Onderzoek

Hoe onderwijzer een beroep werd

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 24-02-2015 Gewijzigd op 27-10-2016
De onderwijzer ontving vaak loon van de kerk. En drankmisbruik was nauwelijks reden voor ontslag, tenminste niet in Groningen. Dat blijkt uit een studie naar loopbaan en levensloop van Groningse onderwijzers (m/v) in de negentiende eeuw.

Dat waren nog eens tijden, tussen 1840 en 1920! Tijden waarin de schoolinspectie gemeentes op de vingers mocht tikken als die er een potje van maakten. De gemeente, destijds werkgever van onderwijzers, wilde nog wel eens de jaarwedde verlagen als ze hand- en spandiensten voor de kerk deden. 'De Nederlands Hervormde Kerk subsidieerde een groot deel van het openbaar onderwijs', stelt de Groningse historica Greetje Bijl. Officieel was dit volgens de onderwijswet van 1857 verboden, maar in de provincie Groningen duurde deze verbondenheid tussen kerk en school nog tot aan het begin van de twintigste eeuw.
Overigens maalden de plaatselijke schoolopzieners daar niet om. Sterker: ze moedigden jonge onderwijzers zelfs aan om het orgelspel te leren om hun kansen op een benoeming tot hoofdonderwijzer te vergroten.

Vrouwen konden alleen hoofdonderwijzer op een meisjesschool worden. Pas met de onderwijswet van 1878 mochten ze werken op gemengde scholen, maar hoofd werden ze er zelden. In diezelfde wet werd ook het vak 'nuttige handwerken voor meisjes' verplicht en dat vergrootte hun kansen wel. De schoolopzieners vonden zelfs dat vrouwen nu meer moesten verdienen dan hun mannelijke collega's.

Waar in de rest van het land drankmisbruik een reden voor ontslag was – de onderwijzer moest een toonbeeld van deugd zijn – kneep men in Groningen vaak een oogje dicht. Bijl schrijft dat toe aan de 'stevige drinkcultuur' in deze provincie. Anders dan vaak wordt gedacht was een huwelijk bij vrouwen geen reden tot ontslag. Het ontslag van een zwangere onderwijzeres in Veendam in 1904 veroorzaakte zelfs nationale verontwaardiging. Desondanks keurde de minister van Binnenlandse Zaken dit via Koninklijk Besluit goed. Pas in 1924 werd het ontslag van getrouwde onderwijzeressen bij wet vastgelegd.

Greetje Bijl, Sociale mobiliteit, huwelijk, inkomen, benoemingen en ontslag in het openbaar lager onderwijs in Groningen, ca. 1850-1920. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen, 2014. Eind 2015 verschijnt een handelseditie.

Tekst Bea Ros

24 februari 2015

Click here to revoke the Cookie consent