Onderzoek

Gemeente heeft weinig zicht op thuisonderwijs

Tekst Halewijn Drent
Gepubliceerd op 25-04-2023 Gewijzigd op 25-04-2023
Beeld Human Touch Photography
Het is niet te missen nieuws: Nederland telt momenteel circa 20.000 thuiszitters, leerlingen die tegen wil en dank langer dan drie maanden niet naar school gaan. Maar steeds meer ouders kíezen ook voor thuisonderwijs. Het CAB onderzocht hoe dat zit in Oost-Groningen.

In gemeenten in de Biblebelt en aan de noordoostkant van Nederland, tegen de Duitse grens, wonen relatief veel gezinnen die een beroep doen op een vrijstelling van de leerplicht en thuisonderwijs geven. Hun aantal stijgt sinds de COVID-19-crisis. Gemeenten hebben hier vaak weinig zicht op en maken zich soms zorgen over hoe ze de leerplicht moeten handhaven. ‘Het zou mooi zijn als er überhaupt onderwijs wordt gegeven’, aldus een beleidsmedewerker van een gemeente die leerlingzaken in zijn portefeuille heeft.
 

Bezwaar

Ouders vragen meestal om vrijstellingen van artikel 5 onder a Leerplichtwet (op lichamelijke of psychische gronden niet geschikt om tot een school of een instelling te worden toegelaten), artikel 5 onder b (bedenkingen tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van de woning gelegen scholen of instellingen) en artikel 5 onder c (op school buiten Nederland).


Door middel van een literatuurstudie, gesprekken met zeven professionals (waaronder leerplichtambtenaren, beleidsmedewerkers en mensen actief in het thuisonderwijs) en twee ouders die thuisonderwijs overwogen, hebben we de redenen van een aantal ouders om voor thuisonderwijs te kiezen onderzocht.

Ouders die een richtingsbezwaar hebben (zie kader), staan vaak lijnrecht tegenover de gemeente. ‘Gemeenten voeren vaak een ontmoedigingsbeleid en gaan erg door op de geloofsovertuiging. Eigenlijk zou het moeten gaan om het welzijn van het kind. Veel ouders zouden hier ook prima vragen over willen beantwoorden, als er maar geen harde consequenties aan verbonden zijn’, aldus de Nederlandse vereniging voor thuisonderwijs. Met andere woorden, het gaat soms helemaal niet om geloofsovertuiging, maar ouders moeten soms wel doen alsof om een vrijstelling te krijgen.

Kinderen willen wel leren, maar soms lukt het gewoon niet op een reguliere school. Een directrice van een alternatieve, door de inspectie goedgekeurde school, gaf aan dat ‘sommige ouders genoodzaakt zijn om hun kind op een bepaald moment thuis te laten, terwijl het kind graag zou willen leren maar dit niet op school wil, om verschillende redenen (bijvoorbeeld een traumatische ervaring). Ouders zijn dan genoodzaakt om hun kind thuisonderwijs te geven en doen dit dan door middel van een van de vrijstellingen.’

Bij veel gemeenten leeft volgens haar de foutieve aanname dat de ontwikkeling van een kind alleen plaatsvindt op school. ‘Maar de ontwikkeling van een kind stopt niet bij school en is ook niet lineair.’

Een van de ouders die wij spraken gaf aan dat ‘leren verder gaat dan lesstof’. Volgens deze ouder gaat het om het sociale netwerk, disciplinering en inhoudelijke kennis: ‘Ze leren natuurlijk gewoon wat ze op school ook leren, maar dat gaat op een andere manier. Kinderen leren vaardigheden die ze kunnen gebruiken in plaats van kennis die ze een jaar later vergeten zijn. En het contact dat de kinderen hebben is dan met kinderen van alle leeftijden, waardoor je veel socialere kinderen krijgt dan wat de school kan leveren.’ Het is nu eenmaal een gegeven dat sommige ouders hun kind graag thuisonderwijs willen geven. Dan zou het goed zijn als de overheid interesse toont in de bedoeling van het thuisonderwijs, aldus een ouder. Waaraan de directrice toevoegt: ‘Het doel van thuisonderwijs moet duidelijk zijn en de gemeente kan dit monitoren door bijvoorbeeld jaarlijks in gesprek te gaan met de ouders én vooral het kind, op basis van een portfolio waarin de ontwikkeling van het kind duidelijk wordt.’

Er blijkt echter veel wantrouwen rond thuisonderwijs. Gemeenten hebben er slecht zicht op en maken zich zorgen over het welzijn van het kind. Gezinnen durven niet prijs te geven aan de gemeente op welke manier zij onderwijs geven uit angst om hun vrijstelling kwijt te raken: de redenen die men heeft om voor thuisonderwijs te kiezen, zijn vaak diverser dan de wettelijke mogelijkheden op basis waarvan men vrijstelling kan krijgen. Een patstelling is het resultaat.

Het zou beter zijn uit te gaan van een leerrecht (recht op onderwijs) in plaats van een schoolplicht. Dit zou gemeenten handvatten bieden om te kunnen controleren of kinderen onderwijs krijgen en biedt ouders de mogelijkheid om met open vizier specifiek te handelen naar de situatie van het kind.

Verder lezen

1 School of privésuite?
2 Hoe een recht een plicht werd
3 Onderwijsraad wijst Slobs eisen voor thuisonderwijs af

Click here to revoke the Cookie consent