Dankzij moderne technologie zouden jongeren zich ontplooien tot zelfstandig lerenden die met internet voorzien in hun persoonlijke (leer)behoeften en interesses. Op dit prototype van de 21e-eeuwse global learner valt wel wat af te dingen, stellen de Utrechtse onderzoekers Asli Ünlüsoy en Mariëtte de Haan. Ze laten met hun studie naar informele (leer)netwerken van Turks-Nederlandse tieners zien hoe eenzijdig en westers georiënteerd het beeld is.
In diepte-interviews bevroegen ze 25 Turks-Nederlandse tieners (13 tot 16 jaar, vmbo en havo) naar hun netwerken (de mensen met wie ze online en offline het meest omgaan) en hoe ze aankijken tegen leren. Hun netwerken zijn overwegend Turks (88%) en familieleden nemen een prominente plaats in (61%). Ruim een vijfde van hun contacten (22%) komt uit het buitenland (Turkije of andere migratielanden als Duitsland en Frankrijk).
De tieners streven niet zozeer naar onafhankelijkheid en het ontdekken van hun eigen weg, maar willen zich de tradities en kernwaarden van hun (Turkse) gemeenschap eigen maken. Ze zoeken daarvoor rolmodellen in oudere familieleden.
Ook online zoeken ze niet de wijde wereld of nieuwe ervaringen op, maar blijven ze dicht bij hun netwerk. Wel kunnen ze dankzij sociale media in nauw contact blijven met familieleden in het buitenland. Ze krijgen zo vanuit de eigen gemeenschap toegang tot leefwerelden die anders zijn dan wat ze in Nederland kennen, met soms andere perspectieven op de actualiteit. Ook dat, zo stellen Ünlüsoy en De Haan, is een vorm van global learning. Ze pleiten ervoor dat scholen ook daar aandacht aan besteden en niet alleen uitgaan van het westerse prototype.
Asli Ünlüsoy en Mariëtte de Haan, Expanding the Notion of Global Learning: Turkish-Dutch Teens’ Networked Configurations for Learning. In: Frontline Learning Research, 2020.
Dit artikel verscheen in Didactief, oktober 2020.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven
