Interview

Hoe leraren naar leerlingen kijken

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 08-12-2016 Gewijzigd op 08-03-2017
Beeld Human Touch Photography
Van je leerlingen moet je het hebben. Goede relaties vergroten het werkplezier, negatieve vergallen dat juist. Luce Claessens onderzocht hoe leraren naar leerlingen kijken.  

Luce Claessens over de leerkracht leerling relatieJe hebt voor je onderzoek met heel veel leraren gepraat. Wat was je eerste indruk?
‘Leraren praten heel positief over leerlingen en vinden goede relaties met hen erg belangrijk. Ze kunnen er veel last van ondervinden als de relaties slecht zijn, dit kan zelfs tot uitval en burn-out leiden. Er is al veel onderzoek gedaan naar wat leerlingen belangrijk vinden, mijn perspectief was: wat vinden leraren positief of problematisch in hun relaties met leerlingen?’

En?
‘Dat verschilt per leraar, niet iedereen stoort zich aan dezelfde dingen. Maar je kunt wel twee groepen onderscheiden. Sommigen zijn vooral docentgericht. Ze zeggen bijvoorbeeld: ‘Ik vind deze leerling aardig, want hij vraagt ook eens hoe mijn weekend was.’ Of bij negatief gedrag: ‘Deze leerling is problematisch, want ze verstoort mijn les.’ Anderen zijn eerder leerlinggericht en doen uitspraken als: ‘Deze leerling vindt het leuk bij mij in de klas’ of ‘Ik kan deze leerling niet helpen.’ Je ziet dat probleemgedrag vooral in de les plaats vindt, terwijl positieve relaties zich vooral daarbuiten, in de gang of tijdens schoolreisjes, afspelen. Beschrijvingen van positieve relaties in gesprekken zijn ook veel diverser, van “ik kan zo fijn met hem over mijn vak praten” tot en met “wij delen dezelfde gekke hobby”.’

Wat vinden leraren belangrijk in relaties met leerlingen?
‘In relatiemodellen draait het vaak om twee aspecten: invloed en nabijheid. Opvallend is dat leraren nabijheid, of je elkaar vriendelijk vindt, belangrijker vinden dan invloed. Natuurlijk is er hiërarchie in de klas en wil de leraar dat leerlingen doen wat hij zegt. Maar hij heeft liever vriendelijke dan gehoorzame leerlingen. In de eerste paar weken ga je een relatie aan met leerlingen. Daarna kleurt de relatie de interactie. Als een ‘vriendelijke’ leerling bijvoorbeeld door de klas roept: “Kunnen we niet beter eerst met hoofdstuk 2 beginnen?” vindt de leraar dat prima, als een ‘onvriendelijke’ leerling dat roept, interpreteert hij dat als storend gedrag.’


Zijn er verschillen tussen beginners en ervaren leraren?
‘Ja, beginnende leraren stellen zichzelf meer centraal als ze praten over leerlingen. Ze zijn nog erg bezig met hun eigen identiteit als leraar. Ervaren leraren beoordelen een relatie leerlinggerichter: kan ik iemand helpen of niet?’

Ik lees in je proefschrift dat leraren problematische relaties wijten aan leerlingen in plaats van aan zichzelf. Hoe zit dat?
‘Dat blijft de vraag. Ik heb leraren gevraagd interacties met leerlingen te beschrijven. Opvallend was dat hun zelfbeeld hierbij stabiel blijft, dus ze beschrijven zichzelf in verschillende relaties als dezelfde persoon. Hun beschrijvingen van leerlingen verschilden daarentegen nogal. Bij positieve relaties zeggen leraren dat leerlingen zo gemotiveerd zijn, bij problematische relaties noemen ze hen juist ongemotiveerd en ongeïnteresseerd. Ze vinden positief of lastig gedrag kennelijk eerder eigenschappen van leerlingen dan iets waar ze zelf iets aan kunnen doen.’


Hoe doorbreek je die vicieuze cirkel?
In relaties is complementair gedrag belangrijk: als ik aardig doe tegen jou, doe jij aardig tegen mij. Dat heb ik in de titel van mijn proefschrift proberen uit te drukken: “Be on my side, I’ll be on your side.” Ofwel: ik sta aan jouw kant, vertrouw me nou maar. Maar bij negatief gedrag werkt die complementariteit ook: als iemand onvriendelijk tegen je is, ben je geneigd ook onvriendelijk te reageren. Dat is lastig te doorbreken. Leraren zeiden me ook: ik merk dat ik elke les weer in die strijd beland. Bovendien blijken leerlingen niet open te staan als een leraar opeens vriendelijk doet. Dat vraagt om geduld.’

Heb je meer tips?
‘Ik heb vooral een tip voor lerarenopleiders: houd rekening met het relationele perspectief. Studenten moeten vaak videofragmenten analyseren van lessituaties. Maar een leraar kan op precies hetzelfde gedrag van twee leerlingen heel anders reageren vanwege de onderliggende relatie. Die achtergrondinformatie moet je als student kennen, anders begrijp je niet waar je naar kijkt.’

Luce Claessens, Be on my side, I’ll be on your side: Teachers’ perceptions of teacher–student relationships. Proefschrift Universiteit Utrecht/NRO, 2016.

Dit interview verscheen in Didactief, december 2016.

Bronvermelding

1 NRO over het onderzoek
2 NRO-pagina van het onderzoeksproject

Click here to revoke the Cookie consent