Dat is dus onzin, zeggen Joost Meijer en Edith van Eck (Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam). Zij deden onderzoek naar het verband tussen ict en motivatie in het basis- en voortgezet onderwijs. Een positieve invloed blijkt redelijk aantoonbaar, maar is meestal van korte duur. Iedere leraar weet dat de motivatie van leerlingen in de loop van een schooljaar daalt, met name in de brugklas. Ict maakt daarin weinig verschil. Van de twintig ict-toepassingen die Meijer en van Eck onderzochten, bleef de motivatiedip slechts in één geval uit. Op het Herman Wesselink College in Amstelveen bleven brugklassers gemotiveerd met een door de leraar zelf ontwikkelde wiskundemethode zonder boeken. Bij de andere ict-toepassingen was er aanvankelijk enthousiasme bij de introductie. Leerlingen gingen meestal gemotiveerd aan de slag. Maar na een paar weken ebde hun motivatie weg, het leren met behulp van ict werd net zo gewoon (en saai) als het leren uit een boek. Maar voor wie varieert in werkvormen, kan ict dus wel een prima middel zijn naast andere leermiddelen. Het gaat om de juiste mix en een afgewogen dosering.
Ook Hans Luyten (Universiteit Twente), die met zijn team tien projecten onderzocht op basisscholen voor het project EXPO II, vond weinig bewijs dat ict zondermeer een positieve invloed heeft op motivatie.
Dat is wel vaak de veronderstelling, maar betere prestaties levert ict-gebruik lang niet elke leerling op. Van ruim dertig projecten waar ict ingezet werd om leerprestaties te verbeteren, werd dat maar in een beperkt aantal gevallen gerealiseerd. Om echt rendement uit ict te halen, is meer nodig dan een leuke toepassing of een enthousiaste klas.
Hans Luyten (Universiteit Twente), die met zijn team onderzoek deed op tien basisscholen, noemt één voorbeeld van leerwinst: het Nintendo DSi-project. Basisschool De Zuidwesthoek in Goes zette Nintendo’s in bij groepen 4/5, als hulpmiddel bij het automatiseren van spelling en rekenen. Kinderen die hiermee mochten trainen boekten meer vooruitgang dan leeftijdgenootjes op een naburige school die traditioneel oefenmateriaal kregen. Opvallend is dat het hier draaide om het reproduceren van kennis, terwijl ict gewoonlijk vooral wordt geassocieerd met zogenoemde hogere orde vaardigheden. Leerlingen die ermee werkten, leken vooral het competitieve element te waarderen.
Volgens Femke Scheltinga, die met collega’s van het Expertisecentrum Nederlands onderzoek deed in het speciaal onderwijs (EXSO), verschilt het leereffect van ict per kind, afhankelijk van de ernst van handicap of leerprobleem. Ict met een zogenoemde dubbele taak, dat wil zeggen dat leerlingen een spel spelen omdat ze dat leuk vinden en tegelijkertijd ongemerkt allerlei vaardigheden oefenen, lijkt de beste kaarten te hebben. Een goed voorbeeld is Kinect, een soort wii-game die ingezet wordt als oefeninstrument voor fysiotherapie (zie ook pagina 10). Met deze toepassing bleek het goed mogelijk om leerlingen aan hun fysieke doelen (conditie en evenwicht) te laten werken.
Om van leuk leerzaam te maken, is een onderwijskundige ingreep nodig: bij uitstek de taak van de leraar, die dus zeker niet overbodig wordt met ict. Integendeel. De onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en Universiteit Twente benadrukken dat een leraar het verschil maakt door een les met ict goed voor te bereiden. Hans Luyten (Twente): ‘De leraar moet helder hebben wat hij er mee wil bereiken om leerlingen ook beter te laten presteren. Basisschool De Klokbeker in Ermelo zette bijvoorbeeld de 4DGlobe in voor het leren van topografie. De globe is een fantastische gadget, je kunt spelen met veranderingen in de tijd en hij zet aan tot denken over grote verbanden, maar topografie leer je er niet van. Toen de school kennis van de topografie toetste om het effect van ict-gebruik te meten, werd ze teleurgesteld.’
‘Beter klassenmanagement dankzij juiste inzet ict’
Ook Joost Meijer (Amsterdam) benadrukt dat de leraar ict juist moet afstellen. Niet alleen naar leerdoelen, maar ook naar de leerling. ‘Ict is maatwerk. Als een computerprogramma feedback terugkoppelt naar een leerling die zelfstandig aan de slag wil, moet dat goed ingesteld zijn. Is het programma te zwaar afgesteld, dan hoort de leerling voortdurend dat hij het fout doet. Niet erg motiverend. Als het te licht is afgesteld, leert hij er niets van. Het luistert heel nauw kortom: er moeten typen fouten worden onderscheiden, niveaus en dat moet allemaal in het programma worden ingebouwd. Met zogenaamde adaptieve software kan de moeilijkheidsgraad van opdrachten bijvoorbeeld worden afgestemd op het vaardigheidsniveau van de leerling.’
Meijer: ‘Een leraar moet ook weten wat hij met ict kan. Naar digiborden is veel onderzoek gedaan en een van de belangrijkste conclusies is dat er niet altijd uitgehaald wordt wat er in zit. Een digibord is meer dan een veredeld schoolbord of een grote televisie. Er zijn leraren die de methode uit het boek projecteren op het digibord: daar valt geen leerwinst te behalen.’
Volgens Femke Scheltinga kan ict bij de introductie van passend onderwijs heel nuttig zijn. ‘Met name in het speciaal onderwijs is gebleken dat ict nuttig kan zijn om de leraar te ontlasten. Hij kan bijvoorbeeld een aantal leerlingen individueel aan het werk zetten en zo zichzelf vrijmaken om andere leerlingen wat extra begeleiding te geven. Ict helpt dan het klassenmanagement te verbeteren.’
De kracht van ict
De vader van de webquests (onderwijsopdrachten die moeten worden gemaakt met behulp van internet), de Amerikaan Bernie Dodge, heeft een formule ontwikkeld voor effectief (ict-)onderwijs, de zogenoemde power indicator. Power (effectiviteit)= aandacht x diepte x efficiëntie. Wil ic wil toepassen stelle zich drie vragen:
1. Houdt de toepassing de aandacht van de leerlingen vast
2. geeft het ook diepgang aan hun leren?
3. Is het ook efficiënt?
Samen vormen deze drie intuïtieve criteria een opmerkelijk adequate checklist om ervoor te zorgen dat een school niet alleen maar gadgets in huis haalt (te weinig leerdoelgericht). Of alleen maar oefensituaties automatiseert, want dat wordt op de lange duur net zo vervelend op de computer als het in een boek was geweest: het kan de aandacht niet vasthouden en heeft onvoldoende diepgang.http://blog.infinitethinking.org/2007/03/itm-extra-p-x-d-x-e.html (Bernie Dodge)
De in dit artikel besproken onderzoeken naar toepassingen van ict in de praktijk zijn te vinden op de website van Kennisnet.
Dit artikel verscheen in de special Ict in de praktijk. Deze special is gemaakt in opdracht en met financiële bijdrage van Kennisnet.
1 ICT
11-06-2012
19-03-2010
20-06-2012
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven