Zowel de leerkrachten als de kinderen genieten ervan. Eindelijk iets dat nieuw, leuk en ook nog erg nuttig is. Gelukkig. Het heeft wel erg lang geduurd. Er is ruim dertig jaar lang gepalaverd over ict in het onderwijs. In de vorige eeuw woedde er een eindeloze discussie over de vraag of kinderen zouden moeten leren programmeren en er werden vrachtwagens vol verouderde computers de school ingeduwd. Het niveau van de educatieve software was lang bedroevend. Er werd veel geschreven over ict, maar er gebeurde weinig. Een leerkracht heeft ook niets aan ict sec. Je kan het niet voelen en niet ruiken. Je kunt het niet kopen, niet per strekkende meter en niet per kilo. Aan een smartboard heeft die leerkracht wel iets. Het bestáát, je kunt het aanraken en er zelfs in een kwaaie bui eieren tegenaan gooien.
Het wordt daarom hoog tijd dat er flink onderzoek wordt gedaan naar wat je als leerkracht allemaal kan met smartboards, iPads en andere concrete toepassingen van ict. Er gebeurt nu wel het een en ander aan onderzoek, maar het moet veel meer worden, en op de werkvloer. Ook onze landelijke beleidsmakers zouden hier eens een klein beetje aandacht aan kunnen besteden. Op de OCW-site vind je met moeite drie verwijzingen naar het smartboard. In recente beleidsnota’s kom je een woord als smartboard of digibord niet eens tegen. Voor wie het nog niet wist: het onderwijsbeleid wordt vooral gemaakt door muffe bejaarden die voor geen sprankeling meer vatbaar zijn.
Onderzoek naar hoe nieuwe technologie hier en nu in de klas te gebruiken, in nauwe samenwerking met leerkrachten, moet dus flink de ruimte krijgen. Maar intussen gaan de ontwikkelingen door. Zo komt er binnenkort een 3D printer en kunnen we een nieuwe generatie smartboards verwachten. Enkele grote bedrijven huren al science fiction schrijvers in om een beeld te krijgen van de ict-mogelijkheden in de toekomst. Dat helpt als je aan de top wilt blijven.
Willen we ons onderwijs aan de top houden, dan moeten we ook bij de inzet van nieuwe techniek voorop lopen. Dat kun je bereiken door die nieuwe techniek in te zetten in een beperkt aantal scholen en zo de meerwaarde ervan te onderzoeken. Zo is in het speciaal onderwijs onderzoek uitgevoerd naar hoe je kinderen beter kunt laten bewegen met videogames en hoe dove kinderen hun woordenschat kunnen vergroten in een digitaal klaslokaal. De onderzoeken leveren verrassend positieve resultaten op. Wat eerst nog science fiction lijkt, kan niet zo heel veel later de werkelijkheid op elke school zijn.
De kunst bij dit alles is om twee koppige en eigenwijze beroepsgroepen, de leerkrachten en de onderzoekers, samen te laten werken. Leerkrachten moeten er aan wennen dat onderzoekers nog iets anders kunnen inbrengen dan saaie vragenlijsten. Onderzoekers moeten hun angst overwinnen om hun eenzame kamertje te verlaten en de school in durven gaan (of misschien wel worden geschopt). Dan kun je als leerkracht nog steeds geen meters ict kopen, maar heb je wel een aantal meters afgelegd naar goed gebruik van ict in je lespraktijk.
Jo Kloprogge is onderwijsadviseur.
Dit artikel verscheen in de special Ict in de praktijk. Deze special is gemaakt in opdracht en met financiële bijdrage van Kennisnet.
1 ICT
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven