Interview

‘Ga bewust om met peer assessment’

Tekst Peter Zunneberg
Gepubliceerd op 02-10-2012 Gewijzigd op 17-09-2018
Steeds vaker moeten leerlingen elkaars werk beoordelen. Maar dat is een vaardigheid die ze moeten ontwikkelen. Zet dit middel dus niet te vroeg in, adviseert onderwijspsycholoog Marjo van Zundert.

Vroeger gaf een leraar weleens een antwoordenboekje aan leerlingen om werk van anderen na te kijken. Dat bespaarde hem werk. Maar inmiddels is het een vaardigheid die steeds belangrijker wordt: peer assessment.

 

Wat versta je precies onder peer assessment?

‘Peer assessment is het laten beoordelen van het werk door gelijken. Dus in het onderwijs betekent het dat leerlingen het werk van medeleerlingen beoordelen. Van oudsher was het de leraar die bepaalde wat goed en fout was. Maar in onze moderne tijd worden naast kennis ook vaardigheden steeds belangrijker. Naast bijvoorbeeld samenwerken en probleemoplossend vermogen is het kritisch beoordelen van je eigen werk en dat van anderen een typisch 21e-eeuwse vaardigheid.’

 

Dat klinkt mooi, maar kunnen leerlingen dat wel en spelen er niet allerlei externe factoren mee?

‘Dat zou je inderdaad verwachten, dat leerlingen denken “jij bent mijn vriend, dus voor jou ben ik mild”. Maar uit literatuur blijkt dat dergelijke factoren nauwelijks een rol spelen. Daarbij kun je die factoren helemaal uitsluiten door leerlingen elkaar anoniem te laten beoordelen. In mijn onderzoek heb ik leerlingen complexe taken voorgelegd op de computer. Zo moesten ze wetenschappelijke experimenten herleiden tot zes stappen van onderzoek doen. En door extra informatie was de uitkomst niet altijd eenduidig. Vervolgens heb ik deze taak door medeleerlingen laten beoordelen zonder dat zij wisten van wie zij het werk bekeken.’

 

Blijft het eerste deel van de vraag, kunnen leerlingen dit wel?

‘Ja, maar voorzichtigheid is geboden. Peer assessment is een vaardigheid die je kunt trainen en ontwikkelen. Leraren moeten hun leerlingen echt stapje voor stapje begeleiden. Het gaat mis als de leerling die een ander beoordeelt zelf de stof niet beheerst. Peer assessment heeft dus pas zin als leerlingen volledig thuis zijn in een bepaald domein. Daar moet je je als leraar ook van bewust zijn en je moet er dus voor zorgen dat de eindverantwoordelijkheid bij jou blijft liggen. Peer assessment moet ook nooit in z’n geheel een vervanging worden van het oordeel van de docent.’

 

Hoe kun je peer assessment het best aanleren?

‘Ik heb twee verschillende methodes onderzocht. Bij sequentiëring ga je stapsgewijs te werk. Je hanteert twee instructiefases, eerst alleen het domein en vervolgens de lesstof met gebruikmaking van peer assessment. Bij scaffolding begin je in de instructiefase direct al met peer assessment, maar met heel veel ondersteuning. En naarmate je verder vordert, bouw je dat af. In de praktijk is gebleken dat sequentiëring beter werkt dan scaffolding.’

 

Steeds meer vaardigheden moeten steeds eerder aangeleerd worden. Kan dat allemaal wel?

‘In mijn onderzoek heb ik me gericht op leerlingen uit het voortgezet onderwijs tussen de 13 en 16 jaar. Sommigen bleken er grote moeite mee te hebben, maar het is wel trainbaar. Daarbij ben ik positief en optimistisch ingesteld en denk ik dat je ook op de basisschool al kunt beginnen met peer assessment. Het staat nog wel heel erg in de kinderschoenen. Dus hoe je dat daar moet aanpakken zal een onderwerp voor nader onderzoek zijn.’

Marjo van Zundert, Optimizing the effectiveness and reliability of reciprocal peer assessment in secondary education. Proefschrift Universiteit Maastricht / NWO, 2012

Click here to revoke the Cookie consent