Onderzoek

Formatief evalueren: Wat DOEN leerlingen?

Tekst Gerdineke van Silfhout en Judith Gulikers
Gepubliceerd op 16-06-2021 Gewijzigd op 01-07-2021
Veel scholen zetten in op meer formatief evalueren. Voor docenten is de motivatie vooral meer eigenaarschap creëren, actievere leerlingen, meer motivatie, meer betrokkenheid.

Dat begint bij een actieve houding van leerlingen. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? En welk gedrag willen we eigenlijk zien bij de leerlingen als de leraar formatief evalueren in de klas vormgeeft (figuur 1)? En wat moet de docent doen om dit gedrag in de klas uit te lokken?

 

Met deze vraag zijn we met 24 teams uit twee professionaliseringstrajecten Leernetwerken formatief evalueren en RAAK-project aan de slag gegaan. Docenten maakten posters van wat zij deden (de zogenoemde FE-leerlingcyclus) aan de hand van verschillende werkvormen formatief evalueren die SLO heeft ontwikkeld (zie bijvoorbeeld deze werkvorm). Daarnaast benoemden 27 VO-docenten welk gedrag zij in iedere fase van de formatief evalueren-cylus van de leerling en wilden zien. (zie figuur 2)

 

Analyse van deze input toonde aan dat  vragen stellen, uitleg geven aan elkaar, feedback vragen  en een cultuur in de klas waarin leerlingen fouten mogen en durven maken essentieel zijn om een actieve houding bij leerlingen te triggeren.

Maar docenten bleken het ook nog lastig te vinden om in hun eentje concreet te maken wat ze van leerlingen wilden zien. Hoe ziet eigenaarschap of motivatie in de klas er precies uit? Toch zien we, als we wat verder kijken per fase, mooie voorbeelden van meer concreet gedrag van leerlingen (zie figuur 3) als docenten er samen over nadenken en over praten.

Ook wordt helderder wat dat vervolgens voor hun eigen docentgedrag betekent. Immers, als je bijvoorbeeld zegt dat je wilt dat leerlingen ‘elkaars werk met elkaar en met de succescriteria vergelijken” (in fase 3) dan betekent dat meteen dat je 1) een activiteit moet inzetten om succescriteria te verhelderen (fase 1); 2) leerlingen producten moet laten maken waarin ze deze succescriteria kunnen laten zien (fase 2), en 3) een activiteit, tool, en tijd moet inrichten waarin leerlingen elkaars werk bekijken. In ieder geval is nu aan alle docenten duidelijker geworden hoe docent- en leerlinggedrag nauw met elkaar verbonden zijn bij FE in de klas.

Referenties:

Baartman, L., Gulikers, J., & Bouwmans, M. (2021, sept). Using the FA-cycle to Explore Teachers’ Formative Assessment Activities. Paper presented at the EARLI conference, Gotenborg, Sweden. Online.

Carless, D., & Winstone, N. (2020). Teacher feedback literacy and its interplay with student feedback literacy. Teaching in Higher Education, 1-14

Gulikers, J. & Baartman, L. (2017). Doelgericht professionalisering: Formatief toetsen met effect! Wat DOET de docent in de klas. NRO overzichtstudie (405-15-722). Wageningen University, the Netherlands. https://www.nro.nl/sites/nro/files/migrate/Inhoudelijke-eindrapport_NRO-PPO-405-15-722_DEF.pdf

 

Click here to revoke the Cookie consent