De formatieve toetsing is onderdeel van het onderwijsmodel High Impact Learning that Lasts (HILL). Hill is ontwikkeld door Filip Dochy, hoogleraar Onderwijskunde in Leuven, en Mien Segers, hoogleraar Corporate Learning aan de Universiteit van Maastricht. Doel is de student eigenaarschap over zijn eigen leren te laten ontwikkelen.
Sinds 2016 hebben docenten hun rol als beoordelaar achter zich gelaten en zijn als coach gaan fungeren gedurende het assessmentgesprek tussen studenten (peers als elkaars gelijken). Zij geven feedback die het leren moet bevorderen. De traditionele kennistoetsen met cijfers zijn verdwenen.
Om peerassessments beter te laten verlopen hebben docenten binnen de opleiding Maatschappelijke Zorg filmobservaties van studenten die de peerassessments voorbereiden bekeken. Ook interviews met studenten en docenten leverden inzichten op over hoe docenten studenten kunnen ondersteunen in hun peerassessment.
Een gouden zet in het zoeken naar betere begeleiding van studenten bleek hen zelf criteria voor product en gesprek te laten formuleren. Het werken met een rubric waardoor ze vooraf hebben nagedacht over criteria, gaf studenten veel houvast om onderbouwd peerfeedback te geven.
‘Door het werken aan de criteria ging ik het begrijpen.’
- Student uit interview
Er werd aandacht besteed aan het leerklimaat, scripts voor assessee (degene die bevraagd wordt) en peerassessor (de student die vragen stelt). Studenten met voldoende domeinkennis bleken beter in staat vragen te stellen. Het bleek ook belangrijk goede vragen te stellen die de assessee uitdagen goed na te denken en transfers te maken tussen opgedane kennis en de bevraagde situatie in het gesprek. Hierbij was een coachende vraag van een docent soms nodig. Vooraf was bedacht dat als de student zich voorbereidt op beide rollen hij of zij vanzelf kritischer naar eigen werk (selfassessment) zou kijken. Dit bleek nog niet bij alle studenten het geval.
Opvallend was dat het leereffect in de rol van peerassessor groter was dan in de rol van assessee. Studenten bereidden zich bewuster voor op hun eigen assessment, nadat ze als peerassessor hadden gefungeerd. Ze ervoeren het bevragen van de ander als een verantwoordelijke taak. Het bevragen van een medestudent zette hen ook op scherp.
‘Wanneer ik zelf vragen mag stellen, dan wordt het uitdagender voor mezelf waardoor ik er meer van kan leren.’
- Student uit interview
Ze vonden het waardevol dat de docent als coach aanwezig was tijdens het peerassessment: het zorgde voor een veilig leerklimaat. De docent vond het wel lastig om niet in te grijpen wanneer de student in eerste instantie geen vragen kon bedenken.
‘Ik denk dat dit meerdere vaardigheden vraagt. Het heeft niet altijd met de manier van vragen stellen te maken. Dit peerassessment vraagt van de student een niveau hoger boven het aangeboden werk te gaan hangen en er vragen over leren stellen. Als docent hebben wij vooral ingestoken op het vragen kunnen stellen en nog niet ingestoken op de ontwikkeling van een helicopterview.’
- Inzicht docent naar aanleiding van een peerassessment
In het leerklimaat speelden de eigen overtuigingen en intuïties van de student een grotere rol dan docenten van tevoren hadden ingeschat. Peerassessen vraagt van studenten elkaar te vertrouwen. Maar een aantal studenten was zeer onzeker over het ontvangen en geven van peerfeedback. Docenten willen dit in de toekomst duidelijker benoemen.
‘Dan kom je erachter dat deze ervaring er mag zijn’
- Inzicht docent na peerassessment
Algemene conclusie na drie jaar werken met deze peerassessments is dat de studenten zichtbaar meer zelfvertrouwen krijgen doordat ze invloed hebben op hun assessment. Maar er zijn ook nog leerpunten: zo weten studenten van tevoren onvoldoende wat er van hen wordt gevraagd als peerassessor. Zij bereiden zich namelijk vooral voor op de hen bekende rol van assessee. De doorontwikkeling van de peerassessment vraagt daarom aandacht voor de metacognitieve ontwikkeling van de student, training en borging door docenten om studenten meer te laten reflecteren op het peerassessment en de betekenis hiervan voor het eigen professionele handelen. Een ontwikkelingsportfolio waarin de student kan terugkijken zou kunnen helpen. De ontdekking dat zij erg ver komen als docenten durven los te laten en vertrouwen te geven, is de meest waardevolle van het hele project.
Jolanda Rijnders is docent aan Gilde Opleidingen, afdeling Welzijn Maatschappelijke Zorg.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven