aan het denken te zetten: bieden we het juiste onderwijs aan? Verwerken we genoeg 21e-eeuwse vaardigheden? Wie willen we zijn als leraar?’ Inspiratiebron hierin is Fadie Hanna, die zijn docent was op de de academische pabo. ‘Fadie verstaat als geen ander de kunst om studenten het antwoord zelf te laten formuleren door de juiste vragen te stellen.’
Met zijn podiumervaring en het ogenschijnlijke gemak waarmee hij de klas bestiert, is de jonge leraar (gelukkig) ook weleens onzeker. Leerlingen kunnen lang in zijn gedachten zijn. ‘Tijdens het koken kan ik ineens denken: “Pietje” kwam vandaag niet goed mee, heb ik het wel goed gedaan? De muziek is dan een fijne uitlaatklep. Veel nummers maakte ik na een drukke werkdag. Die combinatie werkt geweldig.’
Kluit zoekt collega’s bewust op om over het vak te sparren. Steun krijgt hij van duo-partner John, die met veertig jaar onderwijservaring de nodige relativering aanbrengt. ‘John geeft me veel ruimte en is heel flexibel. Als ik met de band naar het buitenland ga, neemt hij altijd mijn lessen over.’ Samen nakijken en lastige situaties bespreken doet hij met collega en oud-studiegenoot Annelot. En vorig schooljaar zocht hij zijn oude meester van de basisschool op. Hij had een moeilijke groep die hem deed denken aan zijn eigen groep 8. Hoe had meester Gerard de orde destijds weten te herstellen?
Kluit – moeder docent Frans, vader natuurkundige – wist op zijn veertiende al dat hij leraar wilde worden. Hij had toen zijn eerste leservaring op de zeilschool, waar hij naar eigen zeggen meer talent had voor instructie geven dan voor het zeilen zelf. Daar ervoer hij dat kinderen in een veilige omgeving de leukste, leergierigste en meest behulpzame wezens op aarde zijn.
In diezelfde tijd begon ook zijn andere hobby. Rond zijn zestiende nam zijn dj-werk steeds serieuzere vormen aan. Met een vriend organiseerde hij feesten en hij draaide in het voorprogramma van dj’s als Afrojack en Hardwell. Zijn bedrijf Kuddedieren ontstond vijf jaar later.
De klas merkt weinig van het dubbele bestaan van hun meester. Alleen op het jaarlijkse schoolfeest, het sloffengala – omdat naaldhakken in de gymzaal verboden zijn – zien zij pas écht wat de meester de rest van de week doet. Jambers zou in onvervalst Vlaams zeggen: ‘Overdag heeft hij een job als leerkracht, maar ’s nachts, als de kippen op stok zijn, werkt hij op festivals, clubs of in de studio.’
Dit artikel verscheen in de rubriek 'Biotoop' in Didactief, april 2018.
Lees meer afleveringen van De Biotoop op didactiefonline.nl.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven