Onderzoek

Hogere-orde denken in VR

Tekst Amber Witsenburg
Gepubliceerd op 13-02-2023 Gewijzigd op 13-02-2023
Hoe kun je nieuwe technologie gebruiken zodat leerlingen creatief aan het werk gaan en bijvoorbeeld problemen oplossen of kritisch leren denken?

In een basisschoolklas leren de leerlingen over het leefgebied van verschillende dieren door delen van een dierentuin te ontwerpen. Met smartphones en Google cardboards (een soort kartonnen VR-bril waar je een telefoon in kan schuiven) kunnen ze met Google Earth en Google Expeditions de daadwerkelijke leefgebieden van hun dieren zien. Een groepje dat een aquarium ontwerpt raakt geïnteresseerd in koraalriffen en besluit koraal in het aquarium te zetten. Zodra de leerlingen erachter komen dat koraal veel zonlicht nodig heeft, bedenken ze dat het aquarium dan maar een glazen plafond moet hebben. Ze zijn dus creatief bezig, denken kritisch na over hun eigen ontwerp en lossen problemen op. Met  wat technische snufjes trainen ze dus hun hogere-orde denkvaardigheden.
 

Leraarsprofielen

Deze schoolbasis is een uitzondering: weinig leraren gebruiken virtual reality (VR) of computerspellen. Toch is deze technologie geschikt om de hogere-orde denkvaardigheden te stimuleren, stelt Frances Wijnen in haar proefschrift, waaruit bovenstaand voorbeeld afkomstig is. Ze onderzocht de houding van aanstaande en zittende basisschoolleraren tegenover dergelijke nieuwe technologie en tegenover het stimuleren van hogere-orde denkvaardigheden.
 

Wat zijn hogere-orde denkvaardigheden ook alweer? Daarvoor moeten we terug naar de taxonomie van Bloom. Die bestaat uit zes categorieën: onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creëren. De laatste drie categorieën zijn de hogere-orde denkvaardigheden, die ook weer verder opgesplitst kunnen worden in vaardigheden. Zo kun je leerlingen creatieve opdrachten geven, kritisch laten denken of problemen laten oplossen om hogere-orde denkvaardigheden te bevorderen.


Ze hield twee enquêtes onder 659 leraren in het po, waarvan een deel nog in opleiding was. Daarin vroeg ze onder meer naar het daadwerkelijke gebruik van nieuwe technologie in de klas en hoe vaak leraren werken aan hogere-orde denkvaardigheden.

Uit de enquêtes kwamen drie leraarsprofielen naar voren. Leraren in profiel 1 staan positief tegenover zowel het gebruik van nieuwe technologie als het stimuleren van hogere-orde denkvaardigheden. Desondanks maken deze leraren slechts een paar keer per jaar gebruik van nieuwe technologie in hun lessen. Zij stimuleren wel een paar keer per maand tot een keer per week hogere-orde denkvaardigheden, maar dan voor het grootste gedeelte zonder gebruik van nieuwe technologie.

De leraren in profiel 2 vinden nieuwe technologie belangrijk en nuttig, maar vinden het moeilijk om het te gebruiken en doen dit dan ook niet vaak. Verder vinden zij het stimuleren van hogere-orde denken belangrijk, maar weten ze niet zeker of ze dit kunnen doen bij ‘zwakke’ leerlingen. Zij verwerken hogere-orde denkvaardigheden ongeveer eens per maand.

Profiel 3 bestaat uit leraren met een neutrale houding tegenover nieuwe technologie en, heel opmerkelijk, een negatieve houding tegenover het stimuleren van hogere-orde denkvaardigheden. Deze groep, voornamelijk afkomstig van een en dezelfde pabo, is wellicht niet representatief voor het hele veld, maar laat wel de invloed zien van een lerarenopleiding op het denken van (aanstaande) leraren.
 

Aanbevelingen

Op basis van de drie profielen doet Wijnen verschillende aanbevelingen. Voor leraren in profiel 1 zou het nuttig kunnen zijn om kennis op te doen over het gebruik van nieuwe technologie in hun lessen om die vaardigheden te bevorderen. Aangezien leraren in profiel 2 zichzelf niet competent genoeg vinden in het gebruik van technologie, raadt Wijnen hen aan om samen met anderen activiteiten uit te voeren om hun zelfvertrouwen te vergroten. Voor leraren in profiel 3 is een rol weggelegd voor de lerarenopleidingen: die zouden het nut van technologie kunnen aanstippen, maar vooral het belang van het stimuleren van vaardigheden als kritisch denken bij leerlingen.

 

Literatuur

Wijnen, F. M. (2022). Using new technology and stimulating students' higher-order thinking: a study on primary school teachers' attitudes. [PhD Thesis - Research UT, graduation UT, University of Twente]. University of Twente. https://doi.org/10.3990/1.9789036554244

Verder lezen

1 Het kennisschema van Bloom

Click here to revoke the Cookie consent