Onderzoek

Halfjaarlijkse rapportage Passend Onderwijs

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 22-05-2016 Gewijzigd op 19-07-2017
Passend Onderwijs is een eind onderweg. Langzaam beginnen zich enkele zaken uit te kristalliseren. De bureaucratie lijkt enigszins gegroeid, maar het aantal verwijzingen naar speciaal onderwijs daalt. Misschien.

Volgende maand komt de eerste halfjaarlijkse rapportage over de evaluatie Passend Onderwijs uit, volgens planning. Maar veel onderzoeken, onder coördinatie van het Kohnstamm Instituut lopen nog maar net. De onderzoekers hebben in de tweede helft van 2015 veel tijd gestoken in het werven van samenwerkingsverbanden die ze langdurig en uitgebreid gaan volgen: vijf jaar lang bevragen ze directeuren, leerkrachten en andere betrokkenen van tien samenwerkingsverbanden en vijf mbo-instellingen intensief op verschillende thema´s rond passend onderwijs. De verwachting is dat er relevante lessen zijn te trekken uit deze integrale casestudies. Binnenkort zal Didactief alvast enkele betrokkenen aan je voorstellen.

Toewijzing

Voor de huidige rapportage is alleen de eerste toewijzingsmonitor klaar. Via vragenlijsten is onderzocht of samenwerkingsverbanden de toewijzingsprocedures nu anders beoordelen dan vóór de invoering van passend onderwijs. Vinden ze die nu bijvoorbeeld flexibeler of transparanter? Onderzoeker Guuske Ledoux, directeur van het Kohnstamm Instituut: ‘Het verschil met de nulmeting uit 2014 is niet heel groot, maar wat wel opvalt, is dat de ervaringen van respondenten verschillen. Directeuren van samenwerkingsverbanden en toewijzers (personen betrokken bij toekenning van extra steun) vinden dat de situatie is verbeterd, maar scholen zijn dat lang niet altijd met ze eens. Vraag is nu hoe dat komt: werkt wat op de tekentafel is bedacht in de praktijk niet zo goed of staan scholen wat meer op afstand en moeten ze nog wennen aan nieuwe procedures, wat kan maken dat ze deze als moeilijk en ingewikkeld ervaren? ’Hoewel hoogleraar Jules Peschar in 2015 nog waarschuwde voor grote variëteit (‘Passend onderwijs is als een toneelstuk dat straks in 152 theaters op even zoveel verschillende manieren zal worden opgevoerd,’ lijkt het mee te vallen. Ledoux: ‘De meeste samenwerkingsverbanden kiezen voor een zogenoemd gemengd model, waarbij middelen deels naar de scholen gaan en deels bovenschools besteed worden aan faciliteiten of aan een speciaal potje waar scholen voor individuele leerlingen een beroep op kunnen doen. Geen enkel samenwerkingsverband heeft het school- , het leerling- of het expertisemodel in zijn zuivere vorm, de onderlinge verschillen zijn gradueel. We moeten nu de diepte in, verder onderzoeken of bijvoorbeeld een samenwerkingsverband dat meer neigt naar het schoolmodel de toewijzing flexibeler vindt of niet.’

Trendbreuk

Cijfers over verwijzingen naar het speciaal onderwijs zijn nog niet eenduidig. Is er nou wel of geen trendbreuk in het aantal verwijzingen en in het aantal kinderen dat teruggeplaatst wordt naar het regulier onderwijs? De bedoeling van passend onderwijs was natuurlijk ook de groei uit het speciaal onderwijs te halen. Ledoux en haar collega’s studeren nog op de cijfers.
De Onderwijsinspectie is minder voorzichtig: in het nieuwste Onderwijsverslag concludeert zij dat meer leerlingen die voorheen naar het speciaal onderwijs gingen, nu naar reguliere scholen gaan. Daarbij lijken financiële overwegingen het belangrijkste, schrijft de inspectie: hoe minder geld een samenwerkingsverband heeft, hoe vaker leerlingen terechtkomen in het reguliere onderwijs.

Bureaucratie

In een rapport dat eind december 2015 uitkwam, beschrijft het Kohnstamm Instituut hoe scholen en ouders de bureaucratie rond leerlingenzorg ervaren, een jaar na de invoering van passend onderwijs. Een van de klachten over de rugzakfinanciering in het verleden was de geweldige administratieve rompslomp. Nu vinden intern begeleiders, zorgcoördinatoren en leerkrachten in basis- voortgezet- en speciaal onderwijs de administratie en overleg nog steeds tijdrovend, maar ook nog steeds nuttig en niet erg moeilijk. Het maken van ontwikkelingsperspectieven vinden ze relatief ingewikkeld, maar dat kan komen omdat het nog geen routine is. De verschillen tussen scholen zijn wel groot. Gemiddeld valt de bureaucratie mee, maar een kwart van de respondenten is negatief. Per saldo vinden scholen dat de bureaucratie en daarmee de taakbelasting is gegroeid.
Ouders laten weten dat zij minder tijd kwijt zijn aan het invullen van formulieren, maar vinden ook dat er minder rekening wordt gehouden met hun wensen en dat ze onvoldoende ondersteuning krijgen bij het verzamelen van gegevens. Ook in deze groep zijn de onderlinge verschillen overigens groot.

Vakbekwaam

Passend onderwijs staat of valt natuurlijk met de kennis en kunde van leerkrachten. Onderzoek door het ITS, Kohnstamm Instituut en het lectoraat Passend Onderwijs van de Hogeschool Leiden liet najaar 2015 zien dat die (in het basisonderwijs) beter kunnen. Een op de vier leerkrachten zou zelf graag bijscholen om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften beter te kunnen begeleiden, ruim een derde voelt zich overbelast door het onderwijs aan deze kinderen.
Intern begeleiders zien de lacunes vooral in de kennis van leerlijnen, differentiëren en omgaan met gedragsproblemen. Pedagogisch en organisatorisch zouden de meeste leerkrachten juist goed beslagen ten ijs komen, samenwerken zou ook geen probleem vormen, maar vakinhoudelijk en didactisch is het beeld wisselend.
Literatuuronderzoek toont aan dat verder ontwikkelen van deze vaardigheden een flexibel en divers aanbod vergt, tijd en ruimte om te leren en om het geleerde in de praktijk toe te passen. Dat alles behoeft een schoolleider met oog voor deze voorwaarden en voor professionaliseringsbeleid.

Na de opheffing van de Evaluatie- en Adviescommissie Passend Onderwijs besloot OCW dat monitoring van deze onderwijsvernieuwing in handen zou komen van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). Dat besteedt een en ander uit aan een consortium van onderzoekers onder leiding van het Kohnstamm Instituut.

 

Er is sinds de invoering van de Wet passend onderwijs in 2014 veel onderzoek gedaan naar de beginsituatie. In het dossier ‘Passend Onderwijs’  alle onderzoekartikelen, originele rapporten en opinies van deskundigen verzameld.

Dit artikel verscheen in Didactief, mei 2016.

Click here to revoke the Cookie consent