Nieuws

Het gezonde curriculum

Tekst Filip Bloem
Gepubliceerd op 29-06-2015 Gewijzigd op 03-03-2017
Gezond leven, daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. In het nieuwe leerplankader Sport, bewegen en een gezonde leefstijl staat wat leerlingen allemaal moeten weten.  

Wanneer ga je op school iets vertellen over anticonceptie? Toch niet al in groep zeven, vond een stel ouders dat zich beklaagde toen hun kinderen een aflevering kregen voorgeschoteld van het schooltelevisieprogramma De Dr. Corrie show over dit altijd prikkelende thema. Maar zo gemakkelijk is het niet om te beslissen op welk moment leerlingen zulke informatie aangeboden moeten krijgen. En zo leven er op scholen meer vragen rondom gezondheid. Verkoop je wel of geen Red Bull in de schoolkantine? Mogen kinderen bij hun verjaardag zoetigheden uitdelen, of alleen verantwoorde traktaties?

Van 0 tot 24

‘Voeding, gezondheid en alles wat daarbij hoort, het leeft enorm,’ zegt Bart van den Bosch. ‘Je moet daar als school over nadenken.’ Van den Bosch is projectleider Sport en gezondheid bij de Landstede Groep, een grote onderwijsinstelling met negentien VO- en mbo-scholen, zo’n twintigduizend leerlingen en een eigen kinderopvang.

Hij was het afgelopen anderhalf jaar betrokken bij de ontwikkeling van het leerplankader Sport, bewegen en een gezonde leefstijl. Onder regie van nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling SLO gingen vertegenwoordigers van het onderwijs, kenniscentra op het gebied van gezondheid en uitgeverijen van schoolboeken met elkaar om de tafel om te bekijken wat jongeren over een gezonde leefstijl zouden moeten weten.

Het resultaat is een doorlopende leerlijn van 0 tot 24 jaar, vanaf begin mei beschikbaar op internet, waarin per schooltype te zien is wat op welk moment aan bod moet komen. Alle informatie is geordend aan de hand van zeven thema’s: sociaal-emotionele ontwikkeling, voeding, bewegen en sport, persoonlijke verzorging, genotmiddelen, fysieke veiligheid, en relaties en seksualiteit. Die indeling sluit aan bij de Gezonde School-aanpak van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.

Handige voorbeelden

Het leerplankader is in eerste instantie gericht op degenen die binnen de kinderopvang en het onderwijs de leerplannen maken, zegt Berend Brouwer, projectleider bij SLO. Maar ook methodemakers zullen er veel aan hebben. Brouwer hoopt dat er in een volgend stadium een koppeling komt met beschikbare leermiddelen, methodes en interventies op het gebied van gezonde leefstijl. ‘Zodat je in het leerplankader per onderwerp meteen kunt doorklikken naar een praktisch toepasbaar leermiddel.’

Dat daar bij leerkrachten behoefte aan is, merkt Bart van den Bosch op zijn eigen scholen, waar hij onlangs een conferentie over sport en gezondheid organiseerde. ‘Niet elke docent heeft helder voor ogen hoe hij een les over bijvoorbeeld duurzame voeding in elkaar kan zetten. Ondersteuning met concrete voorbeelden komt dan zeker van pas’.    

Het viel niet altijd mee om bij elk onderwerp op één lijn te komen, vertelt Van den Bosch. ‘Niet elk thema speelt overal even sterk. Binge drinken en loverboyproblematiek zijn in sommige regio’s veel meer een issue dan in andere.’

Ook verschilden de meningen over het moment van aanbieden. ‘Voorlichting over genotmiddelen is nu opgenomen in het deel voor het voortgezet onderwijs, maar in de grote steden wordt er soms al op de basisschool over drugs gesproken.’ Het leerplankader is dan ook geen lijstje dat verplicht moet worden afgewerkt, maar biedt overzicht. Van den Bosch: ‘De thema’s die met gezondheid te maken hebben, vallen onder allemaal verschillende vakken. Het mooie van dit leerplankader is dat alles bij elkaar is gebracht.’

Meer opvoeden dan onderwijzen

Afhankelijk van verdere subsidie van het ministerie van OCW gaat er eind dit jaar een pilot van start, waarin diverse scholen met het leerplankader gaan werken. Daarmee wil Brouwer onder andere in kaart brengen welke leermiddelen geschikt zijn om handen en voeten aan het leerplankader te geven. Verder is hij benieuwd hoe de scholen de aangeboden informatie gaan gebruiken: ‘Alles staat nu thematisch geordend. Maar misschien blijkt een andere indeling wel veel praktischer.’

Een belangrijke gedachte achter het leerplankader is dat pure kennisoverdracht niet genoeg is voor het bevorderen van een gezonde leefstijl. ‘Jongeren weten vaak best wat gezond is en wat niet,’ zegt Brouwer, ‘maar ze hebben moeite die kennis op zichzelf toe te passen. Leraren kunnen hen daarbij helpen. Hoe ga je om met de verleidingen van het leven en welke keuzes heb je daarin?’ Een meer opvoedende dan een onderwijzende rol dus. Zitten leraren daar wel op te wachten? Brouwer: ‘Daar gaan we in de pilot hopelijk achter komen. Mijn verwachting is dat veel leraren er juist behoefte aan hebben om meer te doen dan alleen kennis overdragen.’

 

Patat
Voor Joris Weller gaat onderwijs duidelijk niet alleen over kennisoverdracht, maar nadrukkelijk ook over opvoeden. Als leerkracht bewegingsonderwijs op de Amsterdamse Timotheusschool van de stichting Amos werkt hij met Jump-in, een speciaal programma dat gezond eten en bewegen op scholen stimuleert.
‘Al bij de inschrijving voor de naschoolse sportactiviteiten willen we weten of een leerling graag beweegt,’ vertelt Weller. ‘Is dat niet het geval, dan krijgt zo’n leerling met voorrang een plaats.’ Voor voeding hanteert de school een aantal regels. Zo mogen ouders zelf weten wat voor beleg ze op het brood van hun kinderen doen, zolang het maar bruin brood is. Ook krijgen kinderen te horen dat ze beter water of ongezoete dranken kunnen drinken dan bijvoorbeeld cola.
Toen topkok Jamie Oliver in Engeland een soortgelijk project met gezonde lunchmaaltijden startte, kwamen boze ouders rond het middaguur bakken patat naar school brengen. Hoe reageren de Amsterdamse ouders op de regels rondom voeding? Weller: ‘Eigenlijk heel positief. We merken dat ouders het prettig vinden als er voor dit soort zaken een norm gesteld wordt. Dan weet iedereen tenminste waar hij aan toe is.’ / FB

 

Kijk voor meer informatie op www.gezondeleefstijl.slo.nl.

Dit artikel verscheen in Dicactief, juni 2015.

Click here to revoke the Cookie consent