Interview

'Een positieve leraar vormt sociale kinderen'

Tekst Marloes Hendrickx
Gepubliceerd op 30-03-2017 Gewijzigd op 12-09-2017
Als leraar beïnvloed je de onderlinge relaties tussen leerlingen, zo blijkt uit promotieonderzoek door Marloes Hendrickx. Als jij Pietje niet aardig vindt, moeten de kinderen Pietje ook niet.

Je hebt ‘de onzichtbare hand van de leraar’ onderzocht?
‘Ja, mooie uitdrukking hè? We weten al heel veel over de invloed van leraren op het leren van kinderen, maar nog nauwelijks iets over hun invloed op het sociale klimaat in de klas. Dat heb ik onderzocht door video-opnames te maken van de interactie tussen leraren en leerlingen in 59 groep 7-klassen, en aan de leerlingen onder meer te vragen wie ze in de klas aardig en minder aardig vinden.’

Wat heb je ontdekt?
‘De leraar blijkt een belangrijk rolmodel. Als de leraar voornamelijk positief is, dan laten leerlingen sociaal gedrag zien en is er weinig hiërarchie in de klas. Maar heeft een leerkracht veel conflicten met leerlingen, dan zijn leerlingen agressiever en vinden zij elkaar vaker onaardig. Dat geldt vooral voor sociale opmerkingen zoals “wat heb je een leuke trui aan” en “zit nou eindelijk eens stil!”’

Juf Bulstronk uit Matilda is een vreselijke lerares, maar dat zorgt juist voor saamhorigheid in de klas. Of is dat fictie?
‘We hebben gelukkig geen Bulstronks aangetroffen in ons onderzoek, maar ik kan me goed voorstellen dat een leraar die uitsluitend negatief is, de leerlingen dichter bij elkaar brengt. Toch zou ik het niet adviseren, al was het maar omdat je als leraar ook een model bent voor hoe je met mensen omgaat. Verder zagen we dat je als leraar ook een sociale referent bent: leerlingen meten hun waardering voor individuele klasgenoten af aan de manier waarop de leraar met hen omgaat.’

Juf vindt Pietje aardig, de klas vindt hem een slijmerd. Bedoel je dat?
‘Niet helemaal. Als de leraar iemand de hemel in prijst, gaan sommige leerlingen dat kind inderdaad negatief waarderen, maar anderen gaan juist positief over die leerling denken, dus dat heft elkaar op. Maar bij negatief gedrag van een leraar zagen we een overduidelijk effect: “Juf vindt jou blijkbaar niet aardig, want ze is altijd boos op jou, dus dan vinden wij jou ook niet aardig.”’

Dat is een behoorlijk heftig gevolg. Wat kun je als leraar doen om dit te voorkomen?
‘Juist leerlingen met agressief gedrag hebben baat bij een positievere relatie met de leraar. Probeer dus de negatieve spotlight te vervangen door een positieve. Bijvoorbeeld door na een negatieve opmerking, die soms natuurlijk nodig is, de balans weer te herstellen. Of door negatieve zaken zo veel mogelijk een-op-een te bespreken met een leerling, zonder dat de hele klas het hoort.’

Je hebt dit onderzocht in groep 7. Gelden de conclusies ook voor het vo? Of zijn de leraar-leerlingrelaties daar anders?
‘Ook in het vo geldt dat wat een leraar tegen leerlingen zegt, invloed heeft op de sociale verhoudingen in de klas. Alleen hebben jongeren andere sociale doelen: populair zijn is belangrijker dan aardig gevonden worden, en negatieve interactie tussen een leerling en leraar kan juist cool zijn, dus goed voor je populariteit.’

Heb je tips voor leraren?
‘Probeer een beeld te krijgen van de apenrots in jouw klas en wie bevriend is met wie. Bekijk wie er superpopulair is, en wie erbuiten valt. Veel leraren maken weliswaar een sociogram voor de klassenindeling, maar gebruik die informatie ook eens om de sfeer in de klas en de onderlinge verstandhouding tussen leerlingen te beïnvloeden. Een hechte klas, waarin leerlingen elkaar vriendelijk behandelen, biedt minder voedingsbodem voor pesten dan een hiërarchische klas met veel geroddel en negatieve verhoudingen.’


Marloes Hendrickx, The Role of the Teacher in Classroom Peer Relations. Proefschrift Universiteit Utrecht/NRO, 2017.

Dit interview verscheen in Didactief, april 2017.

Bronvermelding

1 NRO pagina van het project

Click here to revoke the Cookie consent