Onderzoek

Experimenterende kleuters

Tekst Eline Geus
Gepubliceerd op 03-10-2017 Gewijzigd op 24-01-2018
Beeld Frits Dijcks
Welke knikker rolt verder, de zware of de lichte? En rolt hij verder van een steilere helling? Dit soort experimenten kunnen kleuters met jouw hulp al uitvoeren.  

Alleen als je telkens één variabele verandert, kun je een verantwoorde conclusie trekken. Kleuters kun je al stimuleren om vanuit die gedachte te experimenteren, concludeert Joep van der Graaf in zijn promotieonderzoek. In het kader van onderzoekend leren liet hij honderd kleuters een experiment met meer variabelen uitvoeren. Bij twee knikkerbanen waren vier variabelen aan te passen, bijvoorbeeld de helling van de baan of de knikker zelf. ‘Ik bood de variabelen één voor één aan en de kleuters mochten de opstelling even aanraken. Daarna stelde ik vragen, zoals: kun je laten zien of de zware of lichte knikker verder rolt?’ De kleuters mochten steeds meer veranderen, van alleen de knikker tot zowel de helling als de knikker en de gladheid van de baan. ‘Als ik vraag of de knikker verder rolt van de steile of vlakke baan, dan is het dus de truc om alles aan de twee knikkerbanen hetzelfde te laten behalve de helling.’ Hiermee kunnen kleuters best uit de voeten. ‘Wel hebben ze enige sturing nodig,’ voegt Van der Graaf toe. ‘Ik heb het experiment stapsgewijs opgebouwd en feedback gegeven op hun opstelling.’

Van der Graaf testte ook met afbeeldingen van kauwgom en tanden hoe goed kleuters conclusies kunnen trekken. ‘Ze kregen vier plaatjes met groene kauwgom en gezonde tanden te zien, en vier plaatjes met gele kauwgom en ongezonde tanden. Welke kauwgom zorgt voor ongezonde tanden?’ Ook dit ging de kleuters goed af.

Wel hangen de prestaties af van onder andere zelfcontrole. Kleuters die impulsen kunnen beheersen en bijvoorbeeld wachten op uitleg voordat ze de knikkerbaan aanpassen, experimenteren beter. Van der Graaf testte de kleuters twee keer in groep 1 en één keer in groep 2. Ze bleken beter te worden in zowel experimenteren als concluderen. Stimuleer die groei dus met proefopstellingen in de klas. ‘En geef ze feedback. Als ze bijvoorbeeld alleen de zware knikker laten rollen en concluderen dat die verder komt, vraag dan eens hoe ver de lichte knikker rolt.’ / EG

Joep van der Graaf, Scientific Thinking in Kindergarten. Proefschrift Radboud Universiteit, 2017 (onderdeel van Talentenkracht).

Dit artikel verscheen in de rubriek 'Ondezoek Kort, in Didactief, oktober 2017.

Click here to revoke the Cookie consent