De onderzoeker bekeek het taalgebruik in het Fries en Nederlands bij kinderen van 2,5 tot 4 jaar oud. Ze testte de passieve en actieve woordenschat van de kinderen en de gemiddelde lengte van de zinnen die ze maken.
De peuters die worden opgevoed in het Fries bleken in het Nederlands evenveel woorden te begrijpen en even lange zinnen te maken als hun Nederlandstalige leeftijdsgenootjes. Alleen op het gebied van actieve woordenschat (zelf woorden gebruiken), liepen de Friese kinderen nog achter op kinderen met Nederlands als moedertaal. Dat komt, volgens de onderzoeker, doordat de Friestalige kinderen op het moment dat ze beginnen aan de basisschool nog middenin het verwervingsproces van het Nederlands zitten. Toch hoeven ouders die hun kinderen in het Fries opvoeden zich geen zorgen te maken over een eventuele taalachterstand van hun kind, meent Dijkstra. Eerder onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat Friestalige kinderen tegen de tijd dat ze in groep 4 zitten die achterstand helemaal hebben ingehaald en dezelfde scores behalen als hun Nederlandstalige leeftijdsgenootjes.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven