Oorzaak is een programmeerfout in de Centrale Eindtoets, waardoor registratie van de beheersing van de referentieniveaus op leerlingenniveau niet mogelijk is. Registratie van de referentieniveaus zou tevens bemoeilijkt zijn doordat in de IEP Eindtoets bij rekenen ook 2F geregistreerd kon worden.
Minister Slob meldt dit in een brief aan de Tweede Kamer (29 november 2018) over de resultaten van de eindtoets in schooljaar 2017-2018. Cito maakt de Centrale Eindtoets in opdracht van het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Opvallend is dat het CvTE de programmeerfout niet noemt in de Terugblik 2018, waarin het CvTE verslag doet van de afname en resultaten van de Centrale Eindtoets 2018. Integendeel zelfs, het CvTE spreekt van ‘voortschrijdend inzicht’ dat ertoe heeft geleid dat er ‘nu een robuuste methode’ is…(..). En: ‘De beheersing van de referentieniveaus op de Centrale Eindtoets kan (…) vergeleken worden met die van voorgaande jaren.’ Met uitzondering van schooljaar 2017-2018 dan toch.
Het ontbreken van de programmeerfout in de Terugblik van het CvTE is des te opvallender, omdat het college juist meer openheid en transparantie heeft beloofd.
In de Kamerbrief over de eindtoets staan meer opvallende zaken. Zo is de gemiddelde eindtoetsscore van de leerlingen die de drie onderdelen van het facultatieve onderdeel wereldoriëntatie hebben gemaakt, significant hoger dan de score van leerlingen die geen wereldoriëntatie hebben gemaakt.
Afname van het onderdeel wereldoriëntatie bij de digitale adaptieve Centrale Eindtoets is in 2018 op de eerste afnamedag gestopt vanwege technische problemen in de afname. Onduidelijk is in de Kamerbrief en in de Terugblik van het CvTE of eventuele effecten van die problematische start zijn meegenomen in de beoordeling van de resultaten van leerlingen.
Ronduit zorgwekkend lijkt het dat leerlingen die de digitale adaptieve Centrale Eindtoets maakten, vaker slechter scoorden dan op basis van het gegeven schooladvies te verwachten was. Dit blijkt ook uit de Terugblik van het CvTE. Dat schrijft de slechtere scores toe aan het feit dat sommige leerlingen een kortere toetstijd nemen en aan een minder goed georganiseerde afnamesetting op scholen. Een opmerkelijke verklaring, omdat deze variabelen potentieel ook bij de papieren Centrale Eindtoets aanwezig zijn, maar daar treden deze effecten niet op. De vraag is ook hoe het mogelijk is dat de toets ondanks deze nadelen toch toegelaten werd voor afname.
De digitale Centrale Eindtoets bleek trouwens nog een nadeel te hebben: doordat de papieren en de digitale adaptieve versie anders zijn opgebouwd, is er niet op alle vlakken een eenduidige vergelijking te maken met voorgaande jaren. Dat geldt ook voor de moeilijkheidsgraad van de toets. Ook dit lijkt de toets als verantwoordingsinstrument voor de inspectie minder geschikt te maken.
Overigens is in 2019 afname van de digitale Centrale Eindtoets niet mogelijk.
Een laatste opmerkelijk feit is dat ‘trouwe’ scholen die ieder jaar aan de Centrale Eindtoets deelnemen, de beste resultaten halen, nieuwe scholen de slechtste. Een effect dat sommigen zullen uitleggen als een bewijs van teaching to the test.
De redactie heeft vragen gesteld aan OCW over bovenstaande brief en CvTE Terugblik inzake de programmeerfout en de eventuele consequenties die deze heeft voor de producent van de Centrale Eindtoets. Zodra de antwoorden binnen zijn, zullen deze aan dit artikel worden toegevoegd.
24-04-2013
16-06-2008
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven